Brabantse heide. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)
Thema
Het Brabantse landschap
De vroegste geschiedenis van Brabant gaat verloren in de mist van de oudste geologische gebeurtenissen.
Door het zeer langzaam opduwen van gebergten zoals de Ardennen en de Eifel ontstonden spanningen die in de flauw hellende aardkorst scheuren en verbrokkelingen veroorzaakten.
De bekendste breuk is De Peelrandbreuk ten oosten van de lijn Asten-Deurne-Milheeze-Erp. Toen dit landschap zich vormde lag het gebied van het huidige Brabant nog onder zeeniveau. Ongeveer twee miljoen jaar geleden, in het laat-Tiglien werd dit gebied bedekt met slib van de rivier de Rijn. Over dit oerlandschap modelleerden de laatste ijstijd en de daaropvolgende periode het Brabantse landschap zoals wij dat nu nog kennen.
Door zijn lange ontstaansgeschiedenis, door de daarin opgetreden hoogteverschillen en door de aanwezigheid van talrijke beekjes die hun weg zoeken naar de grote rivieren zijn er allerlei verschillende landschapstypen ontstaan. Deze typen bepaalden in belangrijke mate de latere geschiedenis. Dat komt omdat niet alle bodemsoorten zich leenden voor bepaalde vormen van agrarisch gebruik, terwijl de bereikbaarheid van water van groot belang was voor het al dan niet vestigen van nederzettingen.
Zand en heide
Zo'n 238.000 tot 126.000 jaar geleden blies de wind zand weg uit de rivierbeddingen dat daardoor vooral in het toendralandschap van het huidige Noord-Brabant terecht kwam. Hierdoor kreeg het landschap reliëf, wat resulteerde in zandruggen die van noordoostelijke in zuidwestelijke richting lopen. Doordat in het noorden van de provincie rivier- en zeeklei werd afgezet bleef het zand beperkt tot ongeveer driekwart van het totale oppervlakte.
De zand- en leemlaag die Brabant had bedekt, werd op zijn beurt weer bedekt door een nieuwe laag zand. De daardoor opgetreden hoogteverschillen in het landschap zijn nog goed te zien in de Kempen waar beekdalen en hogere zandruggen elkaar afwisselen. Op deze zandgrond ontstond een oerbos.
Toen de mens zich in Brabant vestigde, werden delen van het oerbos op de zandgronden gekapt om op de vrijgekomen plekken akkers aan te leggen. Dit zorgde voor het ontstaan van heidegronden, schrale bodem waarop zonder bemesting weinig kan groeien.
Aan het einde van de Middeleeuwen werd het heidelandschap door vele schapen kaalgevreten. Door het verdwijnen van de begroeiing verstoof het zand, wat soms zelfs ten koste ging van de akkers die overstoven werden. Het proces van verstuiving werd aan het einde van de negentiende eeuw gestopt door de aanplant van dennen. Een nog uit de ijstijd daterende zandverstuiving is die van De Brabantse Wal bij Bergen op Zoom.
Geologische tijdvakken
Bossen en populierlandschappen
De Brabantse oerbossen die na afloop van de ijstijd grote delen van de provincie bedekten zijn allemaal verdwenen. De huidige bossen werden aangelegd door de mens. Het naaldbos Het Mastbos bij Breda is daar een voorbeeld van.
Het populierenlandschap vinden we vooral in en rond de plaatsen Veghel, Sint-Oedenrode, Schijndel, Boxtel en Udenhout. Het ontstaan ervan hangt samen met het voorpootrecht dat vanaf het einde van de vijftiende eeuw kon worden verleend. De populier is altijd zeer gewild geweest. Hij leverde het hout voor de vele klompenmakerijen. De lange rijen van rechte stammen met hun typische ruisende bladeren zijn een wezenlijk onderdeel gebleven van het Brabantse landschap, ook na het verdwijnen van de klompenindustrie.
Rivieren, beekdalen en vennen
De grote rivieren in het noorden en oosten van de provincie maken deel uit van het stroomgebied van de Maas. In een zeer ver verleden stroomde die rivier door de huidige Kempen en ook de Rijn zocht ooit zijn weg door het huidige Brabant.
Rivieren verplaatsen zich nog steeds, zij het minder dramatisch. Rivierduinen en oeverwallen zijn onderdeel van dat proces. Rivierduinen liggen wat verder van de rivier af en bestaan uit materiaal dat uit de riviervlakte is opgewaaid. De Brabantse Wal is een voorbeeld van een rivierduin uit het einde van de laatste ijstijd (Weichsel-ijstijd). Oeverwallen zijn samengesteld uit zwaarder en grover materiaal dat door de rivier zelf wordt afgezet. Dit gebeurt vooral in buitenbochten van meanderende rivieren.
De hogere zandruggen die tijdens en na de laatste ijstijd waren ontstaan, vormden de begrenzingen van de lager gelegen stroomgebieden. Deze drassige gronden waren begroeid met dichte elzenbossen. Uit vele kleine stroompjes ontstonden grotere beken. Door traag stromend water in deze beken werden zand en andere materialen afgezet in de binnenbochten. Ditzelfde materiaal sleet tevens de buitenbochten uit. Daardoor ontstond een steeds meer kronkelend verloop van de Brabantse beken.
Vennen zijn natuurlijke depressies in het landschap waar water in blijft staan. Er zijn verschillende oorzaken voor hun ontstaan, zoals door toevallige reliëfvorming in het landschap in combinatie met de aanwezigheid van leemlagen of doordat wind langdurig zand opblaast totdat een vaste of natte laag wordt bereikt.
Vennen kunnen ook ontstaan doordat grondwater omhoog komt en onder het oppervlakte van de toendra bevriest. Dit was tijdens de ijstijd het geval. De vennen die toen ontstonden, staan bekend als pingoruïne. Daarbij wordt een pingo (heuvel) gevormd door de omhoog en in zijwaartse richting geduwde zandlaag. Deze pingo’s klapte door het smelten van het ijs ineen waardoor er een kuil met opstaande randen ontstond. In een aantal gevallen ontstond er een ringven in het midden van de kuil door het omhoog geduwde zand.
Uitgelicht
-
De Peel
Vele miljoenen jaren geleden schoof een brede strook land van Grave tot Roermond omhoog. Deze verschuiving leidde tot het ontstaan van de Peelhorst. Het hoogteverschil is nog steeds op verschillende…
-
De Biesbosch
De Biesbosch was in de middeleeuwen een welvarend landbouwgebied met ongeveer vijftien boerendorpjes en veel water. Het werd beschermd door een ringdijk en stond toentertijd bekend als de Grote Waard.
-
Het Dommeldal
Het Dommeldal ligt bij Eindhoven en Sint-Oedenrode en heeft een lange, slanke vorm. Het gebied kenmerkt zich door de aanwezige rivierdalen, meanders (rivierlussen), dek- en stuifzanden en beemden.
-
De Brabantse wal
Het gebied van de Brabantse Wal ligt geklemd tussen Steenbergen (noord), Bergen op Zoom en Woensdrecht (west), Roosendaal (oost) en Putte, België (zuid). Het is een gebied met een grote…
Moerassen en veengronden
Opgewaaide stuifzanden verlegden niet alleen de loop van de beken, maar belemmerde ook de afwatering van het achterliggende land. Zeker wanneer er ook nog sprake was van een weinig water doorlatende, leemhoudende bodem. Op enkele plaatsen ten zuiden van de zandruggen leidde dit tot een vernatting en vervening van het landschap. Zo ontstonden moerasgebieden als De Brand, Het Helvoirts Broek, Het Bossche Broek en de natte Vughtse heide.
In de moerassen en rivierdalen kon veen ontstaan. In een groot deel van het westen van de provincie ontstond hoogveen of laagveen. Al in de Romeinse tijd was het ontginnen hiervan begonnen.
Menselijke invloeden
Toen men kunstmest ging gebruiken, was het mogelijk om heidegronden op grote schaal te ontginnen. De ontgonnen gebieden kregen een geheel nieuwe ruimtelijke structuur, gekenmerkt door lange rechte wegen, meestal haaks op elkaar.
Ook gebieden met beekdalen veranderde door ontginning. Zo werd het drassige en met elzenbossen begroeide broekland door de mensen veranderd in een gras- en hooilandschap. Toch zijn er hier en daar nog wel plaatsen die een indruk geven van hoe het ooit geweest moet zijn, zoals in Dolinge, het laaggelegen land langs de Strijper Aa bij Leende.
De ontgonnen beekdalen staan ook wel bekend als beemden. Oorspronkelijk waren dat vooral droge heidegronden. Op de zandgronden die het dichtst aan het beekdal grensden werden akkers aangelegd. Deze akkers waren voor een succesvolle oogst afhankelijk van de jaarlijks aan te voeren mest van de dieren. Oude topografische kaarten laten goed zien hoe dorpen net buiten het beekdal liggen en hoe akkers daaromheen zijn gepositioneerd.
Naast ontginnen begon de mens in de dertiger jaren van de twintigste eeuw ook met het normaliseren of kanaliseren. De bedoeling was daarbij om in het algemeen de regionale waterhuishouding onder controle te krijgen. Ook ruilverkaveling kon een motief zijn voor de normalisering van beken. Door deze ingrepen verdwenen vaak de kronkels en meanders uit de beken, wat grote gevolgen kon hebben voor de waterhuishouding.
Menselijke invloeden zijn overal te vinden. Een voorbeeld van een ven dat door menselijk ingrijpen ontstond is De IJzeren Man in Vught. Dit ven werd gegraven aan het einde van de negentiende eeuw toen men zand nodig had voor het ophogen van de stadsuitleg Het Zand in ‘s-Hertogenbosch. De naam verwijst naar de zware ijzeren graafmachine waarmee het zand werd opgedolven. Tegenwoordig is De IJzeren Man zowel een natuur- als recreatiegebied.
De ontginning van het hoogveen in het noorden van de provincie begon met de aanleg van een lange verbindingsweg over de oeverwal aan de zuidkant van de Maasloop. Deze verbindingsweg staat bekend als de Langstraat. Iedere bewoner kreeg een slag, een strook grond, toegewezen. Deze slag werd aan weerszijden begrensd door sloten die het gebied ontwaterden. Aan het einde van de slagen lag een lage dijk, ofwel achterkade.
Met iedere nieuwe slag werd de oude nederzetting verlaten en op de achterkade een nieuw huis gebouw. Op deze wijze ontstond het voor Waalwijk en aangrenzende dorpen typische slagenlandschap. Bebouwing strekte zich eveneens uit langs de noord-zuid gelegen turfvaarten. Ter hoogte van een kruising ontstond een kleine kern. Capelle en Waspik zijn hier voorbeelden van.
Bronnen
Berendsen, H., Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio's, Assen, 2005.
Renes, J., West-Brabant: een cultuurhistorisch landschapsonderzoek, Waalre, 1985.
Venhuizen, G., IJstijden, Amsterdam, 2014 (Elementaire deeltjes, 17).
Verdiep jezelf
-
Artikel
Het slagenlandschap in de…
Het zogenoemde slagenlandschap in de Langstraat…
-
Artikel
Darinkdelven
Een belangrijke bron van inkomsten op de West
-
Artikel
Uitgestorven zoogdieren
De winderige toendra en de vlakte van de…
-
Artikel
Jagen in het Liesbos
Een onmisbaar onderdeel van de adellijke…
-
Artikel
Eeuwenoude bomen in de Loonse en…
Sinds enkele jaren weten we dat in de Loonse en…
-
Artikel
Een Brabants landschap van Vincent…
De reputatie van Vincent van Gogh als een van de…
-
Getuigenis
"Je kan niet terug naar hoe het…
Peter Verhoeven vertelde in 2019 aan…
-
Podcast
Martien van Asseldonk
Martien van Asseldonk heeft uitgebreid historisch…
-
Artikel
Oorlog in het landschap
Bij de aanleg van verdedigingswerken is altijd…
–
-
Artikel
De Biesbosch in kaart gebracht
De stormvloed van november 1421, waarbij in het…
-
Artikel
De Biesbosch
De Biesbosch was in de middeleeuwen een welvarend…
-
Artikel
De Sint-Elisabethsvloed
Tijdens de Sint-Elisabethsvloed van november 1421
-
Artikel
De strijd om het behoud van de…
Na de Tweede Wereldoorlog waren er plannen tot…
-
Artikel
De Maasheggen
De Maasheggen langs de oevers van de Maas in het…
-
Artikel
Een graf op de hei
Aan de rand van het natuurgebied de Kampina bij…
-
Artikel
De Brabantse dennenbossen
Met de Brabantse dennenbossen is het als met de…
-
Artikel
Het Bossche Broek
Den Bosch prijst zich gelukkig dat aan de…
-
Artikel
Een einde aan vervening?
De industrialisatie van Brabant is niet alleen in…
-
Getuigenis
"Een biografie van de mensen die…
Ger van de Oetelaar vertelde in 2019 aan…
-
Podcast
Special: Frans Maas
In augustus 2021 staat Brabantserfgoed.nl in het…
-
Artikel
De Strabrechtse Heide
Dankzij ontginning zijn de uitgestrekte…
-
Artikel
Populieren in de Meijerij
Is er iets dat meer bepalend is voor het aanzien…
-
Podcast
Jan Baan
Jan Baan neemt in april 2021 afscheid als…
-
Artikel
Akkerbouw in de brons- en ijzertijd
Het Brabantse boerenland heeft oude wortels.
-
Artikel
Een verdwenen watermolen en de…
Aan het einde van de vijftiende eeuw was het…
-
Artikel
Over de Brabantse oude akkers
De meeste Brabantse dorpen kennen een…
-
Artikel
Veenvorming in de Peel
Tegenwoordig is er nog maar weinig veen te vinden…
-
Artikel
Strijd om een Brabants…
In 1952 werd bekend dat natuurgebied aan de…