De Biesbosch in kaart gebracht

Kaart  van de Biesbosch door Pieter Sluyter, getekend in 1560. (Bron: Nationaal Archief)

Kaart van de Biesbosch door Pieter Sluyter, getekend in 1560. (Bron: Nationaal Archief)

De stormvloed van november 1421, waarbij in het rivierengebied diverse belangrijke, maar verwaarloosde dijken bezweken, leidde tot overstromingen van waarlijk Bijbelse proporties. Tientallen dorpen gingen ten onder. Waar eens de vruchtbare akkers lagen van de Grote of Zuid-Hollandse Waard, een polder tussen Geertruidenberg en Dordrecht, keek men enkele jaren later uit over een onafzienbare watervlakte.

In de eeuwen nadien kreeg deze Verdronken Zuid-Hollandse Waard door natuurlijke processen en door menselijk ingrijpen het karakter van een zoetwater-getijdengebied. Zo ontstond de Biesbosch, een doolhof van stromen en kreekjes, van slikken en zandplaten, begroeid met wilgenhout en riet, die afwisselend met het getij onderliepen en weer droogvielen. Een domein van vissers en griendwerkers, die wilgen oogsten. Lieden die er rechten hadden of meenden dat ze die konden laten gelden, waren uiteraard zeer geïnteresseerd in de onophoudelijke veranderingen die het landschap van de Biesbosch onderging.

Zodoende werd in de loop van de tijd een groot aantal kaarten van het gebied getekend. Een van de vroege kaarten van wat toen nog de Verdronken Waard was, is in 1560 getekend door de landmeter Pieter Sluyter. Hij wordt bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag. Aanleiding voor de kaart waren conflicten over de visserijrechten in het gebied. Ten zuiden van de Maas behoorden die toe aan de prins van Oranje, ten noorden ervan aan de graaf van Holland. Maar hoe in hemelsnaam in die binnenzee de vroegere loop van de rivier vast te stellen? Een commissie, gevormd uit vertegenwoordigers van beide partijen en aangevuld met mannen die het gebied kenden als hun broekzak, ging in de zomer van dat jaar op zoek naar de voormalige bedding van de rivier. Door met lange ijzeren stokken de bodem af te tasten naar kleigrond met schelpen, konden zij die terugvinden, waarna ze de verdwenen rivier met bolbakens markeerden.

Kaart van de Biesbosch bij Geertruidenberg uit 1562 door Jacob en Pieter Sluyter. (Bron: Nationaal Archief)

Kaart van de Biesbosch bij Geertruidenberg uit 1562 door Jacob en Pieter Sluyter. (Bron: Nationaal Archief)

Om te voorkomen dat vissers, ontevreden met de beperkingen die hen daardoor werden opgelegd, de bakens verplaatsten, werden deze met molenstenen verankerd. Op de kaart van Pieter Sluyter, die de commissie had vergezeld, staat de vroegere rivier met de bolbakens ingetekend. Ook is te zien hoe – ruim een eeuw na de catastrofe − aan de randen van de binnenzee het gebied langzamerhand weer begon te verlanden. Boeren en grondbezitters, tuk op landaanwinning, hielpen de natuur daarbij een handje. Stukje bij beetje drong men het water terug, waarna de begroeiing toenam, met name van riet, wilgen en bies. Aan deze laatste ontleende het gebied vervolgens haar naam. Veel van zulke aanwassen werden vanaf de zestiende eeuw vervolgens weer ingepolderd, maar de Biesbosch zou nog lange tijd de enige echte wildernis in het land blijven. In eerste instantie was het Hollands gebied, maar sinds het begin van de negentiende eeuw ligt het natuurgebied grotendeels binnen Noord-Brabant.

 

Bronnen

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, 's-Hertogenbosch, 2014.

Van Wijk, Historische Atlas van de Biesbosch. Zes eeuwen Biesbosch in 78 kaarten, Zwolle, 2012.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, 's-Hertogenbosch, 2014, 126.