Om hun plek in het hiernamaals veilig te stellen, stichten vermogende mensen bijvoobeeld gasthuizen waar arme mannen of vrouwen opgevangen worden. Om hun zieleheil laten ze goederen of bezittingen na aan de kerk. Zo neemt het bezit van de kerk toe en wordt deze beheerd en bestuurd door geestelijken. Daarmee wordt het onderscheid tussen machthebbers in de kerk en in de wereld steeds kleiner. Regels en voorschriften van de kerk gaan een eigen leven leiden. Het lijkt alsof zonden afgekocht kunnen worden met geld. Geestelijken leven niet altijd voorbeeldig en godsdienstig. In toenemende mate is er sprake van misstanden en groeit de kritiek binnen en buiten de kerk.
Artikel - Gepubliceerd op
Zieleheil en macht
Tijdvak van steden en staten: 1000 – 1500