Aanwijzingen voor groeistoornissen en andere afwijkingen in zijn botten verklaren waarom hij niet veel ouder dan tien jaar was geworden: mogelijk had hij bloedarmoede of zelfs leukemie. Wij zouden nooit van hem geweten hebben als niet in 2002 bij bodemonderzoek zijn graf was blootgelegd. Vooral nadat aan de hand van zijn schedel zijn gezicht was gereconstrueerd, werd hij al snel een min of meer ‘bekende Brabander’, nogal uitzonderlijk voor een middeleeuws kind.
Behalve een gezicht kreeg hij van de archeologen ook een naam: Marcus van Eindhoven. Die was ontleend aan een Venetiaanse munt met een afbeelding van de stedelijke patroonheilige, Sint-Marcus, die met een zijden draadje op zijn linnen doodskleed was genaaid. Het sterk afgesleten muntje was kennelijk al heel lang als hanger gedragen. Vermoedelijk was het een bijzonder erfstuk in de familie, mogelijk een souvenir van de Vierde Kruistocht uit het begin van de dertiende eeuw. Zoiets wijst op een hoge afkomst.
Dat werd bevestigd door de laatste rustplaats van Marcus op de belangrijkste plek in de kerk, op het hoogkoor recht voor het altaar. Het idee is dan ook dat hij afkomstig was uit het geslacht van de heren van Eindhoven, de Van Hornes, en dat hij is opgegroeid op het kasteel Ten Hage, op korte afstand van de plek waar hij begraven werd. Marcus van Eindhoven mag dan in korte tijd een icoon zijn geworden, een doorsnee middeleeuws stadskind was hij niet.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.