Grafmonumenten en epitafen in Breda

Praalgraf Engelbrecht II (foto: Richard Broekhuijzen)

Het praalgraf van Engelbrecht II in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Breda. (Foto: Richard Broekhuijzen, 2017, Wikimedia Commons)

De zestiende eeuw was met de ontdekkingsreizen, de boekdrukkunst, en de scheuring in de christelijke kerk een van verandering. Nieuwe tijden dus, en dat was te merken in de kunst en de architectuur.

In de tijd zelf werd deze nieuwe stijl echter aangeduid als "op zijn antyksch", want het waren de klassieke oudheid en de antieken die er de inspiratie voor leverden. Gebruik en toepassing van deze stijl golden als modern en vooruitstrevend en juist de culturele avant-garde gaf er zich met graagte aan over.

Epitaaf de Borgnival in de Grote Kerk in Breda

Epitaaf van familie de Borgnival in de Grote Kerk in Breda. (Foto: G. de Hoog, 1907, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Nergens is dat zo goed te zien als in de Grote Kerk van Breda, waar een van de belangrijkste ensembles aan renaissance grafmonumenten en epitafen van Nederland te vinden is.

Aanstichter was Hendrik III van Nassau (1483-1538), die op zijn reizen naar Spanje en Italië in het gevolg van keizer Karel V (1500-1558) onder de indruk was geraakt van de nieuwe stijl. Na terugkeer in Breda in 1530 gaf de rijke graaf opdracht voor zowel de bouw van een renaissancepaleis op de plek van het oude kasteel als voor de decoratie van de juist voltooide grafkapel van de Nassaus in de nieuwe stijl. Hierbij liet hij meteen een nieuw grafmonument voor zijn oom en voorganger Engelbrecht II (1451-1504) bouwen.

Hovelingen en de hogere kringen van de Bredase burgerij begonnen al snel hun heer te imiteren. In de kooromgang van de Grote Kerk en ook in enkele kapellen werden grafmonumenten en epitafen opgesteld die onveranderlijk van hoge kwaliteit zijn.

Een aantal ervan is vrijwel zeker van de hand van de Antwerpse ontwerper en beeldhouwer Cornelis Floris (1513/14-1575), die op zijn reis naar Italië bekend was geraakt met de nieuwe stijl.

Epitaaf Dirk van Assendelft (foto G. Lanting)

Epitaaf van Dirk van Assendelft in de Grote Kerk in Breda. (Foto: G. Lanting, 2015, Wikimedia Commons)

Mogelijk was hij of zijn werkplaats ook betrokken bij het bijzondere epitaaf uit circa 1555 voor Dirk van Assendelft (1498-1553), de schout van Breda, en diens echtgenote Adriana van Nassau (1512-1558). Het staat enigszins gedrongen op een wat ongelukkige plaats in een van de kapellen van de noorderzijbeuk van het schip. Bovendien heeft het geleden onder religieus en politiek fanatisme. De tronende Christus op de regenboog, waarvoor de beide echtelieden tot dan in aanbidding geknield hadden, werd In de zeventiende eeuw weggekapt.

Tweede etage epitaaf Dirk van Assendelft

Tweede etage van de Epitaaf van Dirk van Assendelft. (Foto: Anoniem, 2001, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Mogelijk zijn bij de Beeldenstorm ook in de tweede etage, waar het Bijbelse verhaal van de aanbidding van de koperen slang is verbeeld, enkele figuren onthoofd. In de revolutie van de late achttiende eeuw werden schilddragende beelden op de hoeken van de tweede etage weggeslagen, net als het wapenschild in de top en die in de nis achter de echtelieden.  

 

Bronnen

Van Leeuwen, W., De 100 mooiste kerken van Noord-Brabant, Zwolle, 2012.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

Van Wezel, G., De Onze-Lieve-Vrouwekerk en de grafkapel voor Oranje-Nassau te Breda, Zeist/Zwolle, 2003.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 100.