De nieuwe Maasmond

monument maasmond.jpg

Het monument bij de nieuwe Maasmond. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Alle rechten voorbehouden

Bij Andel, in het Land van Altena, staat een manshoge gedenksteen die koningin Wilhelmina (1880-1962) in 1904 onthulde. Het is een monument voor een van de grootste waterstaatkundige werken in Nederland: de scheiding van Maas en Waal en het verleggen van de Maasmond.

De operatie was bedoeld om het noorden van Brabant te verlossen van een immens en hardnekkig overstromingsprobleem. Door dijkdoorbraken kwamen delen van Noord-Brabant keer op keer blank te staan. Dat was meer dan natte voeten in de wei. Een dergelijke ramp zorgde voor verdronken vee, verloren oogsten, dorpen die ontruimd moesten worden, en water dat bijvoorbeeld in Den Bosch de Sint-Jan binnenliep. De zogenaamde wielen of kolken waar de dijken in het noorden van Brabant heel pittoresk langs slingeren, zijn sporen van de vele vroegere doorbraken die dit leed veroorzaakten.

Veel van de moeilijkheden kwamen voort uit het feit dat de Maas en de Waal met elkaar in verbinding stonden bij het fort Sint-Andries en bij Woudrichem en Loevestein. Bij fort Sint-Andries was al in de zeventiende eeuw om strategische redenen het zogeheten Gat van Heerewaarden gegraven en bij Woudrichem en Loevestein moest het water van Maas en Waal zich in de Merwede persen. Dat ging regelmatig verkeerd, zeker als flinke regenval in het stroomgebied van de Maas samenviel met de aanvoer van smeltwater uit de Alpen via de Waal. Bovendien had de Merwede op zijn beurt weer te kampen met een steeds moeizamere afwatering. Waar ooit, na de Elisabethsvloed van 1421, een binnenzee had gelegen, groeide langzaam maar zeker het Bergsche Veld, met grienden en polders.

De eerste plannen om de wateroverlast tegen te gaan dateerde van 1823. Telkens als het weer een aantal winters achter elkaar goed was gegaan, zakte het gevoel van urgentie echter weg. Pas in 1885 werd eindelijk een begin gemaakt met de scheiding van Maas en Waal.

Het was een gigantische onderneming. De Maas werd afgedamd bij Hedikhuizen en kreeg een eigen loop naar de zee via de nieuw gegraven Bergse Maas. Deze mondde uit in de Amer en vandaar in het Hollands Diep. In 1904 werd het gigantische werk afgesloten met de onthulling van het monument door de koningin. Niet dat alle ellende daarmee voorbij was. Pas nadat in de jaren dertig de Maas gekanaliseerd was, kon de Beerse Overlaat, een ‘noodrivier’ voor overtollig Maaswater, gesloten worden.

 

Bronnen

Van der Aalst, T. e.a., Honderd jaar Bergsche Maas. De scheiding van Maas en Waal, Wijk en Aalburg, 2004.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 216.