Kasteel Onsenoort

Onsenoort_Abdij_Mariënkroon_DSCF1856.JPG

Abdij Mariënkroon. (Foto: G. Lanting, 2013, Wikimedia Commons)

Een woontoren van kasteel Onsenoort uit de veertiende eeuw maakt in zwaar gerestaureerde vorm deel uit van de cisterciënzerabdij Mariënkroon in Nieuwkuijk .

Kasteel Onsenoort

Reeds in de dertiende eeuw is er sprake van een kasteel op de locatie van het latere kasteel Onsenoort. In 1372 verwoesten de Brabanders dit kasteel, naar aanleiding van grenstwisten tussen Holland en Brabant over de eigendom van de dorpen Vlijmen en Engelen. Kort daarna wordt het kasteel, met financiële steun van de graaf van Holland, herbouwd, onder meer in verband met de strategische ligging op de grens.

 

Pruisische plundering

Aan het einde van de achttiende eeuw wordt melding gemaakt van de plundering van Onsenoort, dat door de heer van Onsenoort en zijn gezin is ontvlucht. Hierover schrijft Adam de Roy Binckhorst het volgende:

"[...] en waren de saken in den Bosch niet schielijk geschikt, het had hier even als daer, alles ten onderste boven gekeert, het Huys van den Heer Van Onsenoort is geheel geplundert, waer hij is, blijft mij een raedsel, sijn vrouwe was te Vught bij haer Tante ; met twee kinderen, daer van daen is sij gevlught, dogh weete even min, werwaerts [...]"

Dit citaat geeft inzicht in wie verantwoordelijk waren voor de plundering van Onsenoort: net als in 's-Hertogenbosch was de omgeving van Heusden ingenomen door Orangisten, die werden gesteund door Pruisische huzaren. Het is dan ook aannemelijk dat de plundering van Onsenoort in november 1787 wordt uitgevoerd door een combinatie van Pruisische troepen en oranjegezind volk.

 

Onsenoort in de negentiende eeuw

In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt over de toestand van het kasteel gesteld dat aan het begin van de negentiende eeuw van het oude kasteel alleen nog de woontoren resteert, die zich achter het nieuwe gebouw bevindt. Binnen de toren zijn op dat moment nog meerdere kamers en een "gevangenenhuys". Op dat moment is Onsenoort wederom bewoond door de heer van Onsenoort, die door koning Lodewijk Napoleon is benoemd tot ridder der Unie als Van Wassenaer van Onsenoort. Na het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden blijven de heren van Onsenoort ridders, dit maal in de ridderschap van Noord-Brabant.

 

Klooster

Het kasteel wordt in 1903 per openbare verkoop aangeboden, waarna het door de Cisterciënzers, afkomstig uit Versailles, wordt aangekocht en omgedoopt tot het klooster Onze Lieve Vrouwe van Onsenoort. Het karakter van Onsenoort verandert met de komst van de Cisterciënzers wederom: voor de geloofsgemeenschap wordt een kapel tussen de bestaande woontoren en het kasteelgebouw gebouwd en wordt de woontoren zelf aangepast aan de eisen van haar nieuwe bewoners met de aanleg van een extra verdieping en het uitbreken van hoge vensters. Daarnaast wordt de buitengracht rondom de tuin gedempt en op de contouren van de gracht vervolgens een muur opgericht, die het complex omsluit en wordt enkele jaren later een kloosterschool opgericht. 

Als een groot deel van de geloofsgemeenschap in 1921 terugkeert naar Versailles, verliest Onsenoort ook de rechten en privileges die een zelfstandig klooster heeft, aangezien deze ook worden overgezet naar Versailles. Een klein aantal paters bleef op Onsenoort wonen en in 1929 kreeg Onsenoort de status priorij. 

Onsenoort kapel Marienkroon

Kapel van abdij Marienkroon. (J.P. de Koning, 2000, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed)

In de jaren '30 volgt wederom een grootschalige verbouwing, waarbij onder meer een deel van de binnengracht wordt gedempt en het voormalige kasteelgebouw wordt gestript en vormt de basis voor de eerste vleugel van de nieuwe abdij, waarin onder meer de kelders en een deel van de muren van het voormalige kasteel zijn opgenomen. Daarnaast wordt een monumentale poortgebouw opgericht, dat de ingang tot het kloosterterrein markeert. Bij de opening van de nieuwe abdij wordt ook de naam gewijzigd: het klooster draagt vanaf dat moment de naam Mariënkroon, een verwijzing naar het cisterciënzerklooster Mariënkroon dat in de zestiende eeuw bij Heusden lag.

 

Bernarduscultus

Een groot deel van Noord-Brabant kent al eeuwen een actieve Bernardus-verering en de cisterciënzerkloosters stimuleerden de verering van hun 'tweede stichter'. In 1939 wordt door de paters van Mariënkroon besloten tot het uitbreiding van hun vereringscultus, waardoor ook niet-kloosterlingen deel kunnen nemen aan de verering. Mede door de oorlogsdreiging wordt de eerste opengestelde verering in 1939 door velen bezocht, waarbij men tot de heilige Bernardus bidt voor vrede. Ook de daaropvolgende vereringen kunnen op grote belangstelling rekenen, wat leidt tot een strakkere organisatie van de bedevaarten. In de jaren '50 neemt de belangstelling voor bedevaarten naar Mariënkroon echter dusdanig af, dat bedevaarten en opengestelde missen worden afgeschaft.

 

Bronnen

Becx, E. e.a., Kastelengids van Noord-Brabant, Utrecht, 1999.

Hermans, T., e.a., Woontorens in Nederland: bouwhistorische gids voor middeleeuwse woontorens, Wijk bij Duurstede, 2015.

Juten, W., "De plundering van 's-Hertogenbosch. (Drie brieven)", Taxandria 3, Bergen-op-Zoom, 1896, 125-134.

Nahuys, M., "Kasteelen en Abdijen, gelegen in het arrondissement 's Hertogenbosch" in: Dietsche Warande (jrg. 1, nr. 1, 1876), 256-267.

Van Oirschot, A., Middeleeuwse kastelen van Noord-Brabant: hun bewoners en bewogen geschiedenis, Rijswijk, 1981.

Met betrekking tot de Bernarduscultus, zie: http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/538 (stand op 5 april 2018).