Kasteel Asten

Interieur Asten

De binnenzijde van het hoofdgebouw van het kasteel (Foto: G.Th.Delemarre, juni 1963, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / Wikimedia Commons)

De geschiedenis van kasteel Asten, die terug gaat op de veertiende eeuw, is onlosmakelijk verbonden met Bernard van Merode, heer van Asten. Hij verbouwde het kasteel in de zeventiende eeuw ingrijpend en maakte het kasteel een centrum van heksenprocessen.

De heren van Cuijk

De heerlijkheid Asten behoorde lange tijd aan de familie van Cuijk, die lange tijd als onafhankelijke heren Asten bestuurden. Door financiële problemen werden de heren van Asten uiteindelijk gedwongen de helft van de heerlijkheid te verkopen aan Pieter Coutereel (1320-1373), de schoonvader van Hendrik van Cuijk. Van Coutereel droeg vervolgens zijn deel van de heerlijkheid in 1362 in leen op aan de hertog van Brabant, waardoor hij zich kon beroepen op bescherming door de hertog in tijden van nood.

Na een conflict met de hertog kwam de heerlijkheid vervolgens in handen van Hendrik van Cuijk (1320-1371), heer van Hoogstraten, Brecht en Zundert. Hij sneuvelde in 1371 in de slag bij Baesweiler, waarover Jan van Boendale in zijn Brabantsche yeesten (boek 6, regel 6100) het volgende schreef:

“Daer bleef in dier porssen doot
Her Hendrik van Cuijck, die vrome heere
Die ghestreden hadde soe seere
Heere van Hoegstraeten die vrome man”

Na het overlijden van Hendrik kwam de heerlijkheid in handen kwam van zijn zoon Jan V van Cuijk (1360-1442), die hem in 1380 verkocht, wat het einde van de heerschappij van de heren van Cuijk betekende.

 

Kasteel Asten 3, RCE, commons

Schoorsteen in één der kamers gelijkvloers naar de vestibule. (Foto: onbekend, 1889, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / Wikimedia Commons)

Het Huys tot Asten

De oorsprong van het kasteel te Asten is terug te voeren tot 1399, waarbij sprake is van “’tHuys tot Asten”, dat naast de hofstede (mansio) van Asten bestond. Een oorkonde uit 1432 geeft vervolgens verder inzicht in de ontwikkeling van het versterkte huis tot een kasteel: zo wordt het huis omschreven als bestaande uit een versterking, een woongedeelte en een hofstede (mogelijk de mansio van Asten).

 

Hekserijprocessen

De heerlijkheid Asten kwam in 1595 in bezit van Bernard van Merode (1570-1640), die het door een huwelijk met Catharina van Brederode (1570-1634) verkreeg. Nog in hetzelfde jaar werden in het kasteel heksenprocessen georganiseerd, die door veel van zijn tijdgenoten als onrechtmatig werden gezien en waar zowel het volk als de kerk aanstoot aan namen.

Anders dan bij veel andere heksenprocessen in de Peel, waar vooral arme vrouwen het slachtoffer waren, werden in de processen te Asten ook gegoede burgers aangeklaagd. Bij een veroordeling voor hekserij vervielen de goederen van de veroordeelde aan de lokale heer, waardoor Bernard zijn rijkdom en grondgebied kon uitbreiden.

 

Herstelwerk

Naast het voeren van heksenprocessen op het kasteel heeft Van Merode een belangrijke bijdrage geleverd aan het moderniseren van het kasteel. Onder zijn regime werd de ronde hoektoren vervangen door een vierkante versterkte poorttoren en werd het kasteel getransformeerd tot een renaissance edelmanswoning. Daarnaast werden onder meer tuinen aangelegd, het hoofdgebouw voorzien van trapgevels en een nieuwe brug aangelegd.

Verdere aanpassingen aan het kasteel werden gedaan door Everard van Doerne (1636-1705), die in 1680 in een aantal van zijn leengoederen investeerde. Het kasteel kreeg onder deze verbouwing een nieuwe toegang in het hoofdgebouw, waardoor de poorttoren overbodig werd en vervolgens werd verbouwd tot een toren met vertrekken.

 

Kasteel Asten 1889

Het hoofdgebouw van het kasteel van Asten, ca. 1889. (Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden
Franse invloed

Gedurende de achttiende eeuw raakten het kasteel en de daarbij behorende domeinen in verval, aangezien veel van de eigenaren in deze periode handelaren uit Holland waren die het kasteel met name als beleggingsobject zagen. Zeker omdat de handel zelf minder goed ging, werd investeren in agrarische percelen gezien als een goede manier om toch nog extra verdiensten te genereren.

Aan het einde van de achttiende eeuw kwam, onder invloed van de Franse bezetting van Asten in 1794, een einde aan de heerlijke rechten. Dit bracht de heren van Asten in conflict met de dorpsbewoners, aangezien dit onder meer betekende dat de tienden niet meer betaald werden en zij zo een bealngrijke bron van inkomsten verloren. Toch bekoelde door de aanwezigheid van Franse soldaten in Asten het aanvankelijke enthousiasme voor de nieuwe orde: er was sprake van een hoge belastingdruk en door de inkwartieringsplicht hadden veel burgers buitenlandse soldaten in hun huis. Na de verdrijving van de Fransen werden elementen van de heerlijke rechten hersteld, maar de invloed van de heren van Asten op het bestuur van het dorp was definitief ten einde.

 

Kasteel Asten 1, Commons, RCE

De voorburcht van Kasteel Asten in 1963. (Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Wikimedia Commons)

Restauratie

In de negentiende eeuw raakte het kasteel steeds meer in verval, onder meer door het hergebruik van bouwmaterialen van het kasteel door omwonenden. Onder baron Clemens van Hövel tot Westerflier (1878-1956) werd het kasteel vanaf 1935 opgeknapt, met de intentie het kasteel te kunnen bewonen. De restauratie werd echter grotendeels teniet gedaan gedurende de Tweede Wereldoorlog; in oktober 1944 landde er een Duitse granaat in het kasteel waardoor het voor een deel uitbrandde.

Tot 1981 bleef het kasteel eigendom van de familie van Hövel tot Westerflier, waarna het grootste deel van het kasteel werd verkocht aan de Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten. Deze stichting zorgde er, onder meer door het transformeren van de voorburcht, voor dat het kasteel wederom geschikt was voor bewoning.

 

Bronnen

Caspers, T., Landgoederen in Noord-Brabant: Het lief en leed dat landgoed heet, Haaren, 2012.

Dessing, R. en Holwerda, J., Nationale gids historische buitenplaatsen, Wormer, 2012.

Causé, H., en Van Croes, J., Prospectus castelli Asten, Antwerpen, 1696.

Lindemann, W., en De Kort, V., Inventaris van het archief van de heerlijkheid Asten, 1337-1955 (Rijksarchief in Noord-Brabant. Inventarisreeks, nr. 24), ’s-Hertogenbosch, 1981.

Maas, T., Geschiedenis van de heerlijkheid Asten, Asten, 1994.

Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten, “Geschiedenis van het Kasteel van Asten”, via: http://kasteelasten.nl/historie/ (stand op 7 juni 2018).

Van Gulick, F., De ruïne van het kasteel te Asten, 1958.