De heerlijkheid Venloon werd omstreeks 1380 door Johanna van Brabant uitgegeven aan Paul van Haastrecht. Hij laat in 1383 een kasteel bouwen. Kort daarop komt Paul van Haastrecht echter in conflict met Johanna van Brabant, door als schout van 's-Hertogenbosch de oproerige burgers te steunen. Dit conflict bereikte omstreeks 1400 een hoogtepunt met de belegering van kasteel Loon op Zand, waarbij het onmogelijk bleek het kasteel in te nemen.
De Tachtigjarige Oorlog
Meer succesvol waren de belegeringen van het kasteel in de Tachtigjarige Oorlog. Zo werd in 1587 het kasteel belegerd en ingenomen door het Staatse leger onder leiding van Filips van Hohenlohe-Neuenstein (1550-1606), dat met vijf stukken geschut de muren wist te slechten. Daaropvolgend werd het kasteel door Spaanse troepen ingenomen, nadat 's-Hertogenbosch aan generaal Alexander Farnese, hertog van Parma, had verzocht om het kasteel te Loon op Zand, de schans te Engelen en een aantal andere kastelen rondom 's-Hertogenbosch te bezetten, met een troepenmacht betaald door de stad en meierij.
Kerkdienst in het kasteel
Gedurende de zeventiende eeuw werd het kasteel als een schuilkerk opengesteld om de katholieke mis bij te wonen, aangezien de katholieken hun kerken hadden moeten afstaan. In het begin werden deze missen gehouden in de slotkapel, maar later in de voor dit doel gebouwde kerkschuur bij het kasteel, die tot het begin van de negentiende eeuw dienst heeft gedaan.
Landhuis
In 1777 liet Louis Charles Otto van Salm-Salm het oorspronkelijke kasteel rigoreus verbouwen. De laatmiddeleeuwse woontoren werd verbouwd tot landhuis en de voorburcht werd afgebroken. Louis Charles stierf in 1778, waarna zijn neef Constantijn Alexander van Salm-Salm de heerlijkheid in leen kreeg. Deze was vorst van Salm-Salm en Anholt, en hertog van Hoogstraten.
In 1828 erfde Constantijns zoon, Guillaume van Salm-Salm, het kasteel. Het werd echter in de zomer bewoond door jonkheer F.X. Verheyen, de zoon van de rentmeester van de familie Salm-Salm. In 1857 kocht de weduwe van deze jonkheer, Sophia de Roy van Zuydewijn, het kasteel. Telgen van de familie Verheyen, zoals Eugène Verheyen, die rechter was en lid van de Provinciale Staten, bewoonden in de opvolgende jaren het kasteel.
Uiteindelijk woonde freule Emily Verheyen er, welke trouwde met ene Ten Horn, die arts was. Zij verkocht het kasteel in 1978 aan J. Lemmens, die een belegger was en in een deel van het kasteel ging wonen. In het andere deel bleef Emily tot haar dood in 1984 wonen. In 1985 kocht de heer J. van Dal het kasteel. Hij was antiquair en gebruikte het hoofdgebouw voor zijn zaak. Daarnaast organiseerde hij tentoonstellingen waaronder moderne kunst in het kasteelpark. Zelf bewoonde hij het neerhuis. In februari 2007 verkocht hij het kasteel aan de heer W. de Pundert.
Het Witte Kasteel
In 2007 werden meerdere pogingen gedaan het kasteel te kraken nadat de toenmalige eigenaar, de miljonair Wim de Pundert, het kasteel dreigde te laten verloederen als de gemeente Loon op Zand niet zou meewerken aan een opknapbeurt. De ingrijpende plannen voor een verbouwing werden door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed echter niet goedgekeurd. In 2014 droeg de heer De Pundert Het Witte Kasteel over aan de dorpsgemeenschap van Loon op Zand. De Stichting Het Witte Kasteel heeft met de hulp van een zestigtal vrijwilligers het gebouw met bijgebouwen en tuinen gerestaureerd. Sindsdien fungeert het als exclusieve trouwlocatie en worden er kleine concerten en exposities gehouden.
Bronnen
Becx, E. e.a., Kastelengids van Noord-Brabant, Utrecht, 1999.