Halverwege de achttiende eeuw is hier kennelijk weinig of niets meer van intact, want dan is er een plan om hier een nieuw verdedigingswerk te laten bouwen. Pas in 1794 wordt er bij de Twee Wielen in de Hoge Maasdijk een coupure of doorgraving gemaakt, waardoor het mogelijk moet worden het gebied rondom Heusden te inunderen. Deze coupure wordt beschermd door een aantal stukken geschut. Nadat verschillende coupures en houten kunstwerken versleten zijn, wordt in 1862 besloten om hier een permanente waterinlaat — een gemetselde inundatiesluis — te bouwen. Ter verdediging van die sluis wordt in de jaren 1860-1863 een klein fort gebouwd. In 1952 worden het fort en de inundatiesluis als vestingwerk opgeheven. De inundatiesluis heeft in 2002 een grondige restauratie ondergaan.
Algemene beschrijving
De sluis is een zogenaamde duikersluis met dubbele functie: uitwatering- en inundatiesluis. Het ligt in het dijklichaam en bestaat uit drie overwelfde kokers, elk 1m breed, afgedekt met een gewelf en met hefschuiven aan de binnen- en buitendijkse kant. De vloer van de kokers ligt op 0,175m +NAP. De kokers zijn onder het hoogste punt van het gewelf 3m hoog. De gewelven over de kokers zijn 0,34m dik. De afsluiting van elke koker bestaat uit twee rijen schuiven en vier rijen schotbalken. Schotbalken zijn houten balken die in sponningen in hardstenen muren worden geplaatst.
Bouwhistorie
Het bestek met de tekeningen is geheel bewaard gebleven. Aan de sluis is na de bouw in 1863, met uitzondering van de restauratie, niets meer gewijzigd. De sluis rust op 412 houten palen. Omdat de sluis in een waterkerend dijklichaam ligt, zijn onder de schuiven, tussen de palen twee rijen damwandplanken geslagen. Deze moeten ervoor zorgen dat er geen water onderdoor sijpelt. Over de palen zijn houten balken met een zwaluwstaartverbinding aangebracht. Hierdoor is een ligger ontstaan die tegen buiging door opwaartse waterdruk bestand is. Die waterdruk ontstaat wanneer een sluis is drooggezet. Over de ligger is een gemetselde ondervloer en een houten afwerkvloer aangebracht. Daardoor is een vloer ontstaan met een glad oppervlak die weinig weerstand biedt tegen het stromende water. De sluiskokers zijn gevormd door rechte zijmuren en aan de bovenzijde tongewelven. Het geheel is afgedekt met enkele lagen metselwerk. In de sluiskokers zijn (3x2=6) hefschuiven aangebracht van dubbel opgedekte planken die met heugelstangen kunnen worden bewogen. Een heugelstang is een rechthoekige staaf met aan één zijde een vertanding, waarin in een tandwielkast een tandwiel loopt om de hefschuif te bewegen. De schotbalksponningen, schuifstijlen en de uiteinden van de metselwerken zijn gemaakt van blauwe hardsteen.
Geschiedenis en functie
De sluis is een van de restanten van de Brabantse Waterlinie en vanaf 1874 van de Zuiderwaterlinie. De functie van de sluis is geweest om in oorlogstijd het Bovenland van Heusden te kunnen inunderen. Daartoe worden de stroomafwaarts gelegen Doeverense en Elshoutse sluizen in de Elshoutse Zeedijk door middel van schotbalken gesloten. Het gevolg was dat het peil van het ingelaten water op de landerijen van het Bovenland van Heusden langzaam steeg en, naar gelang van de waterstand in de Maas, het inundatiepeil werd bereikt.
Het naastgelegen fort is nog geheel aanwezig en had als taak de sluis te verdedigen. In 1886 werd het fort (en dus ook de sluis) geclassificeerd tot vestingwerk van geen klasse, waarmee het in feite zijn status van verdedigingswerk verloor. Bij Koninklijk Besluit van 9 oktober 1952, Staatsblad nr. 495, werd het fort met bijbehorende sluis als vestingwerk opgeheven. Beide zijn toen overgegaan naar de Dienst der Domeinen. Later kwam deze dienst met het toenmalige Waterschap overeen dat zij het onderhoud van de sluis moest gaan verzorgen, vanwege de ligging in een secundaire waterkering. De Hoge Maasdijk was namelijk bij de aanleg van de Bergse Maas van 1900 tot 1904 een secundaire waterkering geworden.
Sinds 1993 is de sluis een Rijksmonument. In 1999 heeft het Waterschap de bouwkundige staat laten onderzoeken en tevens een begroting laten opstellen van de restauratiekosten.
Restauratie
De restauratie is voor een belangrijk deel mogelijk geworden dankzij 50% subsidie uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland van de EU. De overige 50% zijn bijgedragen door de gemeente Heusden, de voormalige Rijksdienst voor Monumentenzorg en het voormalige Waterschap De Maaskant. De schade aan het metselwerk was veel dieper doorgedrongen dan bij eerdere inspecties was verwacht. De jarenlange indringing van water en vorst en aanhoudende plantengroei hebben de onderlinge samenhang van het metselwerk tot zeer grote diepte verstoord. De mortel tussen de stenen was helemaal verteerd en de stenen zaten los. Om de schade effectief te neutraliseren was het noodzakelijk om veel meer metselwerk te herstellen dan in het bestek was begroot. Er is gekozen voor een sobere en doelmatige restauratie waarbij de kwaliteit van het geheel voorop stond.
Bestemming na de restauratie
Naast de cultuurhistorische waarde heeft de inundatiesluis ook een belangrijke ecologische betekenis. De sluis is een onderdeel van het functiegebied ‘waternatuur’ dat rond de Hedikhuizense Maas ligt. Via de sluis is faunamigratie door de Hoge Maasdijk mogelijk. Het kadastrale perceel waarop de sluis ligt (tussen de Hedikhuizense Maas en het fort) is door het Waterschap gekocht van de Dienst der Domeinen. Daardoor kon dit gebied als ecologische verbindingszone worden ingericht en de functie ‘waternatuur’ worden ingevuld. Het waterschap De Maaskant heeft een inrichtingsplan gemaakt om de sluis als stapsteen in de ecologische verbindingszone Hedikhuizense Maas te laten functioneren. Een stapsteen is een klein leefgebied binnen het aaneengesloten lint dat de ecologische verbindingszone vormt. Hierbij is rekening gehouden met ecologie, cultuurhistorie, recreatie en waterhuishouding. De sluis vormt een verbinding tussen de natuurgebieden Hooibroeken, Eendenkooi, Haarsteegsewiel en de polder Ham aan de ene kant en het stroomgebied van de Hedikhuizense Maas aan de andere kant van de Hoge Maasdijk.
De sluis maakt nu deel uit van een gebied van enkele hectaren groot waarin de volgende onderdelen zijn gerealiseerd: het graven van een poel, het verbeteren van dekkingsmogelijkheden voor kleine zoogdieren, het aanleggen van een waterloop door de sluis, een faunapassage en een voortplantingszone voor vissen. Daarnaast het verbeteren en aanplanten van gebiedseigen vegetatie en tenslotte het plaatsen van een informatiebord om de recreant de sluis te laten ontdekken.
Bronnen