De restauratie van Heusden

LuchtfotoHeusden2015jeroenKomen

Heusden in 2015 vanuit de lucht. (Foto: Jeroen Komen, Wikimedia Commons)

Na de Tweede Wereldoorlog begon het puinruimen. Maar wat is puin... en wat is erfgoed?

Voor de Tweede Wereldoorlog was Heusden een ingeslapen en verwaarloosd stadje. Zowel de vestingwerken als de historische stadsbebouwing waren sterk in verval. Het laatste oorlogsjaar liet vervolgens een enorme ravage achter. Op 5 november 1944 ging het laatgotische stadhuis tegelijk met de toren van de hervormde kerk verloren. Ook werden tientallen woonhuizen ernstig beschadigd of zelfs volledig in puin gelegd.

Restauratie van de Nederlands hervormde kerk in Heusden 1952 (bron: Rijksdienst voor het Cultureer Erfgoed)

Restauratie van de hervormde kerk in Heusden 1952. (Foto: G. Delemarre, 1952, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Door gebrek aan middelen en bouwmaterialen in het verarmde en leeggeroofde Nederland, duurde het enige tijd voordat de wederopbouw echt goed op gang kon komen. Misschien is dit wel de redding van het historisch karakter van Heusden geweest. Zowel de gemeenteraad als de meeste inwoners van Heusden hadden weinig op met het monumentale karakter van hun stad. Het stond alleen maar de vooruitgang in de weg, zo meenden zij. Wilde Heusden zijn kracht hervinden, dan was een radicale breuk met de geschiedenis onvermijdelijk. Er moest daarom maar eens stevig opruiming gehouden worden onder de erfenis van het verleden.

Dat idee leefde overigens bepaald niet alleen in Heusden. Overal in Brabant en eigenlijk in heel Nederland kregen gemeentebesturen eind jaren vijftig, begin jaren zestig het gevoel dat de tijd was aangebroken voor grootse plannen. Het leidde tot een dadendrang die met de kracht van een tornado door tal van dorps- en stadskernen raasde en die achteraf bezien veel ellende heeft aangericht.

Historische gebouwen aan de Vismarkt in Heusden (foto: G. Lanting)

Historische gebouwen aan de Vismarkt in Heusden. (Foto: G. Lanting, 2011, Wikimedia Commons)

In Heusden waren herhaaldelijk pleidooien te horen van de gemeenteraad of van de ondernemersvereniging Heusdens belang om de eeuwenoude vestingwerken te slechten. In 1961 keurde de raad het saneringsplan goed, dat de weg moest vrijmaken voor verkeersdoorbraken en het verleggen van rooilijnen, voor grootschalige sloop en de bouw van flats binnen de vesting. Stuk voor stuk maatregelen die Heusden voorgoed van zijn historische schoonheid en daarmee van zijn identiteit beroofd zouden hebben.

Alleen omdat Rijk en Provincie de plannen dwarsboomden, op aandringen van onder meer de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de Bond Heemschut en de stichting Menno van Coehoorn, bleef Heusden deze ramp bespaard. De felle kritiek van buitenstaanders op de moderniseringsplannen deed de Heusdenaren uiteindelijk beseffen dat het historische karakter van hun stad eerder een verborgen kracht was dan een belemmering.

Stadswallen van Heusden in 1964 (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Stadswallen van Heusden in 1964. (Foto: Gerard Dukker, 1964, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Pas toen Monumentenzorg en andere instanties, onder wie de Provincie en Rijkswaterstaat, in 1968 een begin maakten met de restauratie van de stadswallen, sloeg de stemming geheel om. De nieuw-benoemde burgemeester Gerard Scholten (1933) ondersteunde de herstelplannen van harte. Onder zijn leiding werd de restauratie – en gedeeltelijke reconstructie − van de stadsbebouwing binnen de vesting met groot enthousiasme en met ongekende voortvarendheid aangepakt. In het denken over de betekenis van cultureel erfgoed had zich in korte tijd een ware revolutie voltrokken.

 

Bronnen

Van den Eerenbeemt, H. (red.), Geschiedenis van Noord-Brabant, deel 3: Dynamiek en expansie, Amsterdam/Meppel, 1997.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 290.