Lambert Smetsers vertrekt in maart 1937 naar Spanje om daar in de burgeroorlog te vechten tegen Franco (1892-1975). Hij dient in de 11de Internationale Brigade (1ste bataljon). In de lijst van Gustav Szinda, een oud-Spanjestrijder die voor de Komintern talloze namen uit de administratie van de Internationale Brigades van een beoordeling voorzag, wordt Smetsers een doorsnee soldaat genoemd en beoordeeld als weinig standvastig, hij laat zich te veel door de omstandigheden beïnvloeden.
Eenmaal deserteert Lambert waarop hij weer naar zijn eenheid wordt teruggebracht, blijkbaar omdat men over zijn kwaliteiten als militair toch tevreden (genoeg) is. Smetsers onderneemt deze poging in april 1938 samen met Sjef Doedee (1917-1942), zo zal hij dat immers in december 1939 samen met Joep Bruyelle (1906-1945) verklaren bij de Tilburgse gemeentepolitie. Waar Lambert Smetsers in de kraag wordt gegrepen is de vlucht van Doedee wel succesvol. Voor politieke zaken toont Lambert geen belangstelling, hij is dan ook niet als zodanig actief.
Lambert behoort tot de groep Spanjestrijders die in december 1938, na de ontbinding van de Internationale Brigade, per trein terug gaat naar Nederland. Dit gebeurt onder officiële begeleiding van de Nederlandse overheid. Op 5 december komt de groep aan in Roosendaal, waar de mannen te horen krijgen dat ze hun Nederlandse nationaliteit hebben verloren. Wat er in en na afloop van de oorlog van Smetsers is geworden is niet bekend.
Bronnen
Regionaal Archief Tilburg
Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.77.