Auteur: Patrick Timmermans

Salomon Diamant

Geboortedatum: | Sterfdatum:

heldhaftig dokter

/beeld/personen/Brab bio 6_DIAMANT_afb Stadsarchief DB-Fotopersbureau Het Zuiden_ER.jpg

Dr. Salomon Diamant achter zijn bureau, 1931 (Foto: Persbureau 'Het Zuiden', 's-Hertogenbosch, Collectie Stadsarchief 's-Hertogenbosch).

Salomon Diamant werd op 2 juli 1881 te Amsterdam geboren als zoon van Benjamin Abraham Diamant, van beroep winkelbediende, geboren in 1837, en Pauline Cohen-Katz. Hij was gehuwd met Martha Paulina de Vries, die in 1882 was geboren. Salomon Diamant is overleden op 18 maart 1958 te 's-Hertogenbosch.

Nadat hij de H.B.S. met glans doorlopen had, ging Salomon medicijnen studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Op 2 februari 1906 legde hij hier zijn artsexamen af en nog diezelfde maand vestigde de 24-jarige dokter Diamant zich als huisarts in Hoek van Holland. Hier trouwde hij met Martha de Vries.

 

Scheepsramp

Zijn patiënten waarschuwden hem dat er zich elk jaar wel een kleine of grote scheepsramp voordeed voor de kust van Hoek van Holland. De dokter was dan ook al lang blij, toen er bijna een jaar verstreken was zonder dat hij bij een reddingsactie had hoeven te assisteren. Op 21 februari 1907 kwam de voorspelling echter toch uit. Tijdens een zware noordwesterstorm sloeg het stoomschip 'Berlin' op de zuidelijke pier van de Nieuwe Waterweg en brak doormidden.

Het schip, een 94 meter lange veerboot die in 1894 in opdracht van de Engelse Great Eastern Railways Society was gebouwd, was juist uit Harwich aangekomen. De slapende passagiers werden verrast door een hels gekraak en massa's kolkend water. Onder de opvarenden waren veel Duitsers, waaronder ook een bekend operagezelschap dat enkele dagen tevoren was opgetreden in Covent Garden in Londen. Bij deze ramp vonden 126 mensen de dood. Vele drenkelingen konden echter door de helpers van het Rode Kruis aan wal worden gebracht.

Tijdens de reddingsoperatie speelde dokter Diamant een voorname rol. Hij verleende directe hulp aan de slachtoffers, richtte vlakbij zijn huis in het hotel American een noodhospitaal in en riep de bevolking via de kranten op tot het sturen van dekens en kleding. Volgens de berichten in de pers van die dagen redde Salomon Diamant met inzet van "heel zijn wezen en wetenschap", gedreven door een bovenmenselijke kracht en zonder ook maar één minuut te rusten, tientallen mensenlevens.

In juli 1907 werd deze "Held van Hoek van Holland" benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en in 1908 ontving hij ook van de Duitse regering een onderscheiding voor zijn heldendaad. Wijs geworden door de chaotische en geïmproviseerde organisatie van de reddingswerkzaamheden in Hoek van Holland richtte dokter Diamant kort na de ramp de Vereniging voor Hulp bij Ongelukken bij Scheepsrampen op; jarenlang was hij haar voorzitter en tevens de inspirator van de verschillende rampenplannen.

scheepsramp.png

Het schip 'Berlin' dat verging bij Hoek van Holland op een ansichtkaart. (Bron: P.F. van den Ende, 1907, Wikimedia Commons)

 

Verder in Brabant 

Op 19 mei 1910 verhuisde Salomon Diamant samen met zijn vrouw en zijn dochtertje Cato Paulina Martha (Do), geboren op 7 februari 1908 in 's Gravenlande, naar 's-Hertogenbosch, waar hij naar alle waarschijnlijkheid de praktijk overnam van dokter M. de Wolf, die naar Den Haag was vertrokken. Het gezin Diamant nam zijn intrek in een woning in de Postelstraat.

In Den Bosch kreeg dokter Diamant het drukker dan ooit. Naast huisarts was hij van 1910 tot 1952 ook schoolarts aan de Nutsschool. Verder was hij op grond van zijn verdiensten als mensenredder van 1910 tot 1922 de voorzitter van de Bossche Reddingsbrigade en lid van de Bond voor Redding van Drenkelingen.

Bovendien bekleedde hij het voorzitterschap van de afdeling 's-Hertogenbosch van de Vereniging Eerste Hulp bij Ongelukken. Hiernaast voerde dokter Diamant als gewaardeerd medicus enkele jaren het secretariaat van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst, afdeling 's-Hertogenbosch.

Gelukkig vond Salomon Diamant ook nog tijd voor zijn gezin, dat op 30 november 1913 met de tweeling Bernadina Paulina (Dien) en Paula Bernadina (Lien) werd uitgebreid. De familie woonde toen in de Orthenstraat 53, tegenover de fabriek van De Gruyter. Na de mobilisatie van 1914-1918, toen hij als commandant bij de transporttroepen diende, verhuisde dokter Diamant zijn huisartsenpraktijk naar de Oranje-Nassaulaan 27, op de hoek van de Colveniersstraat. In deze jaren was hij ook verbonden aan het Protestants Ziekenhuis, dat in 1914 op het voormalige bastion Vught was gebouwd. Hier startte hij rond 1925 een röntgenafdeling.

 

Dokter voor de Katholieken

In de jaren '30 kreeg Diamant als huisarts steeds meer patiënten uit gegoede katholieke kringen. De katholieke kerk had als richtlijn gesteld dat bij complicaties bij zwangerschapppen en bevallingen het kind altijd de prioriteit boven de moeder had. Voor vrouwen die zich een particuliere verloskundige konden veroorloven, bood de joodse dokter Diamant uitkomst want hij was niet gebonden aan de katholieke instructies.

Vrijzinnig als hij was, zou hij - volgens mensen die hem nog hebben gekend - de katholieke moeders na de zoveelste bevalling het liefst voor zes weken het klooster in hebben gestuurd, zodat ze eindelijk eens een tijdje rust hadden. Menigmaal moet hij hen hebben aangeraden het kaarsje, dat bij de Zoete Lieve Vrouwe van 's-Hertogenbosch was opstoken voor een rijke kinderschare, nu toch maar eens uit te blazen.

Dokter Diamant was bij zijn patiënten zeer geliefd, omdat hij als een "goeie en bekwame" huisarts bekend stond. Menigeen herinnert zich nog "de dokter met de baard", die met zijn fiets, zijn brommer en later zijn Morris, vaak vergezeld van zijn hondje, op huisbezoek ging. Hij was een erudiet man die beschikte over een imposante bibliotheek, maar ook een groot charmeur die affaires met verschillende vrouwen had, waarvan er één tot een langdurige relatie leidde. Dit zou uiteindelijk de aanleiding geven tot de scheiding van zijn vrouw.

 

Oorlogstijd

De Duitse bezetting van ons land betekende ook voor de joodse Salomon Diamant een moeilijke tijd. In 1941 deed hij afstand van de bevoegdheid tot uitoefening van zijn beroep, maar de Bossche burgemeester Van Lanschot verplichtte hem om waar en wanneer hij kon medische bijstand te verlenen. In juli 1942 kreeg dokter Diamant dan ook een Ausweis waardoor hij ondanks de ingestelde avondklok 's avonds na acht uur nog de straat op mocht.

Lang heeft dit niet geduurd, want in hetzelfde jaar nog werd hij naar Westerbork gedeporteerd. Vanwege zijn Duitse onderscheiding uit 1908 mocht hij na een poosje weer naar huis. In maart 1943 volgde de internering op de Scheffelaer in Barneveld, een kamp voor joden die een 'bijzondere bescherming' genoten.

Vandaaruit ging dokter Diamant naar Theresienstadt in Tsjechië. Vandaag de dag doet nog steeds het onbevestigde verhaal de ronde, dat toen de dokter op transport werd gesteld voor een van de vernietigingskampen, dit door de overlevenden van de ramp met de 'Berlin' werd verhinderd: zij hadden hun redder herkend. Zo zou dokter Salomon Diamant de oorlog hebben overleefd.

 

De wederopbouw 

Na de oorlog was dokter Diamant, hoewel zelf geen streng joods gelovige, een van de stuwende krachten achter de wederopbouw van de Joodse Gemeente in 's-Hertogenbosch. In 1910 had hij al de afdeling Noord-Brabant van de Nederlandsche Zionistenbond opgericht en was hij als secretaris actief gebleven. Verder was hij al in 1938 tot voorzitter van de Joodse Gemeente gekozen als opvolger van Emanuel de Groot. In 1946 werd dokter Diamant voorzitter van de nieuwe Joodse Kerkenraad en het dagelijks kerkbestuur, voorzitter van het joods genootschap 'Tomeck Daliem' en voorzitter van het Ressortale bestuur van Noord-Brabant en Zeeland.

Bovendien was hij actief als bestuurslid van de centrale commissie van het Nederlands-Israëlisch Kerkgenootschap in Amsterdam en was hij voorzitter van het Armenbestuur van de Nederlands-Israëlische Gemeente. Samen met mensen als tandarts B. Spiero en S. Topel zorgde dokter Diamant voor een heropleving van de Joodse Gemeente in 's-Hertogenbosch, zodat de synagoge in 1947 opnieuw ingezegend kon worden.

Bij zijn gouden ambtsjubileum op 2 februari 1956 kon dokter Salomon Diamant terugkijken op een vruchtbaar leven. Op 3 februari werd hij bevorderd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau en velen waren aanwezig bij zijn huldiging. Dokter Diamant kreeg als blijk van waardering voor zijn staat van dienst een radio en een pick-up aangeboden met een bedrag onder couvert voor de aanschaf van grammofoonplaten. Lang heeft hij hiervan echter niet kunnen genieten, want kort na zijn jubileum overleed hij plotseling op 76-jarige leeftijd. 'Sol' Diamant werd te ruste gelegd op de joodse begraafplaats in Vught.

joodsevught.png

De Joodse begraafplaats in Vught. (Foto: Janssenfrank, 2009, Wikimedia Commons)

Dokter Salomon Diamant heeft tijdens zijn leven menigmaal het voortouw genomen: in 1907 bij de ramp in Hoek van Holland, in de jaren '20 met zijn röntgenapparaat, in de jaren '30 als huisarts van katholieke vrouwen en ten slotte in de jaren na de oorlog bij de wederopbouw van de Joodse Gemeente in 's-Hertogenbosch. Dokter Diamant kon volgens een van zijn patiënten bijzonder tegendraads en eigenwijs zijn. Maar misschien is het juist aan deze eigenzinnigheid te danken, dat hij zoveel voor de maatschappij heeft kunnen doen.

 

Bronnen

Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Knipselverzameling genealogieën: dr. Diamant.

Stadsarchief 's-Hertogenbosch, Archief van de Joodse Gemeente 1790-1973, verschillende stukken.

Het Huisgezin, Provinciale Noord-Brabantse Courant, zaterdag 4 februari 1956 en maandag 6 februari 1956.

Wie is dat? Biografische gegevens van Nederlanders die een vooraanstaande plaats in het maatschappelijk leven innemen, Den Haag, 1956, 138.

Interview met mevrouw A.M. Timmermans-Goedmakers (†), 's-Hertogenbosch. 


Dit artikel verscheen eerder in: J. Brouwers e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noord-Brabanders. Deel 6, 's-Hertogenbosch, 2003.