Op 13 januari 1943 werd het concentratiekamp Vught in gebruik genomen, dat was gebouwd met geroofd Joods kapitaal. De eerste gevangenen werden meteen ingeschakeld bij de verdere bouw van het kamp. Dat was namelijk nog niet klaar: er was nog geen keuken, veel barakken hadden nog geen ramen en er was geen goede drinkwatervoorziening. De beroerde omstandigheden kostten in de eerste vier maanden 209 gevangenen het leven.
Kamp Vught was niet slechts gevangenkamp voor politieke tegenstanders maar ook "Judendurchgangslager", van waaruit Joden werden gedeporteerd naar Westerbork en naar de vernietigingskampen in het oosten. In totaal zouden 31.000 gevangenen hier voor korte of langere tijd verblijven. Van hen overleden in Vught ten minste 749 personen.
Twee gebeurtenissen in het bijzonder zullen voor altijd met de geschiedenis van Kamp Vught verbonden blijven. De eerste is het bunkerdrama. In januari 1944 protesteerden enkele vrouwen tegen de opsluiting van één van hen in de kampgevangenis, ‘de bunker’. Om hen daarvoor te straffen liet de kampcommandant zoveel mogelijk gevangenen in één cel opsluiten. Maar liefst 74 werden zo bij elkaar gepropt op een oppervlak van 9 vierkante meter. Ventilatie was er nauwelijks. Toen na een lange nacht de deur weer open ging, bleken tien vrouwen te zijn bezweken.
Een half jaar eerder hadden zich hartverscheurende taferelen voorgedaan toen de Duitsers bepaalden dat alle kinderen uit het kamp moesten vertrekken. Op 6 juni werden de kinderen van 0 tot 3 jaar gedeporteerd met hun moeders, een dag later de kinderen van vier tot zestien met hun vader of hun moeder. In totaal werden zo twaalfhonderdnegenzestig Joodse kinderen weggevoerd. Niet naar een kinderkamp in de buurt, zoals in het vooruitzicht was gesteld, maar naar Westerbork. Vandaar werden ze een dag later naar Sobibor in Polen gevoerd, waar ze vrijwel onmiddellijk na aankomst zijn vermoord.
Toen in de herfst van 1944 de geallieerden naderden, werden de laatste gevangenen -meer dan drieduizend - op 5 en 6 september met twee grote transporten weggevoerd naar Duitsland. Kort tevoren waren 318 gevangenen, voornamelijk verzetsmensen, geëxecuteerd. Nadien werden in het kamp Duitse evacués ondergebracht, en ook NSB’ers en collaborateurs. Nog later diende Kamp Vught voor de opvang van Zuid-Molukkers. Nu is op het terrein een Nationaal Monument ingericht.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 248.