Bij Veghel gaat het mis

De Peel-Raamstelling liep van Grave tot Weert: een defensieve lijn van rivieren, kanalen en kazematten die Noord-Brabant van Limburg scheidde. Het gebied rondom Odiliapeel werd verdedigd door jongens uit Hegelsom, Horst, Deurne en America. Vanaf augustus 1939 waren ze onder de wapenen. Onder hen waren Toon Geurts en zijn schoolvriend Hendrik Beelen.

Ze kennen elkaar goed, Toon en Hendrik. Als buurjongens in hun geboortedorp Hegelsom raken ze bevriend en samen zijn ze in 1930 al dienstplichtig. Tien jaar later vechten ze samen voor hun land.

 

De onhoudbare linie

Op 9 mei 1940 wordt de angst werkelijkheid: Duitsland valt aan. Het Duitse leger is enkele kilometers verderop per trein het land binnengedrongen. De Peellinie blijkt onhoudbaar.

De Duitsers verspreiden zich snel. Ook vliegtuigen komen de grens over en Toon, Hendrik en de rest van de soldaten van het 2e bataljon moeten zich terugtrekken, naar de Zuid-Willemsvaart. "Een van de weinige dingen die we nog konden doen was op de vliegtuigen te schieten." Hiermee begint voor Toon Geurts, gemobiliseerd soldaat uit Hegelsom, een terugtocht die zich kenmerkt door verwarring, tegenslag en angst.

CR0300 Toon Geurts 3

Toon Geurts uit Hegelsom, als gemobiliseerd soldaat. (Bron: z.j., privébezit familie Geurts)

Alle rechten voorbehouden

De brug bij Veghel

De terugtocht loopt door Veghel, waar de soldaten opdracht krijgen de bruggen over de Aa op te blazen. Het doel is om de Duitse opmars te vertragen. Haast is geboden: de Duitsers zitten hen op de hielen en schieten op de Nederlanders die zich terugtrekken over de velden. Hendrik wordt geraakt in zijn helm. Het is echter een schampschot en Hendrik zal de strijd overleven.

Dat lot is niet iedereen beschoren: in de vroege ochtend van 11 mei trekt het bataljon terug over de met springstof "geloaien" Aa-brug in Veghel. Terwijl Toon samen met een kameraad de kar met mitrailleur bedient en het vuur van de Duitsers beantwoordt, rennen de laatste militairen over de brug. Het bevel tot ontploffing wordt gegeven, een aantal seconden te vroeg.

Door de knal springen de ruiten van de woonhuizen rondom de brug. Leidingen breken en gevels barsten. Soldaat Johan Beurskens staat nog op de brug. Als het stof is opgetrokken en de ravage zichtbaar wordt, kan er geen twijfel over bestaan: soldaat Beurskens heeft het niet overleefd. Op 29-jarige leeftijd wordt hij slachtoffer van de terugtocht. Een gruwelijk einde dat Toon tot op late leeftijd zal bijblijven.

CR0300 Toon Geurts 2

Toon Geurts (links) samen met andere gemobiliseerde soldaten. (Bron: z.j., privébezit familie Geurts)

Alle rechten voorbehouden

De boot gemist

Tijd om bij het verlies stil te staan is er niet: per vrachtwagen gaat de terugtocht verder naar Zeeland. Toon wil bij Hendrik op de wagen, maar een sergeant pikt zijn plek in. "Neem jij die fiets maar." Vanuit Vlissingen nemen Hendrik en anderen de boot naar Engeland, maar Toon komt te laat. Hij sluit zich aan bij andere militairen en trekt een nieuw uniform aan.

En dan komt het bericht dat Nederland heeft gecapituleerd. Na twee weken als krijgsgevangene te zijn vastgehouden, wordt Toon naar huis gestuurd. Nederland is bezet. Toon zal zijn vriend Hendrik niet meer zien tot na de oorlog.

In Odiliapeel komt in 1950 een monument voor de gevallenen van het bataljon. Johan Beurskens, de laatste man op de brug, staat als eerste genoemd. Iedere eerste zondag van mei marcheren de oudgedienden naar het monument. Toon Geurts is er tot zijn dood in 2007 ieder jaar bij. Zijn verhaal vertelt hij door aan zijn zoon en kleinzoon, nuchter en realistisch. "De gewone Duitse soldaten deden ook maar wat hun werd opgedragen. Eigenlijk hetzelfde als de Nederlandse soldaten."

 

Bronnen

Telefonisch interview met Hay Geurts, zoon van Toon Geurts.

Faessen, T. [kleinzoon van Toon Geurts], Tweede Wereldoorlog [werkstuk op basis van een interview], 15-06-2001.