Hoogrode koppen
In augustus staan er plotseling Duitse politieagenten aan de deur. Een zekere commandant Weber, vergezeld door twee sergeants. Ze komen een radio en een motor vorderen, laten ze Beks weten. "Die heb ik een jaar geleden al verkocht", liegt die met een stalen gezicht. Weber en zijn mannen geloven hem niet. Ze doorzoeken het hele huis, hoe langer hoe kwader: ze weten zeker dat er iets te vinden moet zijn. De drie slaan Jan Beks in de boeien, "met hoogrode koppen." Over de marktplaats gaan ze, richting het gemeentehuis.
In het gemeentehuis is intussen burgemeester Ed Steger aan het werk. Hij schrikt als hij Jan Beks in boeien ziet binnenkomen. Wat is er aan de hand? Hij spreekt kort met Weber. Dan, onder vier ogen, met zijn dorpsgenoot. Er is verraad in het spel, onthult Steger. Ontkennen heeft geen enkele zin, adviseert hij Beks met klem: "het is menens, vadertje. Besef dat." Als Beks wil voorkomen dat hij niet meer thuiskomt, kan hij het beste bekennen, bepleit Steger: "kies voor je gezin, of je verdwijnt voor onbepaalde tijd naar Kamp Vught." Beks neemt zijn besluit.
Melden
Terug in de Molenstraat laat Jan Beks de drie politiemannen zien waar de radio en de motor verborgen liggen. Die is hij kwijt. Weber neemt hem mee naar het politiebureau van Oirschot, waar overlegd wordt wat ze met hem aan moeten. Hij is nu immers staatsgefährlich. Het vonnis: vanaf nu moet hij zich iedere week melden bij de Ortskommandantur in Eindhoven, om ervoor te zorgen dat hij zich voortaan wel aan de regels houdt. Maar Jan Beks is ‘vrij’ om terug te keren naar zijn gezin.
Jan Beks en zijn gezin kwamen de bezetting op dit incident na ongeschonden door. Beks was bekend en geliefd in Oirschot. Hij was niet alleen vanwege zijn werk als architect nauw betrokken bij het dorp, maar ook vanwege zijn sociale belangstelling. Toen hij in 1953 door een ongeval overleed, was dat een grote schok voor de inwoners van Oirschot.
Deze tekst is gebaseerd op een interview met Hans Beks, de jongste zoon van Jan Beks, door Jan Kuijpers. Dat interview verscheen eerder in De Uitstraling.