Ossendrechtse polderjongens
Anton Musters werd geboren op 10 december 1914 in het West-Duitse plaatsje Dülmen in Noordrijn Westfalen, als derde kind van Louis Musters en Isabella Wierckx. Louis werkte als landarbeider in Ossendrecht, maar het werkaanbod was aan het begin van de twintigste eeuw beperkt. De polders rondom Ossendrecht waren gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw grotendeels ontgonnen, waardoor er aan het begin van de twintigste eeuw voor veel zogenaamde "polderjongens" te weinig werk voorhanden was.
Een aantal Duitse baggerbedrijven en bedrijven, gespecialiseerd in grondwerken, waren op zoek naar ervaren grondwerkers voor projecten in Duitsland en vonden die onder meer in West-Brabant. Aangezien de salarissen goed waren, besloten de ouders van Anton in 1907 met hun twee jaar oude zoon Janus te emigreren naar Duitsland. Hier kreeg Louis een baan als locomotiefmachinist bij de Rheinlandse Sandwerke AG uit Düsseldorf en droeg Isabella zorg voor de ‘keet’ en de andere verblijven, verleende hand- en spandiensten en kookte voor de arbeiders. Tijdens hun verblijf in Duitsland werden nog twee kinderen geboren: dochter Elisabeth in 1912 en zoon Anton in 1914.
Onder invloed van toenemende politieke spanningen aan het begin van de Eerste Wereldoorlog keerde de familie Musters in 1915 terug naar Nederland, dat neutraal was. Ze vestigden zich wederom in Ossendrecht, waar in 1918 hun vierde kind werd geboren: Louis.
Opleiding
De drie zonen van de familie Musters kozen uiteindelijk allemaal voor een carrière binnen de katholieke kerk. Anton doorliep vlot de lagere school en volgde, net als zijn oudere broer Janus, een opleiding aan het seminarie Sint-Gabriël in Haastrecht.
Na het kleinseminarie deed Anton in 1934 in Gent zijn intrede bij de Augustijner orde en nam de priesternaam Anselmus aan. Hij volgde in Gent een gedeelte van zijn studies theologie en filosofie en vertrok in 1937 naar Rome om te studeren aan de pauselijke universiteit. Na in 1940 zijn studies succesvol te hebben afgerond, werd hij op 25 mei 1940 tot priester gewijd in de kerk St. Ignatius van Loyola. Vervolgens promoveerde hij op 18 juni 1942 op de suprematie van de Maagd Maria, met zijn proefschrift getiteld La souveraineté de la Vierge.
Britse krijgsgevangenen op Italiaanse bodem
In de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was de situatie in Rome niet bedreigend. Mussolini droomde van een herstel van het Romeinse Rijk en het Italiaanse leger begon in 1940 met de oorlog in Noord-Afrika. De opmars richting Egypte werd door het Engelse leger tot staan gebracht en Duitsland schoot Italië te hulp. Veel Engelse soldaten werden door het Italiaanse leger gevangen genomen en overgebracht naar krijgsgevangenkampen in Italië.
Een van de krijgsgevangenkampen, met voornamelijk Engelse krijgsgevangenen (POWs), lag bij het plaatsje Montereale. Anselmus kwam hier voor het eerst in aanraking met de POWs en probeerde ontsnapte gevangenen te helpen. Zo gaf hij hen eten, regelde schuiladressen en gaf instructies over hoe men het beste terug kon vluchten naar veilig gebied.
De Rome Escape Line
Rond Kerstmis 1942 kwam Anselmus in contact met de Ierse monseigneur Hugh O’Flaherty (1898-1963). O’Flaherty leidde vanuit het Vaticaan een verzetsorganisatie, genaamd The Rome Escape Line, die gedurende de oorlog ca. 6500 mensen heeft geholpen. De organisatie had als doel met name Joodse vluchtelingen en Engelse POWs weg te sluizen uit gebieden die werden geregeerd door asmogendheden (het Derde Rijk, Italië en Japan). Vanuit de organisatie werden op grote schaal onderduikadressen, geld, valse papieren, kleding en voedsel geregeld. Ook Joodse vluchtelingen werden op veilige locaties in Rome ondergebracht, waaronder kloosters en kerken, maar ook huizen van Italiaanse gezinnen.
Binnen het netwerk was onder andere ook de Engelse majoor Sam Derry (1914-1996) actief, die zelf als krijgsgevangene ontsnapt was en de militaire strateeg van de organisatie was. Daarnaast was hij verantwoordelijk voor de veiligheid van de belangrijkste leden in de organisatie. Om hun identiteit verborgen te houden, werden de leden van de Rome Escape Line allemaal voorzien van een schuilnaam. Zo kwam O’Flaherty bekend te staan als ‘Golf’, Anselmus als ‘Dutchpa’ en Derry zelf als ‘Patrick’.
Het werk van de Rome Escape Line werd aanzienlijk bemoeilijkt door een regime-wijziging. Nadat Mussolini op 25 juli 1943 was afgezet, werd Italië door Duitsland bezet. Gedurende de bezetting werd onder meer een afdeling van de Gestapo, onder leiding van Herbert Kappler (1907-1978), in Rome opgezet. De Gestapo ontdekte al snel het bestaan van de Rome Escape Line, maar kon een aantal kopstukken niet arresteren, aangezien Vaticaans grondgebied neutraal terrein was.
Deze ongewenste aandacht van de Gestapo zorgde ervoor dat de Rome Escape Line haar werk voorzichtiger ging doen. Zo werd er door onder meer O`Flaherty gebruik gemaakt van listen en verkleedpartijen om uit handen te blijven van de Gestapo. Daarnaast verzekerden de leden van de Line zich ervan dat ze geen tastbare lijsten met namen of adressen met zich mee droegen, zodat, mochten ze worden opgepakt, er in eerste instantie niets was wat hen kon verbinden aan de illegale activiteiten.
Diplomatieke rel
In de namiddag van 1 mei 1944 had Anselmus een onderduikadres bezocht. Hij stapte uit tram 16 op het plein voor de Santa Maria Maggiore, om vandaar met de bus verder te gaan. Op weg naar de bus werd hij gevolgd door een SS’er in burger. Deze hield hem staande onder bedreiging van een revolver. Anselmus probeerde richting de kerk te manoeuvreren; op zo’n druk plein zou de agent hem niet durven neerschieten en de kerk behoorde tot Vaticaans grondgebied.
Er ontstond een vechtpartij waarbij Anselmus gewond raakte. Uiteindelijk werd hij door een Palatijnse gardist (in dienst van het Vaticaan) in de basiliek in veiligheid gebracht. Hij leek veilig, maar nauwelijks een kwartier later drongen zwaarbewapende SS’ers het gebouw binnen, arresteerden Anselmus en brachten hem over naar het Gestapo hoofdkwartier aan de Via Tasso, dat bekend stond om zijn beruchte gevangenis en gevreesde folterkamers. De mensen van de Rome Escape Line rekenden niet meer op hem: er werd zelfs al een uitvaartmis voor hem opgedragen. De arrestatie van Anselmus op Vaticaans grondgebied leidde tot een diplomatieke rel. Vrijwel direct traden het Vaticaan en de Duitsers met elkaar in overleg, maar zonder concrete resultaten voor Anselmus zelf.
Een uitgebreid verslag van de diplomatieke bewegingen en onderhandelingen tussen het Vaticaanse Staatssecretariaat, de Duitse ambassade en de nazi’s, is recent beschreven door Johan Ickx in hoofdstuk 16 van zijn boek Le Bureau, les Juifs de Pie XII. Een Nederlandse vertaling van dit hoofdstuk is ook te lezen.
Gevangene van de Gestapo
De SS’ers probeerden met alle middelen informatie uit hem te krijgen. Wat volgde waren series ondervragingen, gericht op het lichamelijk en geestelijk breken van de gevangene. Ondanks hardhandige verhoormethodes en marteling bleef Anselmus zwijgen.
De Gestapo gaf na enkele weken de ondervragingen van Anselmus op, aangezien er toch geen bruikbare informatie uit voortvloeide. Na een verblijf in een cel werd hij op 3 juni 1944 op transport gesteld naar een concentratiekamp in Duitsland.
Tijdens dit transport werden de gevangenen voor een nacht ondergebracht in een gebouw in Florence. Daar liet Anselmus zich door een klein raampje naar beneden vallen, om via een balkon (en met hulp van een Italiaanse vrouw) te ontsnappen. Vervolgens keerde hij via San Gimignano weer terug naar Rome, dat inmiddels bevrijd was door de geallieerden.
Ridder en professor
Na zijn terugkeer uit gevangenschap kreeg Anselmus een bevoorrechte status; een soort vrijgeleide om te doen wat hij nodig vond. Daarnaast werd zijn werk voor de Rome Escape Line erkend door zowel de Britse als de Italiaanse overheid: hij werd benoemd tot Ridder van de Orde van de Italiaanse Kroon en tot Member of the Order of the British Empire.
In 1945 werd Anselmus tevens benoemd tot professor in de dogmatiek aan het seminarie te Gent. In november 1945 droeg hij zijn eerste Heilige Mis op in Ossendrecht, samen met zijn twee priesterbroers Janus en Louis.
Zwitsers leven
Anselmus werkte tot 1950 in Gent. Toen werd hij ernstig ziek en kreeg chronische gezondheidsproblemen. Om die reden werd hij in 1950 benoemd tot kapelaan in de Zwitserse plaats Mendrisio, gelegen in het kanton Ticino. Anselmus zou vier jaar in Mendrisio zijn kerkelijke taken uitoefenen. In 1954 werd hij overgeplaatst naar Lugano.
Hij was in die plaatsen kapelaan en deed daar veel aan educatie en jongerenwerk, getuige de contacten die hij had met leveranciers van educatieve films. Hij hield lezingen en organiseerde conferenties over uiteenlopende theologische en kerkelijke onderwerpen.
Een Duitse oude dag
In 1957 werd Anselmus, na een kort verblijf in Gent, benoemd in de West-Duitse plaats Wanne-Eickel St. Marien. Hij kreeg de opdracht een pastorale studie te maken over de situatie van de zielzorg in het Ruhrgebied, die hij in 1959 succesvol afrondde. Vervolgens werd hij benoemd tot studentenpastor in Dortmund en doceerde aan verschillende scholen voor hoger onderwijs in Dortmund.
Dit lesgeven zou hij vijftien jaar lang met veel plezier doen tot in 1974 gezondheidsklachten hem noodzaakten te stoppen. Hij werd benoemd als pastoor in Werl-Sönnern, waar hij heel actief was in het jeugdwerk en tot zijn overlijden werkzaam bleef als prediker. Twaalf jaar later, op vrijdag 22 augustus 1986, overleed hij en op dinsdag 26 augustus 1986 werd Anton Anselmus Musters begraven in zijn laatste standplaats Werl-Sönnern.
Bronnen
Ickx, J., Le Bureau, les Juifs de Pie XII, Parijs, 2020.
Musters O.E.S.A., A. A. Jonge Bloei. Gedichten: met een korte biografie en familieherinneringen, Tilburg, 2016. In zijn nalatenschap zat een groot aantal geschreven en getypte documenten waaronder gedichten.
Meer over Anselmus Musters is te vinden op: https://anselmus-musters.jouwweb.nl/.
Zijn gedichten zijn te vinden op CuBra: http://www.cubra.nl/poezie/anselmusmusters/index.htm
Deze persoon komt voor in Brabantse Helden, een tv-serie geproduceerd door Eendracht Films en Erfgoed Brabant voor Omroep Brabant.