Hulp aan landgenoten
Ondertussen wordt in Paula’s vaderland de Joodse bevolking steeds meer in het nauw gedreven. Tijdens Kristallnacht (november 1938) is Paula’s broer in het dorp Gemen ooggetuige van de tegen de Joden gerichte terreur. Ontzet over deze gebeurtenissen besluit hij zijn Joodse landgenoten te helpen. Hij smokkelt ze de grens over bij Winterswijk, van waaruit ze verder worden geholpen. Onder andere door Paula en Arnold, die de Joodse vluchtelingen in hun huis opvangen.
10 mei 1940, het Duitse leger valt Nederland binnen. Juist op dat moment bieden Paula en Arnold onderdak aan een Joods echtpaar. Ze besluiten door te zetten en nemen een pater uit Uden, die als evacué in Veghel woont, in vertrouwen. Ook hij besluit, met angst in het hart, om hulp te bieden. Een Veghelse ondergrondse is geboren.
Bonenkaffee
Steeds meer vluchtelingen melden zich in Arnolds boekwinkeltje. Ze worden door leden van het verzet naar de winkel gebracht, waar ze ogenschijnlijk als klant in de boeken neuzen. Als de kust veilig is, brengt Arnold ze vliegensvlug naar de zolder. In de etalage wordt een beeldje van een kaboutertje tussen de boeken geplaatst: signaal voor de pater dat er een onderduikadres gevonden moet worden.
Voor de buitenwereld houdt Paula intussen de schijn op. Ze ontvangt Duitse soldaten in haar keuken, om Duits met ze te keuvelen, te schaken, kaarten en Bonenkaffee te drinken. Eén verdieping hoger, op zolder, staat een drukpers om persoonsbewijzen te vervalsen en schuilen Joden die nog op andere plekken ondergebracht moeten worden. Een zenuwslopende toestand, waaraan pas met de bevrijding van Veghel op 17 september 1944 een einde komt.
Was ‘de Badkaat’ te vertrouwen?
Het schijnbaar innige contact met de bezetters levert Paula tijdens en na de oorlog scheve blikken op van Veghelse bevolking. Maar weinig inwoners van Veghel weten van de ondergrondse activiteiten van de Van Hoogenhoffs en sommigen zijn van mening dat zij zich na de bevrijding onterecht ‘naar voren werpen’ als verzetsmensen. Pas als de getuigenissen van onderduikers en gastgezinnen mondjesmaat loskomen, wordt het voor de buitenwereld duidelijk wat zich heeft afgespeeld in Arnolds boekwinkeltje: twintig Joodse kinderen en vijftien volwassenen overleven de oorlog door de hulp van het ondergrondse netwerk van Paula en Arnold.
Arnolds boekwinkeltje bestond tot 1971, waarna het onopvallende pandje onder de sloophamer verdween. Paula was nog lange tijd een vertrouwde verschijning als de Badkaat van het gemeentezwembad. In 1984 ontvingen Paula Pottgiesser en haar man het verzetsherdenkingskruis voor hun heldendaden.
Bronnen
Dit verhaal is tot stand gekomen met dank aan Rolf Vonk, Bernard Vissers en Henk van der Voort van Heemkundekring Vehchele
Govers, F., Corridor naar het verleden, Hapert, 1983.
Twinning Media, "4 mei, de ZIJkant van de oorlog", 2017 [video].