De Demer in Eindhoven

De Demer in Eindhoven (foto: Johan Bakker)

De Demer in Eindhoven. (Foto: Johan Bakker, 2017, Wikimedia Commons)

Noord-Brabant had voor zijn bevrijding in de herfst van 1944 een hoge prijs moeten betalen. Door de wekenlange gevechten was op veel plaatsen onnoemelijke schade aangericht. Het herstel van de materiële schade aan gebouwen vergde jaren en leidde op veel plaatsen tot een radicaal nieuw straatbeeld of stadsgezicht.

Zo ook in Eindhoven, waar de Demer een karakteristiek voorbeeld vormt van de naoorlogse wederopbouw van Brabant. Deze belangrijke winkelstraat met zijn vooroorlogse bebouwing was op 6 december 1942 weggevaagd bij het 'Sinterklaasbombardement'. Dit bombardement van de Britse luchtmacht was gericht op de nabijgelegen Philipsfabrieken om de productie van radiobuizen voor de Duitse Wehrmacht te stoppen.

Wederopbouw van de binnenstad van Eindhoven na WO II, geconcretiseerd in de renovatie van winkelcentrum "De Demer". Puinhopen uit de oorlog, aangevuld met slooppuin, worden symbolisch afgevoerd door burgemeester Kolfschoten en een stoet verklede zakenlieden. (Bron: Polygoon-Profilti, 1 augustus 1953, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid)

Nog tijdens de oorlog waren er plannen gemaakt voor de wederopbouw, maar daar was niets van terechtgekomen. Enkele jaren lang lag hier een kale, troosteloze vlakte. Pas in oktober 1949 ging de schop de grond in voor de herbouw van de winkelstraat. Eindhoven had grote-stadsambities. Het streefde ernaar het centrum om te vormen tot een echte ‘city’, zoals het toen heette, waarbij aan winkels, kantoren en verkeer meer ruimte werd geboden dan aan wonen.

Om dit te bereiken gingen in het centrum bij de wederopbouw meer panden tegen de vlakte dan bij de dertien bombardementen op de stad in de oorlogsjaren verloren waren gegaan. De Demer werd een meter of tien verschoven naar het oosten, nagenoeg rechtgetrokken en anderhalf keer zo breed gemaakt. De winkels kregen bredere gevels aan de straat en werden aan de achterzijde ontsloten door een distributiehof.

Maar alle stedenbouwkundige vernieuwingen ten spijt had architect Jan van der Laan (1896-1966), de opsteller en de supervisor van het Wederopbouwplan, toch niet een radicale keuze voor het modernisme willen maken. De Demer bood met zijn individuele panden een eigentijds, maar toch ook een traditioneel aanzien. Het tekent de overheersende invloed van de katholiek georiënteerde Delftse School in de naoorlogse architectuur in Brabant tijdens de wederopbouw.

 

Bronnen

Michels, J., Architectuur en stedenbouw in Noord-Brabant 1850-1940, Zwolle/Zeist, 1993.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

Van den Bomen, T., De vierkante meter. Een Eindhovense geschiedenis 1934-1959, Amsterdam, 2004.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 254.