Thema

Kruistochten en kruisgewelven

In de middeleeuwen was het christendom alomtegenwoordig. Door het hele hertogdom verrezen kerken, kloosters en religieuze orden.

Kerken en kloosters

mariakerkjeoisrschot.png

Het romaanse Mariakerkje te Oirschot. (Foto: Johan Bakker, 2014, Wikimedia Commons)

De grote invloed van het christendom was duidelijk te zien in het landschap. Zo werd de bestuurlijke indeling van de kerk in parochies op het platteland zichtbaar door de bouw van vele dorpskerkjes. De allereerste kerken waren waarschijnlijk van hout gemaakt. Tegenwoordig zijn die niet meer zichtbaar. Vanaf de elfde en twaalfde eeuw begon men stenen kerken te bouwen. Deze kerken werden opgetrokken in de romaanse stijl. Ze hadden kleine ramen en dikke muren, omdat die het gewicht van het dak moesten kunnen dragen. Aan de buitenkant hadden de kerken weinig versieringen, binnenin zag de gelovige plafonds in de vorm van een halve cirkel en het dak werd gedragen door rondbogen.

De eerste stenen kerkjes zien er voor huidige toeschouwers misschien eenvoudig uit, maar voor tijdgenoten waren dit bijzondere gebouwen. Met het vertrek van de Romeinen was die kennis in Brabant verloren gegaan. Daardoor was er alleen natuursteen voorhanden, dat van ver moest worden gehaald en daardoor erg kostbaar was. De kunst van het baksteenbakken werd pas rond 1200 herontdekt. Voorbeelden van de eerste stenen kerken in Brabant zijn te vinden in de Maaskant bij Oss.

Religieuze kunst en architectuur

Vanaf de vroege twaalfde eeuw begon de eerdere romaanse bouwstijl te veranderen. Gotische elementen verschenen in het Romaanse vormenpatroon. Door de toepassing van nieuwe technieken als spitsbogen en kruisribgewelven konden kerken hoger worden, met meer ruimte voor glas in lood en dus meer licht in het interieur. De Europese gotiek had een regionale variant in het gebied van het hertogdom, namelijk de Brabantse gotiek. De kerken die gebouwd zijn in deze stijl onderscheiden zich door het gebruik van lichtgetinte natuursteen en veel details.

De Sint-Pieterskerk in Leuven, de kathedraal van Sint-Michiel in Brussel en de Grote Kerk van Breda zijn sprekende voorbeelden van de gotische stijl. De Kempen kende een eigen variant van de gotiek die in de vijftiende eeuw opkwam. In tegenstelling tot de Brabantse gotiek maakt de Kempense variant veel gebruik van baksteen en zogenaamde ‘speklagen’, een afwisseling tussen rode en witte stenen. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in dorpen als Hilvarenbeek, Oirschot en Lage Mierde.

kerkies.png

Links: de Sint-Petrusbasiliek in Oirschot. Rechts: de Grote Kerk te Breda. (Foto's: Fnorp, Wikimedia Commons)

Niet alleen het uiterlijk van de kerken was versierd. Veel middeleeuwse kunstenaars maakten hun werken in opdracht van kerken en kloosters, bijvoorbeeld de rijkbewerkte monstrans uit de Martinuskerk in Cuijk en het tafelblad van de abdij van Berne. Ook Brabants bekendste middeleeuwse kunstenaar Jeroen van Aken, beter bekend als Jheronimus Bosch, liet zich inspireren door de christelijke geloofsleer. Zijn schilderij van de Tuin der lusten geeft een fascinerende kijk op laatmiddeleeuwse denkbeelden over zonde, het paradijs en de hel.

Soldaten van God

In de middeleeuwen leidde de drang om het geloof te verspreiden tot kruistochten. Deze religieuze militaire ondernemingen hadden het doel om de bewoners van niet-christelijke gebieden ‒ met harde hand ‒ te bekeren. De bekendste kruistochten gingen naar het het Heilige Land om Jeruzalem in te nemen. Ook Brabantse edellieden als hertog Hendrik I (ca. 1165-1235) gingen mee. De kruistochten leidden tot de oprichting van ridderordes: militaire christelijke organisaties die edellieden onder andere oprichtten om hun geloofsgenoten tijdens pelgrimstochten bij te staan. Zo ontstond in 1189 bijvoorbeeld de Duitse Orde.

Valentijn Klotz, Gezicht op het kasteel te Gemert, 1675, Rijksmuseum

Het kasteel van Gemert. (Valentijn Klotz, 1675, Rijksmuseum)

Alle rechten voorbehouden

Er is een sterke link tussen Brabant en de Duitse Orde. In Gemert had de orde bijvoorbeeld veel bezittingen, doordat de edelman Rutger van Gemert zijn nalatenschap in 1220 aan de Orde op had gedragen. Dat leidde tot een complexe situatie: Gemert bestond een tijdje uit twee delen. Een deel viel onder de Duitse Orde en een ander deel onder een heer. Pas vanaf 1366 kwam Gemert volledig in handen van de Duitse Orde en vanaf 1391 kreeg commandeur Henric Reynart van Husen toestemming voor de bouw van een kasteel, dat nog steeds te zien is. De Duitse Orde heerste soeverein in Gemert. Het was onafhankelijk gebied, tot de komst van de Fransen in 1794. Ook in Vught had de Orde een vestiging.

Dagelijks leven

In het hertogdom Brabant was het christendom doorgedrongen in alle takken van de samenleving, zelfs in het dagelijks leven van de Brabantse burger en boer. Voor de ‘gewone gelovigen’ op het Brabantse platteland betekende dit intensieve deelname aan het geloofsleven van de lokale parochie. Iedere nieuwe stap in het leven ‒ geboorte, adolescentie, huwelijk, dood ‒ werd met de kerk gevierd of herdacht. Ook het toenemende belang van de wekelijkse communie, in het begin van de dertiende eeuw, zorgde ervoor dat de kerk terrein won. Pas in 1517 veranderde dit, toen de Duitse monnik Luther met een pamflet de wereldgeschiedenis op zijn kop zette.  

 

Bronnen

Aarts, B., “Het kasteel en haar (bouw-)orde”, in: Gemerts Heem (nr. 3, 1986), 65-89.

Hezenmans, J., De Commanderij der Duitse Orde te Vught, met een aanhangsel over die te Gemert, ‘s-Hertogenbosch, 1887, 102.

Mol, J., Vechten, bidden en verplegen: opstellen over de ridderorden in de Noordelijke Nederlanden, Hilversum, 2011.

Sonnemans, G. e.a., Blikken op Brabant; De canon van Nederland in Noord-Brabants perspectief, ‘s-Hertogenbosch, 2012.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Van Oudheusden, J., Verhalen van Brabant; Geschiedenis en erfgoed in tien tijdvakken, ‘s-Hertogenbosch, 2015.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

Otten, A., en J. Timmers, "Gemert, vorstendom, vorsten en banieren", Gemerts Heem, (nr. 64, februari 2020).

Draag bij aan Brabants erfgoed!

Wil je een verhaal delen? Vul hieronder je gegevens in, en geef kort aan wat je zou willen bijdragen. De redactie neemt dan contact met je op.