Auteur: Wouter Loeff

Hendrik I van Brabant

Geboortedatum: | Sterfdatum:

Kruisvaarder, stedenstichter, hertog

Rijksmuseum, Hendrik I

Hendrik I, door Pieter de Jode, uit J. Meyssens, Les effigies des souverains princes et ducs de Brabant avec leur chronologie, armes et devises, Antwerpen 1661. (Bron: Rijksmuseum)

Hendrik I van Brabant (1165-1235) heerst 52 jaar over het hertogdom Brabant. In zijn leven knecht hij Holland, leidt hij een kruistocht en sticht hij steden. Tijdgenoten noemen hem ‘de krijgszuchtige’.

Hendrik komt in Leuven ter wereld als zoon van Godfried III, hertog van Lotharingen (1140-1190) en diens eerste vrouw Margaretha van Limburg (1165-1235). Op veertienjarige leeftijd trouwt Hendrik met Mathilde van Boulogne (1170-1210) te Antwerpen. Zij krijgen zeven kinderen, waaronder Hendrik II van Brabant (1207-1248) en Maria van Brabant (1189/90-1260). In 1213 hertrouwt Hendrik I met Maria van Frankrijk (1198-1224).

Jonge jaren

Godfried stoomt zijn zoon al vroeg klaar voor het hertogsambt. Dat blijkt uit de eerste vermelding die we van Hendrik hebben, een akte uit 1173. Vader Godfried doneert in dat jaar aan de priorij van Basse-Wavre, en Hendrik was daarvan getuige. De hertog-in-de-dop geniet zijn opleiding waarschijnlijk in het klooster Bonne-Espérance in het huidige België. De abt prijst de werkhouding en discipline van zijn leerling. Hij drukte hem op het hart altijd dankbaar te zijn voor de opleiding.

Later vertrouwt Godfried zijn zoon toe aan de graaf van Vlaanderen, Filips van de Elzas (1142-1191). Die is destijds een van de machtigste mannen van het Franse koninkrijk, waartoe Vlaanderen dan behoort. Onder de vleugels van meesterstrateeg Filips maakt Hendrik kennis met internationale politiek. Zo neemt Filips hem in 1179 mee op een bedevaartstocht naar Canterbury.

Op eigen benen

Waarschijnlijk is op die reis het toekomstige huwelijk van Hendrik met Mathilda van Boulogne besproken. In 1179 trouwt Hendrik met Mathilde. Als huwelijksgift krijgt Hendrik van zijn vader titels, waaronder de zeggenschap over Brussel en het gebied tussen de rivier de Zenne (ten westen van Brussel) en het graafschap Vlaanderen. Zo kan de toekomstige hertog alvast oefenen.

In 1183 vertrekt Godfried op kruistocht en laat hij zijn zoon Hendrik achter om het hertogdom te besturen. Een jaar eerder wordt Hendrik voor het eerst hertog van Brabant genoemd door de aartsbisschop van Keulen, (Kienast, 404). Ook kroniekschrijver Gislebert van Bergen duidt Hendrik zo aan. Waarom er op dat moment een nieuwe titel verschijnt is niet duidelijk. Maar Hendrik draagt zijn hertogstitel met trots en zal dat heel zijn regeerperiode doen. Zijn vader blijft ook hertog, maar dan van Lotharingen. Hij beoogt een geleidelijke overdracht van macht.

 

Gefnuikte ambities

Als hertog van Brabant probeert Hendrik de gebieden die theoretisch onder het hertogdom Lotharingen vallen, ook daadwerkelijk te onderwerpen. Een van die gebieden is het graafschap Henegouwen. Al in zijn jeugd strijdt Hendrik met de graaf. Zo steelt hij zijn pantser tijdens een toernooi in 1182. Als Hendrik ouder wordt, steunt hij Hendrik de Blinde in zijn strijd tegen Boudewijn IV van Henegouwen om het graafschap Namen, maar daar delft zijn kandidaat het onderspit.

Om de overwinning te formaliseren, reist Boudewijn in 1190 naar een bijeenkomst in Swäbisch Hall. Hij wil rechtstreeks onder het gezag van de keizer te vallen. Deze is ontvankelijk voor de argumenten van de graaf, erkent zijn veroveringen en verheft hem zelfs tot prins. Voor Hendrik is dat een flinke klap. In de middeleeuwen draaide alles om status, en hier werd de jonge hertog ten overstaan van de belangrijkste prinsen uit het Heilig Roomse Rijk te kijk gezet.

Vanaf dat moment is Hendriks gezag alleen geldig in de gebieden die rechtstreeks van hem afhankelijk zijn. Daarmee verliest de titel ‘Hertog van Lotheringen’ zijn functie. Toch is het maar de vraag wat de impact van Swäbisch Hall op Hendrik is. Na 1190 grijpt hij bijna iedere mogelijkheid aan om de gebieden te onderwerpen die onder het gezag van Lotharingen vallen. Ook in zijn uitingen blijft hij zich ‘Hertog van Lotharingen’ noemen.

Zegel Hendrik I

Een tekening van de zegel van hertog Hendrik I. Op het schild staat het wapen van het hertogdom. (Bron: P. F. X. de Ram, Notice sur les sceaux des comtes de Louvain et des ducs de Brabant (976-1430), 1852)

Heilige oorlog?

Een jaar later doet zich een grote kans voor. De bisschop van Luik komt te overlijden en Hendriks broer Albert neemt de mantel van hem over. Daarmee zet hij zijn rivaal, de graaf van Henegouwen, een hak. Die zag liever zijn eigen kandidaat regeren in Luik. De hertog lijkt met zijn broer als bisschop een bondgenoot rijker te zijn, maar de keizer Hendrik VI laat hem vermoorden. Dat gaat veel heersers te ver. Met Hendrik als leider komen ze in opstand. Er wordt zelfs gesproken van ‘keizer Hendrik’ maar zover komt het niet. De keizer en de hertog verzoenen zich met elkaar. Sterker nog, in 1196 bevestigt de keizer dat het graafschap Gelderland onder het gezag van Henrik valt.

Een jaar later trekt Hendrik naar het Heilige Land om deel te nemen aan de ‘Duitse Kruistocht’. Een leger bestaande uit Duitse bisschoppen, hertogen en graven roept Hendrik zelfs uit tot tijdelijke leider. Met succes, want onder zijn leiding veroveren ze Beiroet. Maar wanneer de keizer overlijdt voordat hij voet zet in het Heilige Land, kiest Hendrik eieren voor zijn geld en keert hij terug. Zo kan hij bij zijn nieuwe heer snel zijn rechten bevestigd krijgen.

Hendrik I op kruistocht. Brabantsche Yeesten

Hertog Hendrik I van Brabant (1165-1235) op kruistocht. (Jan van Boendale, Brabantsche Yeesten, 15e eeuw, Koninklijke Bibliotheek Brussel)

Herstel van Lotharingen

In 1202 vallen de graven van Holland en Gelderland het hertogdom binnen en plunderen de net gestichte stad 's-Hertogenbosch. Hendrik achtervolgt de twee en brengt ze een verpletterende nederlaag toe. Hij dwingt de graaf van Holland zijn gezag te erkennen en maakt hem tot zijn leenman. Daardoor herstelt Hendrik het noordelijke gezag van de oude titel hertog van Lotharingen.

In het zuiden voert Hendrik oorlog tegen de bisschop van Luik over een erfeniskwestie. Op 3 mei 1212 marcheren zijn troepen zonder serieuze weerstand de bisschopsstad binnen. Zijn mannen slaan aan het plunderen. Volgens de kroniek van Sint-Truiden wordt het altaar van de Sint Lambertus met ´mensenbloed bezoedeld´ (5. 1212). Met hun zakken vol kerkelijk goud reizen de troepen onder leiding van Hendrik terug naar Brabant.

 

Nieuwe vernederingen

De woedende bisschop excommuniceert de hertog en brengt een leger op de been. Hendrik schrikt en opent de vredesbesprekingen. Hij belooft dat hij alle schade herstelt en in de kerk van Sint-Lambertus op zijn knieën zal smeken om vergiffenis. Hij breekt zijn woord, omdat hij zich met de hulp van de Franse koning, zijn nieuwe schoonvader, onaantastbaar voelt. In 1213 verzamelt de bisschop echter zijn bondgenoten. Op 13 oktober, bij de heuvel van Steps, vlakbij Montenaken, moet Hendrik slag leveren. Hij verliest en moet de vernedering ondergaan.

Op blote voeten en met gebogen hoofd schuifelt hij de Sint-Lambertuskerk van Luik binnen. Onder toezicht van de bisschop, de clerus en het volk van het bisdom zakt Hendrik op zijn knieën en smeekt hij de heilige Lambertus om vergiffenis. De bisschop schenkt hem absolutie en Hendrik mag weer naar huis.

Hendrik I trekt Luik binnen

Hendrik I en zijn troepen plunderen Luik in 1212. (Jan van Boendale, Brabantsche Yeesten, 15e eeuw, Koninklijke Bibliotheek Brussel)

Oude leeuw

Wanneer Hendrik de vijftig nadert, neemt zijn krijgszucht af. De slag bij Bouvine (1214) is de laatste slag waar hij aan deelnam. Zijn zoon volgt hem op als legeraanvoerder in oorlogen tegen de bisschop van Keulen (1228, 1231), en de ketterse Stedingers die aan de monding van de Weser woonden (1234). In 1222 sluit hij een alliantie met de bisschop van Utrecht. Door huwelijkspolitiek gaat hij verbindingen aan met de graven van Holland en Gelderland, waardoor de noordgrens van het hertogdom stabiliseert. Met Luik komt er een blijvende vrede in 1227 en daarmee verdwijnt voor Hendrik de hoop om zijn macht nog verder uit te breiden.

Hendrik overlijdt op 5 september 1235 in Keulen. Hij is dan onderweg om de koning van Engeland zijn bruid te bezorgen. Voor de zeventigjarige hertog is die reis te zwaar. Oververmoeidheid maakt een einde aan zijn leven. Hij wordt in de Sint-Pieterskerk van Leuven begraven.

De dood van Hendrik I

De dood van Hendrik I. (Bron: Jan van Boendale, Brabantsche Yeesten, 15e eeuw, Koninklijke Bibliotheek Brussel)

Nalatenschap

Hendrik I is misschien de belangrijkste hertog van Brabant geweest. Tijdens zijn leven streefde hij ernaar om het gezag van de titel hertog van Lotharingen te herstellen. Het werd echter pijnlijk duidelijk dat de Lotharingse droom tot het verleden behoorde. Zijn invloed binnen het hertogdom was groot. Zo heeft hij verschillende steden stadsrechten of andere vrijheden geschonken, waaronder (vermoedelijk) ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven, Helmond, Oisterwijk, Sint-Oedenrode en Turnhout. Tevens droeg hij als eerste de titel ‘hertog van Brabant’ en het is Hendrik die de gouden leeuw op een zwart veld als wapen ging voeren.

 

Bronnen

Napran, L., Gislebert of Mons, Chronicle of Hainaut, Woodbridge, 2005, 80.

Anoniem, Kroniek van de abdij van Sint-Truiden deel 2 1138-1558, 1988.

Smets, G., Henri 1er duc de Brabant, Brussel, 1908.

Staes, J., "Hendrik I van Brabant. De Strijdvaardige", in: Het Gulden Vlies: 's-Hertogenbosch ten tijde van het 14e Kapittel van het Gulden Vlies, 1481, ‘s-Hertogenbosch, 1999.

Rutte, R., "Stedenpolitiek en stadsplanning door Hendrik I van Brabant", Noordbrabants Historisch Jaarboek deel 16, 's-Hertogenbosch, 1999, 9-32.

Kienast, W., Der Herzogtitel in Deutschland und Frankreich (9.-12. Jahrhundert), München, 1968, 404.

Bussels, M., "De betrekkingen tussen het hertogdom Brabant en het graafschap Loon", Brabants Heem, 1958, 50-64.

Wauters, A., "Henri Ier", in: Biographie Nationale IX, Brussel, 1886-1887, 105-123.

Baerten, J., "Bij een onopgemerkte 750ste verjaring: de politiek van hertog Hendrik I van Brabant (1190-1235)", Brabantse Folklore (nr. 253), 1987, 3-13.

Van Bussel, G., "De ochtendstond heeft geen mond : de verwerving van Helmond en de stichting van de stad als onderdeel van hertogelijke machtspolitiek, 1179-1241", De Vlasbloem, historisch jaarboek voor Helmond (nr. 10), Helmond, 1989, 31-50.

Hendriks, J., "De middeleeuwse stad Oisterwijk in het Hertogdom Brabant: een nederzetting zonder stedelingen", Kleine Meijerij (jrg. 34, nr. 3), 1992, 59-71.

Steurs, W. en Laarhoven, A., Het platteland van Noord-Brabant in de middeleeuwen: de stichting van de stad Oisterwijk door hertog Hendrik I, Helmond, 1992.

Gaier, C., "La bataille de Steppes 13 octobre 1213", in: Gaier, C., Armes et combats dans l’univers médiéval, Brussel, 1995, 15-25, 20.