Een van de beroemdste Nederlandse cartografen is Jacob van Deventer (1505 - 1576). We weten weinig van zijn jeugd, maar wat we wél weten is dat hij studeerde in het hertogdom Brabant, in Leuven. De eerste gedrukte kaart die er van Van Deventer bestaat, is van het hertogdom. Al gauw volgde er een serie andere gewesten.
De methode Van Deventer
De nauwkeurigheid van zijn kaarten was voor die tijd opvallend. Onderzoek door historici Bram Vannieuwenhuyze en Reinout Rutte heeft meer over de Van Deventer-methode aan het licht gebracht. Wat Van Deventer boven zijn tijdgenoten deed uitsteken, letterlijk, was waarschijnlijk het beklimmen van kerktorens. Daarnaast maakte hij als een van de eersten gebruik van de driehoeksmeting. Hierdoor kon hij relatief nauwkeurig zijn kaarten tekenen.
Erkenning volgde snel, want Karel de Vijfde (1500 - 1558) benoemde hem tot keizerlijk geograaf. Ook koning Filips II (1527 - 1598) nam hem in dienst. Uit die periode stammen de stedenkaarten. Waarom ze werden getekend, is niet duidelijk. Vroeger nam men aan dat het zou gaan om militaire kaarten, gemaakt in opdracht van de Spaanse koning. De bovengenoemde historici betwijfelen dat. Van Deventer klopte zelf aan bij de koning, in plaats van andersom.
Door heel Europa
Na zijn dood werden de kaarten vergeten, om in de negentiende eeuw weer op te duiken. Van de drie delen zijn er slechts twee bewaard gebleven, en die bevinden zich in Madrid. Daardoor kun je de Noord-Brabantse steden Zevenbergen en Heusden tegenkomen in de Biblioteca Nacional de España.
Door heel Europa zijn varianten te vinden van kaarten. Dat kan gaan om kopieën, maar ook om de zogeheten minuut. Dat was een soort eerste versie. Van deze kaarten zijn er veel terug te vinden in provinciale collecties. Zo meldde de Arnhemsche Courant in 1867 trots dat de kaarten van de Gelderse steden waren aangekocht. Die van Noord-Brabant zijn in Brussel terecht gekomen. Het gaat om de kaarten van Megen, Geertruidenberg, Eindhoven, Helmond 's-Hertogenbosch en Bergen op Zoom.
Bronnen