De schaarse bronnen melden dat Mary Read rond 1685-1695 geboren werd in Engeland. Haar moeder, wier naam onbekend is, was getrouwd met een matroos en ze raakte zwanger van hem. Read werd in 1721 als pirate veroordeeld in Jamaica, waar ze even later zou sterven.
Nog voordat hun zoontje (zo bleek) geboren was moest de echtgenoot van de moeder van Read weer naar zee. Hij zou niet meer terugkeren van deze reis en volgens de belangrijkste bron die we over Read hebben, werd de moeder hierna zwanger van Mary: “(...) the mother, who was young and airy, met with an accident, which has often happened to women who are young, and do not take a great deal of care” (Johnson, 157). Mary was dus een buitenechtelijk kind.
Om te verbergen dat ze zwanger was, verhuisde de moeder van Mary weg van de familie van haar man, samen met haar zoon. Hij stierf echter voordat hij een jaar oud was, kort gevolgd door de geboorte van Mary. Na enkele jaren was het geld van de moeder op. Ze besloot hierop de familie van haar man te misleiden door te doen alsof Mary haar zoon was en hen geld te vragen voor het levensonderhoud van het kind. Dit plan slaagde en voortaan ging Mary regelmatig door het leven als Mark.
Ze zou onder andere vanaf haar dertiende hebben gewerkt als loopjongen voor een Franse adellijke dame in Engeland, maar scheepte zich al snel in als matroos op een Brits oorlogsschip en werd later cadet in een Brits regiment in Vlaanderen. Op basis van de chronologie gaat het hier mogelijk om een onderdeel van het Britse leger dat in de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) vocht.
Omdat ze in dit regiment geen promotie kon maken tot officier (officiersposities werden veelal gekocht), stapte ze over naar een cavalerie-eenheid. Hier blonk ze uit in kracht en dapperheid, tot ze verliefd werd op een van haar mede-cavaleristen: “(...) and from that time, [she] grew a little more negligent in her duty, so that, it seems, Mars and Venus could not be served at the same time” (Johnson, 159). Ze maakte hem hierop duidelijk dat ze een vrouw was. Aan het einde van het campagneseizoen trouwden ze en namen ze ontslag.
Breda
Kennelijk waren Mary en haar man in de buurt van Brabant, want ze zouden een herberg hebben gekocht in de buurt van het kasteel van Breda, genaamd De Drie Hoefijzers. Het is verleidelijk te denken dat het hier om de brouwerij De Drie Hoefijzers gaat. Die is immers al sinds ca. 1538 actief in Breda én gevestigd in de buurt van het kasteel. Dit is echter niet het geval. Vanaf het midden van de zeventiende eeuw is het eigenaarschap van de brouwerij namelijk volledig te volgen in de archieven en nergens is hier een kandidaat voor Read te vinden.
De lopende oorlog legde het nieuwbakken echtpaar geen windeieren: de vele soldaten in de zuidelijke steden van de Republiek betekende dat veel dorstige kelen hun weg naar de herberg vonden. Het beëindigen van de oorlog en het overlijden van haar man dwongen Read weer als man dienst te nemen, in het leger van de Republiek ditmaal. De vrede van Rijswijk uit 1697 wordt hier vaak genoemd, maar het lijkt waarschijnlijker dat, mits de rest wel klopt, het om de Vrede van Utrecht uit 1713 gaat.
Ditmaal was het de vredestijd die haar plannen om promotie te maken blokkeerde en na een korte tijd ging ze aan boord van een schip naar ‘West-Indië’. Dit schip werd tegen het einde van de reis overvallen door piraten, waar Read zich bij aansloot. Uiteindelijk zou ze zo in de bemanning van kapitein Rackham en aan boord van de William terecht komen.
Proces en dood
In tegenstelling tot haar bemanningsleden bleef Read van de strop gespaard. Ze werden allen veroordeeld als piraten, maar omdat Read zwanger bleek, werd haar executie uitgesteld. Dit kwam vaker voor bij vrouwen die ter dood veroordeeld waren. Uiteindelijk zou ze in april 1721 in de gevangenis sterven. De voormalige Bredase herbergierster ligt begraven op een kerkhof in Jamaica.
A general history of the pyrates from their first settlement in the island of Providence, to the present time
Het meeste wat we weten over Read, en eigenlijk over alle piraten uit de zogenoemde 'Gouden eeuw van piraterij' (ca. de jaren 1650 tot 1720), is afkomstig uit A general history of the pyrates from their first settlement in the island of Providence, to the present time (1724), geschreven door ene Captain Charles Johnson. Wie deze kapitein precies was, is onbekend. Waarschijnlijk was het een broodschrijver uit Londen, die desalniettemin een affiniteit met het zeeleven lijkt te hebben gehad.
Bronnen voor het werk waren waarschijnlijk de transcripties en verslagen van rechtszaken tegen piraten die werden afgedrukt in de kranten in Engeland. Dat wil niet zeggen dat Johnson zomaar geloofd kan worden, om nog niet te spreken over de betrouwbaarheid van de verslagen in de kranten. Het werk staat immers vol van verhalen die naar alle waarschijnlijkheid wat romantischer en meeslepender gepresenteerd worden dan ze echt waren. Bovendien is de chronologie soms wat lastig te rijmen met de gebeurtenissen die Johnson in de tekst noemt.
In elk geval was A General History meteen een groot succes. Volgende drukken volgden elkaar al snel op. Zo werd in 1725 een Nederlandse vertaling uitgegeven. Het werk zou in elk geval nog eeuwen een belangrijke inspiratiebron blijven voor schrijvers en filmmakers. Johnson maakte zo van de twee vrouwen aan boord van de William, Anne Bonny (ca. 1697-?) en Mary Read, twee van de beroemdste vrouwelijke piraten in de geschiedenis, wier verhalen nog regelmatig aangepast werden aan de tijd.
Achttiende-eeuwse vrouwelijkheid bij Read
Deze aanpassingen begonnen al in de Nederlandse uitgave uit 1725. In Johnson’s oorspronkelijke werk toont de gravure voorafgaand aan de hoofdstukken over Beard en Bonny het tweetal staand op een strand, in mannenkleding, wapens paraat en met schepen op de achtergrond. De afbeelding in de Nederlandse versie was een variant hierop, maar nu was de mannenkleding ver genoeg ontknoopt om de borsten van de pirates te zien.
Dit lichaamsdeel speelt sowieso een grote rol in Johnson’s verhaal over Read. Het is namelijk telkens een glimps van haar borst die Read ‘verraadt’ als vrouw wanneer ze zich in mannenkleding hult. Soms doet ze dit in het verhaal zelf en soms gebeurt dit per ongeluk. Op deze manier benadrukt de borst als symbool de vrouwelijkheid van Read, met de bijbehorende toenmalige historische verwachtingen die bij een vrouw hoorden. De volwassen vrouw was immers in het Europa van de achttiende eeuw een moeder en echtgenote, onder de hoede van haar man, maar zeker geen pirate die in mannenkleren zelfstandig op avontuur trok.
Het telkens terugkomen van de ontblote borst als teken van Reads vrouwelijkheid benadrukt dus dat, hoewel ze er van alles aan doet om zich van haar vrouwelijkheid te onttrekken, hier vanwege haar biologische eigenschappen voor de achttiende-eeuwer geen ontsnappen aan is. In veel opzichten gedraagt ze zich als man, maar ze is en blijft een vrouw die niet kan ontsnappen aan haar zogenaamde ‘natuurlijke’ rol van moeder en echtgenote. In dit kader is het ook opvallend dat ze bij haar proces in Jamaica zwanger zou zijn.
Dat het bij uitstek de borst is die hier een grote rol speelt, is niet vreemd. In de loop van de achttiende eeuw ontstond namelijk een nieuw ideaal van vrouwelijkheid in de midden- en hogere klassen van Europa. Dit was de vrouw die zelf borstvoeding gaf aan haar vele gezonde kinderen, iets wat hiervoor met name in de hogere maatschappelijke klassen niet vanzelfsprekend was. Reads verhaal was interessant voor een groot publiek omdat ze zich aan deze opvatting van vrouwelijkheid onttrok, maar met het ontbloten van de borst in de Nederlandse uitgave moest vanaf het begin benadrukt worden dat dit een gedoemde strijd was.
Bronnen