Je vindt de aflevering op Spotify, Soundcloud, Apple Podcasts, of Stitcher.
Podcast - Gepubliceerd op
Het einde van een jaar is een uitstekend moment voor reflectie, zo dachten we met de redactie van Brabantserfgoed.nl. Hoofdredacteur Wouter Loeff en redacteuren Peer Verbruggen en Robin Hoeks kijken in deze aflevering ludiek terug op het jaar 2021 op Brabantserfgoed.nl. Samen, nouja 'samen', kiezen ze hun favoriete artikel en object op Brabantserfgoed.nl.
Je vindt de aflevering op Spotify, Soundcloud, Apple Podcasts, of Stitcher.
De meeste Brabantse dorpen kennen een…
In april 2021 haalde Cor Swanenberg herinneringen…
António Fernando de Almeida e Silva vertelde in…
In februari 2021 sprak Milton Vasilda met Peer…
Begin jaren ‘70 zetten zij voet aan de grond. De…
Voor de Maand van de Geschiedenis spraken Isaiah…
Voor de Maand van de Geschiedenis spraken Isaiah…
Het Brabantse boerenland heeft oude wortels.
In 2005 en 2012 verkozen Brabanders het woord…
In september sloot de attractie Monsieur…
Wouter: “Moet ik het muziekje dan ook aanzetten?”
Robin: “Haha, nee, doet maar niet. Gaan we gewoon beginnen!”
[Jazzmuziekje begint]
Robin: “Welkom bij de laatste aflevering van de Brabants Erfgoed Podcast. Helemaal in eindejaarsstijl hebben we besloten er een klein feestje van te maken. Tegenover mij zit dit keer geen gast uit het Brabantse historische veld om het over een bijzonder project of onderzoek te hebben, maar in plaats daarvan zit ik aan tafel met twee van mijn collega’s: Wouter Loeff, de hoofdredacteur van Brabantserfgoed.nl, en Peer Verbruggen, mijn collega-redacteur. Elk van ons heeft zijn favoriete artikel en object van dit jaar meegenomen en het ergste is dat elk van ons dankt dat hij gelijk heeft. Dus dat wordt interessant. Wouter en Peer: hoi allebei!”
Peer: “Goeiedag!”
Wouter: “Goeiedag!”
[Jazzmuziekje eindigt]
Robin: “Peer, laten we eens met jou beginnen. Wat is je favoriete artikel van dit jaar?”
Peer: “Nou, mijn favoriete artikel van dit jaar gaat over de Brabantse oude akkers en het is geschreven door Jan Timmers. Het gaat over het ontstaan van de landbouw, hoe de landbouwgronden in Brabant gebruikt werden. Brabant was heel nat in de middeleeuwen, daarom gingen ze op een gegeven moment op dekzandplateaus wonen. In de twaalfde eeuw hebben ze meer grond nodig en gaan ze meer grond ontginnen. Maar wat mensen ook zien, is dat akkers opgehoogd worden met mest, die blijven ze bemesten, en dat akkers langzaamaan steeds hoger komen te liggen in verhouding met bijvoorbeeld de wegen. Het mooie aan dit artikel is dat er zo veel in zit. Er zit in hoe bijvoorbeeld toponiemen van akkercomplexen nog steeds terugkomen, maar ook hoe je akkers in het landschap nog steeds terug kunt zien.”
Robin: “Hoe je die overblijfselen van dat proces nog steeds ziet?”
Peer: “Precies. Dat je het nog steeds kunt herkennen als je een rondje aan het wandelen bent buiten.”
Wouter: “Vond je het moeilijk om te kiezen?”
Peer: “Ja, er zijn zo ontzettend veel artikelen, maar deze sprong er voor mij wel bovenuit.”
Robin: “Het klonk bijna alsof je ging zeggen: het was kiezen tussen kinderen. Ze zijn allemaal heel goed, maar dit is mijn favoriet.”
[Gelag]
Wouter: “Ja, maar het kan ook zijn natuurlijk dat het een heel matig jaar is, dat het daarom moeilijk is om te kiezen. Dat kan natuurlijk ook.”
Peer: “Ja.”
Robin: “Dat het hele matige kinderen zijn.”
Wouter: “Nouja, ik weet niet waar die kinderwens ineen keer vandaan komt, Robin?”
[Gelag]
Robin: “Ik ook niet. Wouter, wat was jouw favoriete artikel?”
Wouter: “Mijn artikel bevindt zich ook wel in het genre van teksten over boeren en akkers. Dat is deels toevallig, want we hadden ook een maand gewijd hieraan…”
Robin: “Ik wou zeggen: dat is toch de ziel van Brabant?”
Wouter: “[lachend] De ziel van Brabant. Zo, dat vind ik wel heel zwaar aangezet. [Gelag]. Het is een artikel geschreven van Cor Swanenberg, de vader van onze bijna oud-collega Jos Swanenberg, mister Brabants. Cor Swanenberg schrijft over zijn jeugd. Hij is opgegroeid op de Nulandse Heide. Wat hij heel erg goed doet vind ik is dat, - ik denk dat er ook in heemkundebladen ook heel veel artikelen verschijnen over opgroeien in de jaren vijftig - in dit artikel niet per sé nostalgie het uitgangspunt is. Hij beschrijft best wel genuanceerd hoe het voor hem was en dat het superzwaar was, het leven daar. Dat hij weinig vrije tijd had. Dat hij op jonge leeftijd wel mee moest werken om de boerderij draaiend te houden. Dat vond ik heel erg interessant om te lezen omdat het heel anders is dan mijn jeugd. Ik had lekker veel vrije tijd en ik had heel veel ruimte om lekker te spelen. Mijn ouders hadden ook geen boerderij, dus dat scheelt natuurlijk.”
Robin: “Het scheelt ook dat je aanzienlijk jonger bent dan Cor, dat is niet onbelangrijk.”
[Gelag]
Wouter: “Ja ook dat. Ik ben in de jaren negentig opgegroeid. Natuurlijk hoogtijdagen qua vrije tijd. Maar goed, ik vond het heel erg interessant. Ook omdat hij de rollen bespreekt die zijn ouders in dat gezien hadden. Hij besteed ook tijd aan de rol van zijn moeder in het gezin, waarbij hij dus ook oog heeft voor het perspectief van de vrouw, wat soms ook wel eens ontbreekt in artikelen die we binnenkrijgen. Dat vind ik hier ook goed aan: hoe die moeder ook het gezin draaiende houdt en dat het een soort team effort is om te overleven, eigenlijk.”
Robin: “Ja, dat die moeder niet naar de achtergrond verdwijnt, zeg maar.”
Wouter: “Precies, ja.”
Robin: “In het schrijven erover, bedoel ik dan.”
Wouter: “Ja, ze is dus zowel moeder als boerin. Ze heeft verschillende rollen ook nog eens.”
Robin: “Ja precies, cool!”
Wouter: “Ja, dat was hem denk ik hé? Dan zijn we klaar! Het beste artikel.”
[Gelach]
Robin: “Wouter is zo overtuigd van zijn eigen gelijk! Vond jij het een goed jaar, dat is natuurlijk niet onbelangrijk voor de hoofdredacteur.”
Wouter: “Ja, zeker. Het was een interessant jaar. Nou, voor de wereld was het denk ik niet zo’n goed jaar vanwege de pandemie…”
Robin: “Ja laten we het daar niet over hebben.”
Wouter: “Maar voor Brabantserfgoed.nl was het zeker een goed jaar. We hebben ook meer bezoek gehad dan het jaar ervoor. Dat blijft toenemen, dat is denk ik goed om te zien. Ik vind ook inhoudelijk - maar ik ben benieuwd welk artikel jij hebt gekozen, Robin - qua artikelen een goed jaar. Best een grote diversiteit qua onderwerpen, daarom hebben Peer en ik ook allebei een artikel gekozen over boeren…”
Robin: “[lachend] Goddank ben ik er nog!”
Wouter: “Ja precies, misschien kunnen we beter nu even door naar jouw artikel, om toch iets van diversiteit te krijgen.”
Robin: “Ja, ik vond het superlastig, om dezelfde reden die jij noemt: dat het een heel divers jaar was en we ook echt wel heel verschillende dingen op hebben gehaald. Jullie noemen boerenleven, dat is natuurlijk een thema geweest, maar waar we ook veel mee bezig zijn geweest dit jaar is echt het opzoeken van diversiteit en de verhalen die we nog niet hebben. Uiteindelijk ben ik uitgekomen bij een handjevol artikelen waar ik een uiteindelijke keuze tussen heb gemaakt, maar dat waren allemaal thema’s als slavernijverleden, gastarbeiders, dat soort thematiek. De Maand van de Geschiedenis stond in het teken van ‘Aan het werk’ - wij hebben daar gastarbeiders van gemaakt. We hebben momenteel twee stagiairs die een onderzoek aan het doen zijn naar gastarbeiders, in hun geval Turkse en Marokkaanse gastarbeiders. Maar bij het ophalen voor de Maand van de Geschiedenis kwam er een getuigenis binnen bij me van een Portugese gastarbeider bij Vlisco in Helmond. De beste man heet António Fernando de Almeida e Silva. Die is totstandgekomen ook dankzij Giel van Hooff, die het contact heeft gelegd. Het is een getuigenis, dus het zijn echte herinneringen van António die we nu ontsloten hebben. Zelf wist ik eigenlijk überhaupt niet dat er Portugese gastarbeiders waren geweest. Dat er Spaanse waren geweest wist ik wel, maar de Portugese stonden minder op mijn radar. Op een hoger niveau vond ik het mooi omdat gastarbeiders echt wel een onderbelichte groep in de geschiedschrijving zijn nog. In heel veel geschiedenisboeken staat wel dat ze er waren, maar er staat weinig wat ze er zelf van vonden: hun eigen stem. Dat is nu natuurlijk met dit artikel wel echt het geval. Die getuigenis beslaat gewoon het hele leven van António in Nederland. Hij is uiteindelijk weer terug gegaan. Hij is gekomen in 1973 en is gaan werken bij Vlisco dus. Maar het vertelt ook over de valse voorwendselen waarmee ze naar Helmond zijn gehaald: dat het allemaal rooskleuriger werd voorgesteld dan het uiteindelijk bleek te zijn, maar ja, dan ben je ondertussen een paar duizend kilometer weg van je familie al…”
Wouter: “Heb je daar een voorbeeld van?”
Robin: “Er stond bijvoorbeeld iets in over het eten. Dat dat allemaal geregeld ging worden en dat bleek allemaal niet het geval te zijn. Toen kregen ze na heel veel aandringen een magnetron of een oventje ofzo om dingen klaar te maken, maar dat was ook niet best, dus toen zijn ze uiteindelijk maar zelf gaan koken. Die arbeidsvoorwaarden waren allemaal net even wat anders. Je leest ook de dingen die vaker in migrantengeschiedenissen terugkomen. Er staat in over zijn kinderen, die hij op een gegeven moment kreeg en die in Nederland opgroeiden voor een deel: in Portugal waren ze gewend om met Kerst cadeautjes te geven en in Nederland heb je dan Sinterklaas, waardoor die kinderen eigenlijk twee keer cadeautjes wilden hebben. Want zij zagen alle anderen op school met Sinterklaas cadeautjes krijgen. Dat was zo’n ingewikkelde botsing van culturen. En zoals ik zeg: we gaan verder met gastarbeiders als overkoepelend project…”
Wouter: “...Dus je hebt je eigen project gekozen?”
Robin: “Ja, dat klopt. Puur eigenbelang dit.
[Gelach]
Wouter: “Lekker dan!”
Robin: “Maar ik vond het heel mooi om gewoon te zien hoe zo’n gastarbeider dan zelf zijn leven beschrijft. Omdat het eigenlijk vaak is: er kwamen gastarbeiders en ze richtten aparte verenigingen op. Het is dan altijd een historicus die daarover schrijft en niet de gastarbeiders zelf die je daarover hoort.”
Peer: “Waarom specifiek deze gastarbeider? Want we hebben meer verhalen opgehaald afgelopen maanden.”
Robin: “Ja klopt. Dat zit hem erin dat het een Portugese was waar ik zelf niets vanaf wist. Dat het voor mij meer een verrassing was dat hij er was, zeg maar. Dat hij nog extra onderbelicht was.”
Wouter: “Schrijft hij ook over zijn moeder?”
Robin: “Schrijft hij ook over zijn moeder?”
Wouter: “Ja, mijn artikel…”
[Gelach]
Robin: “Is dit jouw voorwaarde voor het beste artikel? Is dat wat er aan de hand is?”
Wouter: “Nou ja, ik probeer me goed te informeren!”
Robin: “Nee, volgens mij schrijft hij niet over zijn moeder. En ook niet over het zware boerenleven op het Brabantse platteland.”
Wouter: “En speelt het zich af in de omgeving van Rosmalen?”
[Gelach]
Robin: “Zegt degene die lid is van de heemkundekring Rosmalen.”
Wouter: “Ja, sinds dit jaar. Ik ben er vorig jaar komen wonen.”
Robin: “Nee, Helmond, helaas.”
Wouter: “Nee, is goed, twee minpuntjes.”
Robin: “Het is ook niet nu nog terug te zien… Nou, Vlisco natuurlijk wel. Ik wou zeggen: het is niet nu nog terug te zien in de landbouwgronden van Brabant.”
Peer: “Wel in de Portugezen die je tegenkomt, dat moet ik je dan wel nageven. De Portugese gemeenschap in Nederland is er nog steeds. Maar de boerengemeenschap in Brabant is natuurlijk veel groter dan de Portugese, dus…”
Robin: “Kijk, daarom zitten wij hier, zodat het geen referendum is. Het is een soort juryberaad dit.”
Wouter: “Het is toch wel het jaar, ook in de politiek, dat de boeren een nadrukkelijker stem hebben gekregen.”
Robin: “Ja, dat klopt. Dat is waar. Ik wil eigenlijk zeggen: die boeren van jullie vind ik eigenlijk een beetje oververtegenwoordigd tegenwoordig.”
Wouter: “Nou, die van Peer, dat gaat helemaal niet over mensen!”
Robin: “Nee dat is waar.”
Wouter: “Houd jij niet van mensen Peer?”
[Gelach]
Peer: “Nou, het gaat zeker ook over mensen! Want het mooie van dit artikel is dat het juist ook gaat over hoe de mensen met deze akkers omgaan. Dus dingen als hagelkruizen, processies die op akkers gehouden werden, boeren die buxustakjes in de grond staken om hun gewassen te beschermen, dat soort volksgeloven zit hier ook allemaal in. Dus het mooie aan dit artikel is juist dat er alles in zit. Dat het gaat over wat je nog tegenkomt in het landschap, dat het gaat over economische ontwikkeling van Brabant, dat het dus ook gaat over hoe mensen daarmee omgingen, hoe mensen dat ervoeren vroeger. Zo’n hagelkruis bijvoorbeeld, staat er ook nog steeds in Aarle-Rixtel. Dat ding is zeshonderd jaar oud, zevenhonderd jaar oud?”
Robin: “Weten we zeker dat die er nóg steeds staat? Staat hij er niet weer?”
Peer: “Hij staat er nog steeds. Hij heeft zelfs een mooi hekje eromheen.”
Wouter: “...Een mooi hekje ja, dan kun je er ook niet per ongeluk tegenaan rijden.”
Peer: “We hebben zelfs foto’s van toen hij gevonden werd, helemaal onder het gras.”
Robin: “Dus hij staat weer.”
Wouter: “Maar dit is niet het artikel van Jan, of wel?”
Peer: “Nee, maar daar gaat het ook over. Het artikel van Jan gaat hier ook over. Dat is het mooie: hier zit alles in!”
Wouter: “Alles. Maar, schrijft hij ook over de rol van zijn moeder?”
Peer: “Nee, zeker niet.”
Robin: “En zijn komst naar Nederland? Wacht…”
[Gelach]
Wouter: “En ook niet over…”
Robin: “Sinterklaas.”
Peer: “Nee, maar hij maakt hier geen onderscheid tussen man en vrouw. Iedereen is voor hem hetzelfde.”
Wouter: “Ohja, ja, dat is ook goed.”
Robin: “Het is wel dus een heropgericht hagelkruis.”
Peer: “Rechtopgezet hagelkruis, ja.”
Robin: “Ja dat bedoel ik. Een heropgericht. Ook heel erg christelijk, trouwens.”
Wouter: ”Maar is dat echt van belang, dat hij dan weer heropgericht is, Robin?”
Robin: “Nou ja, Peer zei: ‘hij staat er al zeshonderd jaar.’ Maar dat is dus niet waar, hij heeft er ook minstens een paar honderd jaar gelegen.”
Wouter: “Ohja.”
Peer: “Ja, wat jij wil.”
[Gelach]
Wouter: “Hoe is het met de plaatjes bij jullie artikelen? Het artikel van Cor Swanenberg is prachtig geïllustreerd met familiefotos van de familie Swanenberg zelf. We zien bijvoorbeeld een foto getiteld ‘armoe troef, maar wel tevreden’, met heel het gezin en de hond erbij. Het is een zwart-witfoto…”
Robin: “Dit is de emotionele kaart, hé, met de hond erbij.”
Wouter: “Ja precies, met de hond. We zien ze staan voor een boerderij, met een tobbe ernaast, hondje ervoor. Het is gewoon een prachtige foto. Maar dat is niet het enige: het is ook geïllustreerd met schilderijen. Bijvoorbeeld een schilderij van T. van der Biezen van de boerderij.”
Robin: “Van dezelfde boerderij?”
Wouter: “Ja, dat vind ik echt wel een meerwaarde.”
Peer: “Maar die heb ik hier ook! Ik bedoel, als ik zeg: ‘een bolle akker’, in eerste instantie dacht ik: ik weet eigenlijk niet wat dat is. Maar het mooie is - ik zal hem even laten zien in de microfoon [gelach] - dat er hele mooie plaatjes bij zitten. Er zitten kaartjes bij en dan kan ik dus een rondje gaan wandelen door…”
Robin: “Peer, het is een podcast, beschrijf die foto even.”
Wouter: “Ja wat zien we? Neem ons mee!”
Peer: “Ik zie een mooie huidige weg, dus een geasfalteerde weg, maar je ziet dus ook dat in de berm van de weg het eigenlijk omhoog gaat naar waar de akker begint. Dus de rand van de akker heeft een steilrand. Het is echt een opgehoogde akker.”
Robin: “Het niveau van de akker ligt hoger dan het niveau van de weg.”
Wouter: “...Van de podcast, dan het niveau van de podcast.”
[Gelach]
Peer: “Het mooie hiervan is: er zitten ook kaartjes bij, dus je kunt gewoon gaan wandelen in bijvoorbeeld Lierop en dan kun je die bolle akkers terugzien zodat je ook zelf nog echt op zoek kan gaan.”
Wouter: ”Ja dat is leuk!”
Robin: “Dat is leuk, dat is leuk. Maar Peer, een bolle akker is toch wel redelijk wat het zegt?”
Peer: “Een bolle akker is precies wat het zegt, maar als je niet weet hoe het eruit ziet… Ik zou niet per sé weten dat het een ding is. Voordat ik dit artikel las, zou ik zo langs zo’n akker af fietsen en denken: prima joh, daar ligt een akker. Maar nu weet ik: hé, dat is een hele oude akker…”
Robin: “Het is niet zomaar een hoop grond, nee, het is oude grond.”
Peer: “Als ik een holle weg zie - een weg tussen twee opgehoogde akker die wat dieper ligt - dan denk ik: spannend, een weg tussen de akkers door, maar nu denk ik: hé, dit betekent iets voor de akkers die eromheen liggen. Dit betekent iets voor de omgeving waar ik doorheen fiets, die is dus al heel oud en al heel lang gebeuren hier dingen. Dat vind ik heel vet. Daar kan ik nu gewoon op een kaartje opzoeken en dan kan ik er naartoe fietsen.”
Wouter: “Ja, dat is wel een goed punt vind ik ook. De boerderij waar Cor Swanenberg over schrijft, die is er niet meer.”
Robin: “Daar staat nu de nieuwbouwwijk waar jij in woont?”
[Gelach]
Wouter: “Nee, nee, dat is ergens anders. Ik woon op een plek waar andere boerderijen zijn verdwenen.”
Robin: “...Waar soortgelijke boerderijen zijn verdwenen.”
Wouter: “Vandaar ook die nadruk op de afbeeldingen hé. Gelukkig hebben we de foto’s en de schilderijen nog.”
Robin: “Dat is wel ook wat António heeft. De foto’s daarbij zijn een beetje in hetzelfde thema als die van jou, Wouter. De familiefoto’s…”
Peer: “...Uit de oude schoenendoos.”
Robin: “Inderdaad, uit de oude doos van de collectie familie Almeida. Waar hij peinzend over - wat is dat - de Zuid-Willemsvaart in Helmond kijkt.”
Wouter: “Ik ben misschien nog wel het minst overtuigd van jouw bijdrage, Robin.”
Peer: “Van het artikel?”
Wouter: “Nee, het artikel vind ik mooi, maar ik vind het pleidooi nog niet overtuigend.”
Robin: “Schandalig! Ik moet vrezen voor mijn contract hier. Of, foto’s waarin hij duidelijk supertrots is op de textielen die ze aan het weven zijn en die António laat zien. Dat vind ik ook wel hele mooie illustraties. Ik laat ze even aan jullie zien, die ziet de luisteraar niet, maar goed.”
Wouter: “Nee maar die kun je wel allemaal terugvinden op de website.”
Robin: “Exact, die komen straks bij de afleveringspagina. Maar je ziet hem heel trots tussen de machines en de textielen staan om ze te laten zien aan collega’s. Het is mooi om dat dan ook bij ons op te nemen.”
Peer: “Ja dat is leuk, maar ik ben niet overtuigd. Ik vind dat ik zelf een beter artikel in handen heb, een mooier artikel.”
Wouter: “Gaan we elkaar punten geven?”
Robin: “Wouter, wie krijgt jouw punten dan?”
Wouter: “Ik vond het artikel dat jij had gekozen heel erg interessant, Robin. Het is een bijzonder stuk Brabantse geschiedenis die António heeft toegevoegd aan onze website. Nadeel vind ik alleen dat jij er ook aan hebt meegewerkt en dat je je eigen project hebt gekozen.”
Robin: “...Nou zeg, wat is dat nou weer!”
Wouter: “En daarnaast mis ik ook heel erg de rol van onder andere zijn moeder erin. [Gelach] Dus daarom kies ik er toch voor om jou een punt te geven.”
Robin: “Tragisch. Schandalig.”
Wouter: “Ik noteer voor Robin een punt.”
Robin: “Ik wil maar even zeggen, jij bent de hoofdredacteur. Jij hebt sowieso je eigen project gekozen hé.”
Wouter: “Ja, maar dat is ons gezamenlijke project en niet alleen van mij natuurlijk maar van heel Brabant.”
Robin: “Nee, is goed, is prima.”
Wouter: “En Peer…”
Robin: “Dus twee.”
Wouter: “Dus twee. Eigenlijk Jan TImmers dus hé. Sowieso ben ik groot fan van Jan TImmers. Hij heeft eerder ook in Gemerts Heem geschreven over de wegen in Gemert. Dat vond ik heel mooi ook, dat artikel. En dit is natuurlijk weer een goed doorwrocht stuk. Peer weet het goed te verkopen. Het leukste vond ik inderdaad dat je er nog naartoe kan, dat er nog iets te beleven valt.”
Peer: “Maar je moet het wel weten, dus ik vind het echt fantastisch!”
Wouter: “Ja, maar je mag niet jezelf punten geven.”
Peer: “Nee, dat weet ik, maar ik zou Jan Timmers punten geven hé.”
[Gelach]
Wouter: “Ohja…”
Robin: “Dat is niet hoe dit systeem werkt Peer!”
Peer: “Ik weet het, ik weet het.”
Robin: “Peer, hoe verdeel jij jouw punten?”
Peer: “Ik ga Wouter gewoon volgen. Robin, ik geef een punt voor de auteur…”
Wouter: “Een voor de auteur, lekker!”
Robin: “Arme António!”
Peer: “Nee, António krijgt van mij een puntje, maar jij krijgt er geen.”
Robin: “Maar die verdient twee punten! Die verdient duidelijk drie punten Peer!”
Wouter: “António verdient jou niet Robin, dat is het.”
Robin: “Nee, is goed.”
Peer: “Eigenlijk hadden Wouter of ik António moeten kiezen. Ik geef een puntje want ik vind het een mooi artikel en ik vind het ook belangrijk dat die verhalen verteld worden. Maar als we dan zo de keuze moeten gaan maken, Wouter heeft een heel mooi pleidooi gehouden over het boerenleven en hoe dat ook gezien wordt. Ik denk dat daar nog net iets meer de verschillende ervaringen in zitten die beleeft werden in het verleden. In het begin of halverwege de twintigste eeuw…”
Wouter: “Ik vind dit dan weer een heel matige uitleg Peer.”
Robin: “Nul punten voor de uitleg.”
[Gelach]
Peer: “Ik geef dus een puntje voor Robin en twee voor Wouter.”
Wouter: “Yes, lekker!”
Robin: “Dus iedereen heeft twee punten nu.”
Wouter: “Een tussenstand. Robin mag als laatste dus eigenlijk de doorslag geven!”
Robin: “Dat had ik allang door! Iedereen heeft twee punten nu, maar bij mij gaan er geen meer bij komen.”
Wouter: “Nee.”
Robin: “Dus iedereen heeft twee punten.”
Wouter: “Dan hadden we misschien toch niet zo hard moeten zijn voor hem, nu hij de doorslag kan geven. [Gelach] Misschien nog leuk om te zeggen wat de auteur krijgt die wordt uitgekozen…
Peer: “Ja.”
Robin: “Ja”
Wouter: “Jullie klinken verbaasd? Een hele mooie Brabantserfgoed.nl mok, die we zelf gaan vormgeven.”
Robin: “Dat is wel een risico…”
Peer: “Net zoals de flyer?
[Gelach]
Wouter: “Net zoals een flyer die we in het verleden hebben gemaakt. Dat was een groot succes, behalve dan dat mensen die er echt iets van wisten het een lelijke flyer vonden.”
[Gelach]
Robin: “Als je het over persoonlijke projectjes van jullie twee hebt…”
Wouter: “Maar deze mok wordt natuurlijk fantastisch. Die gaan we opsturen en misschien dat we de auteur ook nog even bellen om te horen wat er door de auteur heen gaat als hij de mok in ontvangst neemt. Lijkt me mooi. Wie krijgt de mok, Robin?”
Robin: “Ja, dan moet ik dus naar mijn uitleg. Dan denk ik dat ik het artikel dat jij gekozen hebt, Wouter…”
Wouter: “Ha!”
Robin: “...Ook een punt geef.”
[Gelach]
Wouter: “Ah! een achtbaan van emotie!”
Peer: “Goed zo, Jan!”
Robin: “...En Jan Timmers, het artikel dat Peer mee heeft genomen, twee. Ik kan jullie allebei heel erg volgen. Die zichtbaarheid in het landschap vind ik wel heel mooi. Mijn andere opties waren ook landschapsartikelen, vandaar. De echte reden is natuurlijk dat ik het contact met Jan Timmers heb gehad over dit artikel, dat snappen jullie ook wel.”
Peer: “Je kiest gewoon weer voor je eigen projectje!”
[Gelach]
Wouter: “Kiest ie toch weer voor zichzelf ja! Dat is wel een dubbele laag die erin zit. Overigens heb ik het artikel van Cor Swanenberg verwerkt.”
Robin: “Exact.”
[Gelach]
Wouter: “Dan zijn we eruit: Jan Timmers, winnaar van de allereerste Brabantserfgoed.nl eindejaars…”
Robin: “...Eindejaars-artikel-beste artikelprijs, ofzo. Werktitel.”
Wouter: “De gouden mok! Alleen is hij niet van echt goud, want dat is te duur.”
Peer: “Zullen we het in plaats van ‘het beste artikel’ ‘de keus van de redactie’ noemen?”
Robin: “Ja, misschien is dat wel beter.”
Wouter: “Ja, ‘editor’s choice award’.
Peer: “Ja, mooi!”
Robin: “We hebben ook een aantal Erfgoed Brabant-collega’s gevraagd wat hun favoriete artikel was wat dit jaar verschenen is. Dus daar kunnen we ook even naar luisteren, dat hebben ze voor ons ingesproken.”
[Jazzmuziekje begint]
Rolf: “Een opvallende bijdrage aan Brabantserfgoed.nl vond ik dit jaar het interview van Isaiah [Jímenez] en Lot [Rodenburg] met Hussain Ben Haddou, die als arbeidsmigrant, of gastarbeider, bij De Meierij Veghel werkte. In de eerste plaats vond ik het bijzonder om dit verhaal in het Arabisch te horen, uit de mond van een eerste generatie gastarbeider. Ik realiseer me dat deze eerste generatie langzaam verdwijnt en daarmee ook hun verhalen over de context van toen. Ik kan me persoonlijk verbinden met die context, omdat mijn eigen grootvader als chef bij De Meierij werkte en hij veel van deze Marokkaanse mannen moest begeleiden, aangezien hij de Franse taal sprak. De losse verhalen van mensen in de context van de gastarbeid worden daarmee voor mij verbonden. Wat ik ook opvallend vond is dat we dit jaar de stem van Anoir Benabdillah uit Veghel hoorden, die op eigen initiatief als nazaat van Marokkaanse gastarbeiders op zoek ging naar hun verhalen. Dit maakt voor mij duidelijk dat het mechanisme van erfgoed universeel is. Niet alleen in betekenisgeving, maar ook in de wijze waarop het schijnbaar zeer diverse verhalen en werelden verbindt.”
Annette: “Net als heel veel mensen denk ik, ben ik in het begin van de coronatijd begonnen met een desemstarter en het bakken van ons eigen brood. Ik vond dat heel erg leuk om te doen; ik doe het nog steeds. Ik ben me er ook steeds meer in gaan verdiepen. Ik kocht op een gegeven moment een boek over oude granen en las daarin over emmer en hoe emmer verbouwd werd op raatakkers. Raatakkers: vierkante of rechthoekige akkers, omringd door aarden wallen. Hoe leuk was het vervolgens om op Brabantserfgoed.nl een artikel te vinden van Stijn Arnoldussen over raatakkers in Brabant. Hij vertelt daarin over nieuwe technieken die heel precies de hoogte van het maaiveld meten, waardoor we een veel beter inzicht krijgen in waar raatakkers hebben gelegen in Brabant en ook hoeveel het er zijn geweest. Wat ik heel erg mooi vind in dit artikel is dat ook benoemd is dat die raatakkers zeker van twaalfhonderd v. Chr. tot in de Romeinse tijd hebben bestaan en daarmee misschien wel de meest duurzame vorm van landbouw zijn geweest die Nederland heeft gekend. Heel nuttig voor ons dus om dit te ontdekken en dat systeem van die raatakkers verder te ontrafelen.”
Heleen: “In Dagboek van een dief vertelt Jean Genet over zijn wens om van ordinaire kruimeldief te promoveren tot crimineel en zodoende verbannen te worden naar Frans-Guyana. Toen ik als tiener het boek las, interpreteerde ik het als een rauw sprookje, maar jaren later wordt het sprookje ineens werkelijkheid. Op Brabantserfgoed.nl vertelt Milton Vasilda over zijn Franse betovergrootvader die in de negentiende eeuw is verbannen naar Frans-Guyana. Milton is in de jaren ‘70 vanuit Suriname in Den Bosch komen wonen. Zijn familiegeschiedenis is niet beperkt tot die Franse betovergrootvader. Milton stamt af van Afrikanen, Joden, Schotten, Portugezen en dus Fransen. Hij omschrijft zichzelf dan ook terecht als wereldburger. Maar in dit wereldburgerschap zit ook een spanning. Voorouders van Milton waren Afrikaanse tot slaafgemaakten, maar ook witte slaveneigenaren. Veilig op mijn tienerkamer vond ik het verhaal van Jean Genet spannend en een onwaarschijnlijk levenspad vooral voor de meeste mensen, maar in de familiegeschiedenis van Milton blijkt het verhaal van zijn Franse betovergrootvader slechts een van de unieke levens te zijn. Dankzij Miltons archiefonderzoek kan nu iedereen kennismaken met zijn bijzondere familie, die ons onder meer uitnodigt na te denken over het erfgoed van slavernij.”
Dieuwertje: “Jeetje, wat is het lastig kiezen zeg, tussen al die artikelen. Ik was gegrepen door een aantal getuigenissen, waaronder die van Milton Vasilda, over hoe hij in Nederland terecht is gekomen en daar zijn weg heeft gevonden. Temeer ook omdat we binnen Erfgoed en Brabant veel bezig zijn met diversiteit en inclusie en de diversiteit in de verhalen die we verzamelen. In het kader van diversiteit en inclusie sprak ook het artikel over Mr. Cannibale me aan, een attractie in De Efteling. Over hoe het tot stand is gekomen en ook hoe tegen die attractie toen - en zeker nu - werd aangekeken. De Efteling heeft besloten de attractie om te bouwen. Een zin uit het artikel bleef me bij. Het wordt aangepast naar een Sinbad de Zeeman-thema en daarover zeggen ze: ‘een thema dat nu, ten tijde van de bouw, nog niet bijzonder controversieel lijkt’. Dat is precies de dynamiek van erfgoed; de beweging die bij erfgoed ook hoort. De schuring die in verschillende tijden gevoeld kan voelen en het gesprek dat we daar dan met elkaar over gaan hebben. Maar, er viel me nog een artikel op. Een klein artikel, of eigenlijk een filmpje, over het woord ‘houdoe’. Ik kom van boven de rivieren, uit Utrecht, en toen ik begon bij Erfgoed Brabant elf jaar geleden kon ik niet altijd het Brabants dialect goed verstaan. Ik heb het idee dat het inmiddels beter gaat en ik neem zelfs in Utrecht af en toe afscheid met ‘houdoe’. Hoewel ik me laatst betrapte op een samenvoeging van het Brabants en het Utrechts tot een ‘houdoeg’.
[Jazzmuziekje eindigt]
Robin: “Dat waren onze collega’s. Natuurlijk bestaat Brabantserfgoed.nl niet alleen uit verhalen, maar ook uit objecten. Peer, dat is meer de kant waar jij ook bij betrokken bent. Kan je even kort uitleggen hoe die objecten van allerlei heemkundekringen en instellingen op Brabantserfgoed.nl terecht komen?”
Peer: “Zeker. Op Brabantserfgoed.nl staan dus een hele hoop verhalen, 1500 ofzo. Op dit moment staan er ruim 1,3 miljoen objecten op uit erfgoedcollecties uit Brabant. Dat gaat van heemkundekringen tot musea tot archieven. Stichtingen die erop hun foto’s, hun filmpjes, hun documenten delen. Die items worden allemaal opgehaald in Brabant Cloud. De instellingen zijn allemaal deelnemer van Brabant Cloud en daarin leggen zij hun collectie vast, zodat die bewaard wordt voor het nageslacht, maar kunnen ze die ook presenteren. Het mooie is dat als je in die 1,3 miljoen objecten gaat zoeken, je dus niet zoekt in de collectie van een instelling, maar in de collecties van een tachtigtal instellingen. Dus dan krijg je gewoon veel meer resultaat!”
Wouter: “Wat ik altijd mooi vind om te beseffen, is dat het dus meer dan 1,3 miljoen zijn en ieder object is door iemand ingevoerd. Hoeveel handelingen kost dat ongeveer Peer?”
Peer: “Dat ligt eraan of je het in bulk doet. Als je het in een keer doet, kun je er ook honderdduizend in een keer doen, maar dan moet je het wel allemaal goed weten en moeten ze precies hetzelfde zijn. Dus het kost veel handelingen. Volgens mij zijn sommige mensen wel eens een kwartier bezig met een item. Doe dat keer 1,3 miljoen en dan kom je op iets van driehonderdduizend uur?”
Wouter: “Driehonderdduizend uur? Dat is fantastisch toch? Dat is het mooie aan het erfgoedveld, dat het uiteindelijk mensenwerk is.”
Robin: “En mensen die dit bijna allemaal in hun vrije tijd hebben gedaan.”
Peer: “Zeker.”
Robin: “Welk object heb jij gekozen Wouter?”
Wouter: “Ik heb een redelijk persoonlijke noot bij dit object. Ik ben dit jaar vader geworden van een dochter, Aafke. Die is in februari geboren. Wat je dan hebt met zo’n eerste kindje, is dat je vooral veel bezig bent met luiers verschonen. Ik kan het nu ook gewoon in het donker, diep in de nacht, op de tast, slaapwandelend, geen probleem allemaal. Ik dacht: het is misschien wel leuk om te kijken: zit er ook een luier-gerelateerd object in de Brabant Cloud? Ik ben gaan zoeken en inderdaad…”
Robin: “Ik begin me zorgen te maken, maar ga door.”
Wouter: “Ja het zijn geen volle luiers.”
Robin: “Goddank…”
Peer: “De vieze luiers van…”
Wouter: “...van de commissaris van de Koning. Nee dat zou wel heel fantastisch zijn, die kon ik niet vinden. Maar wel een ander luier-gerelateerd object. Het komt uit het Eindhovens museum. Het is een luiermand. Een luiermand is natuurlijk ontzettend handig, want daar kun je luiers in doen.”
Robin: “Goh.”
Wouter: “Ja, het is redelijk simpel, ik kan er ook niks aan doen. Ik kan wel nog de hoogte en de diameter doorgeven?”
Robin: “Is het een beroemde luiermand? Is het een luiermand uit de zeventiende eeuw?”
Wouter: “Nee volgens mij is hij uit de twintigste eeuw. Materiaal: rotan. Dat is dus ontzettend hip.”
Robin: “En ontzettend midden twintigste eeuw.”
Wouter: “Ja, maar komt nou weer helemaal terug. Op onze babykamer hebben we bijvoorbeeld een lamp hangen van rotan.”
Robin: “Dat is waar.”
Wouter: “Onze luiermand is helaas niet zo mooi als deze, want deze is echt mooi. Je zou bijna denken dat het een wiegje is. Het is een mand met een mooi versierd hengsel eraan met erop iets van bloemen. Hij is bekleed met textiel, dus het rotan zie je eigenlijk niet echt. Er zitten overal franjes aan enzo. Het is echt een fantastisch object. Dus voor mij is dit het object van het jaar. En om jullie helemaal te overtuigen wil ik nog even de slogan van de vervaardiger met jullie delen. Het is vervaardigt door Smedro. De slogan is in het Frans, dat is natuurlijk mijn beste taal. Dus ik ga nu in het Frans iets citeren, hou je vast: ‘Oui, c’est une Smedro authentique!’ Nou, meer hoef je er niet over te zeggen!”
Robin: “Is dat de slogan!? Nee is goed.”
Wouter: “Ja. Toen werkte het waarschijnlijk heel erg goed omdat iedereen wist wat Smedro was, maar nu is dat toch anders denk ik.”
Peer: “Maar je snapt wel meteen wat ze ermee willen zeggen.”
Wouter: “Zeker weten, moet je hebben!”
Peer: “Ook al kan je geen Frans.”
Wouter: “Nee. Dat vind ik nog wel een nadeel van de Brabant Cloud, het zou ook mooi zijn als het ook een webshop was. [Gelach] Dat je het metteen: hup, in het mandje…”
Robin: “...Dat je het meteen kunt bestellen”
Peer: “Je kunt wel op de instellingspagina doorklikken naar hun eigen website en dan kun je contact opnemen. Misschien dat ze hem wel te koop aan willen bieden.”
Robin: “Misschien dat ze wel willen ontzamelen.”
Wouter: “Ja we zitten toch nog wel een tijdje in de luiers.”
Robin: “Peer, jouw object.”
Peer: “Ja, ik heb een filmpje gekozen. Die zou ik ook graag willen laten zien, maar het is een podcast. Het is een filmpje van heemkundekring Molenheide uit Gilze-Rijen en het filmpje heet ‘door de straten en wegen van Gilze’. In die collecties zitten heel veel collecties van heemkundekringen die hun lokale erfgoed vastleggen. Dat is alles wat er in dat dorp of in die streek gebeurd is. Nu is het misschien een beetje een vreemd filmpje, want wat ze gedaan hebben: de filmer Bert Huisman heeft op tweede Paasdag 2019 een camera op het dak van zijn auto gezet en is toen een rondje gaan rijden door Gilze, door alle straten. Onder het filmpje zit een lekker rustgevend muziekje en in het filmpje zie je dus de auto door Gilze rijden. Elke keer als hij een straat in draait, komt er mooi in beeld te staan welke straat het is. Uiteindelijk komt hij gewoon thuis aan, dat staat er ook mooi bij aangegeven. Het duurt ongeveer een uur. Dat filmpje, daarvan denk je nu misschien ‘ik kan ook gewoon door Gilze wandelen en dan zie ik dit ook’, maar als je nou over honderd jaar dit filmpje gaat bekijken, dan is het kei interessant! Want de foto’s van vijftig jaar geleden van een dorp, of de filmpjes van vijftig jaar geleden van een dorp, die zijn superpopulair. Als je kijkt naar de Adolfsfilmpjes: een filmer, Adolfs, heeft in de jaren vijftig of veertig, geloof ik, dorpsfilms gemaakt waar je gewoon ziet hoe een dorp er toen uitzag. Je ziet mensen rondlopen en zo. Dat is dit precies, maar dan van nu. Dus over een tijd wordt dit kei interessant! Dat is denk ik precies ook wat de heemkundekringen doen: vastleggen ‘hoe was onze omgeving’, maar ook ‘hoe is onze omgeving’ voor de toekomst.”
Robin: “Dan zie je precies over vijftig jaar wie er op tweede Paasdag - wat was het, 2016?…”
Wouter: “2019.”
Robin: “...2019 buiten is geweest en wie niet bij zijn familie was. Of wie niet in de kerk zat.”
Peer: “Of wie onderweg was.”
Wouter: “Het is nu denk ik ook interessant omdat het nog pre-corona is.”
Peer: “Ook nog ja!”
Wouter: “Het is nu al historisch.”
Peer: “Precies! Er waren gewoon mensen op straat!”
Robin: “Nou, ik heb het filmpje gezien, er waren vrij weinig mensen op straat.”
Peer: “Maar er waren wel mensen op straat.”
Robin: “Er waren een paar mensen de hond uit aan het laten. En aan het wielrennen trouwens.”
Wouter: “Dat moet jou aanspreken, Robin!”
Peer: “Het is ook heel rustgevend. Wat ik ook al gehoord heb van mensen: ‘we hebben in het verzorgingstehuis oude foto’s van de streek in een slideshow staan.’ Nou daar zijn dit soort dingen ook kei mooi voor. Het is gewoon heel herkenbaar. Het heeft nu al een waarde, maar het krijgt hoe langer het geleden is hoe meer waarde, want er gaan ook steeds meer dingen veranderen en verdwijnen uit het filmpje. Dat is nu allemaal wel al vastgelegd!”
Robin: “Ja, dat is waar. Moeten we dit dan niet elke dag doen?”
Peer: “Ja, ik zou daarvoor pleiten! Ik heb er geen tijd voor, maar als iemand dat wil doen, nodig ik die mensen graag uit en dan denk ik dat je een fantastisch tijdsbeeld kan creëren.”
Robin: “Het moet wel een elektrische auto zijn dan, anders is het wel heel slecht voor het milieu.”
Wouter: “Weer een goede pitch, Peer!”
Robin: “Peer heeft dit veel te goed voorbereid.”
Peer: “Het is een mooi object gewoon. Het ding pitcht zichzelf.”
Robin: “Voor mijn object ga ik een les toepassen van onze grote baas Patrick Timmermans, de directeur, die natuurlijk de Kalender van Ooit maakt en dan een collectie-item of iets gaat zoeken wat precies op die dag gebeurd is. Nu is het niet precies op deze dag, maar, Wouter zei al ‘wielrennen moet jou aanspreken’ en dat klopt…”
Wouter: “...Dat is al meteen minpuntje dat het dan weer niet deze dag is.”
Robin: “Nee, dat klopt, sorry. Ik kwam een foto tegen van Hennie Rovers in Oudenbosch in 1985. Hennie Rovers was een amauterwielrenner, kennelijk. Op de foto rijdt hij op de wielerbaan - van Oudenbosch, neem ik aan - achter een derny. Dat is een grote motor waardoor je heel weinig luchtweerstand hebt en heel hard gaat. Sterker nog, aan de achterkant van zo’n motor zit een soort stellage met een roller erop, zodat je met je voorwiel zo dicht mogelijk tegen die motor aan kan rijden en het niet erg is als je die roller raakt, want die draait dan mee met je wiel. Ik vind het echt een absurde discipline, dat mensen dit deden, want het is levensgevaarlijk, zeker als je de helm ziet die hij op heeft. Tegenwoordig hebben we best goede helmen, maar dit is echt zo’n spaghetti-dingetje. Die houdt je hoofd bij elkaar als je valt, maar dat is het wel. Het grappige is: ik ben vervolgens uiteraard Hennie Rovers gaan Googlen, want die man moet nog leven, verwachtte ik…”
Wouter: “...Hangt misschien een beetje van de helm af, misschien.”
Robin: “Klopt, hangt misschien een beetje van de helm af. Overigens vind ik het ook wel mooi hoe de dernyrijder, degene op de motor, supergeconcentreerd voor zich uit aan het staren is. Ik kwam Hennie Rovers nog tegen in een uitslagendatabase van wielrennen, waarin zijn amateuruitslagen in de jaren ‘80 stonden, maar ook dat hij in 2008 nog wereldkampioen werd op de tijdrit, op de weg, bij de masters in het Oostenrijkse St. Johann. Dus Hennie Rovers fietst nog steeds. Vervolgens ging ik hem weer zoeken op Brabantserfgoed.nl en toen kwam ik erachter dat hij nog een passie had voor een heel andere sport. Ik kwam hem namelijk tegen op een foto uit, volgens mij, 1988, op een feest in Breda en daar zit hij achter een sjoelbak. Dus dat was zijn tweede passie.”
Wouter: “Haha, vet!”
Robin: “...Met ik neem aan familie of vrienden. Het is een soort van geënsceneerde foto, dat wel. Ik vond het heel mooi om het zo met elkaar te verbinden ook.”
Wouter: “We hebben ook een hele pagina over wielrennen op Brabantserfgoed.nl, Brabantserfgoed.nl/wielrennen, waarop je ook allemaal mooie oude foto’s ziet van het baanrennen.”
Peer: “Om nog even terug te komen op Hennie Rovers en de verbinding van al die items…”
Robin: “...Weet je nog meer over Hennie Rovers, Peer? Bén je Hennie Rovers?”
Peer: “Nouja, ik zie hier een hele mooie foto van heemkundekring De Vrijheijt van Rosendaele met de vereniging van Heuvellaanbewoners en daar staat Hennie Rovers ook op.”
Robin: “Ja die foto met de sjoelbak was op een feest van de Heuvellaan.”
Peer: “Oh ok!”
Robin: “We weten waar hij woonde, laat ik het zo zeggen.”
Peer: “Het mooie is wel meteen dat deze persoon in verschillende collecties weer terug komt.”
Robin: “Precies!”
Wouter: “Ja luiers vind je natuurlijk ook in verschillende collecties terug, maar niet zoals Hennie Rovers.”
Peer: “Hennie Rovers heeft ook ooit de Ronde van Huijbergen gewonnen zie ik.”
Robin: “Ja, en dus nog steeds actief. Of, nog steeds, in 2008, dus relatief recent. In 2006 was hij tweede geworden geloof ik op het wereldkampioenschap voor zijn leeftijdscategorie.”
Wouter: “Ok, is het weer tijd voor de puntjes?”
Peer: “Krijgen de objecten een punt ja? Is niet elk object evenveel waard?”
Robin: “Nee.”
Wouter: “Zeker, maar sommige objecten zijn net iets meer waard dan andere, want er gaat natuurlijk maar een organisatie krijgt de wisselmok.”
Peer: “De wisselmok?”
Wouter: “Ja dan kunnen ze intern wisselen.”
Robin: “Intern wisselen is wel een risicootje in deze tijden van corona.”
Wouter: “Ja, dat is wel weer een nadeel, maar heemkundekringen hebben vaak wel honderden leden en we kunnen niet iedereen een mok geven dan.”
Peer: “Die kan mooi in het koffiehoekje van de heemkundekring.”
Wouter: “En misschien ook weer in de collectie, dat zou fantastisch zijn. Ok, Robin, gezien jouw tactische keuze om als laatste te gaan de vorige keer…”
Robin: “...Shit, ze hebben me door.”
Wouter: “...Mag je nu als eerste.”
Robin: “Ja, dan gaan de meeste punten naar het persoonlijke verhaal van Wouter en dan eentje naar Peer. Hartstikke leuk hoor, zo’n filmpje van een rondrijdende auto.”
Peer: “Fantastisch, een filmpje van een rondrijdende auto!”
Wouter: “Daar zijn de meningen over verdeeld. Peer.”
Peer: “Oh jij wil de beslissende stem hebben?”
Wouter: “Ja, ik dacht: dan ga ik nu als laatste.”
Robin: “Het begint een tactisch spel te worden dit, maar is goed. Misschien hadden we hier een onafhankelijke jury bij moeten hebben.”
Wouter: “Dus Peer, als je straks puntjes wil…”
Peer: “Nee, ik ga gewoon voor mijn eigen vrije keuze. Ik vind jouw persoonlijke verhaal heel mooi, daarom krijg je ook mooi een puntje. En het is ook een mooi object, hoor. Maar het mooie aan het verhaal van Robin over Hennie Rovers is wel dat het de meerwaarde van al die objecten bij elkaar laat zien. Dus ik zou Robin graag twee puntjes geven en Wouter een. Voor zijn mooie verhaal.”
Robin: “Over het verbinden van die collecties trouwens: misschien moeten wel even aan Hennie vragen of hij zijn voornaam met een -y of met -ie schrijft, want dat komt verschillend voor in de collecties.”
Peer: “Ja, belangrijk puntje. En als hij luistert, dan zou ik het heel leuk vinden als hij zijn eigen getuigenis hierover aanlevert.”
Robin: “Dat zou wel heel vet zijn!”
Wouter: “Ja, als we hem kunnen interviewen hierover!”
Peer: “Over de Ronde van Huijbergen bijvoorbeeld.”
Robin: “Als we hem nog kunnen vinden.”
Wouter: “Dan heb ik de eer om de laatste punten te verdelen.”
Robin: “We hadden hier een notaris bij moeten hebben, maar goed.”
Wouter: “Ja, maar ja, dan hadden we die mokken weer niet kunnen uitreiken.”
[Gelach]
Peer: “Dan hadden we die niet kunnen betalen.”
Wouter: “Ja, we moeten toch keuzes maken. Even kijken. Ik sluit me eigenlijk helemaal aan bij Peer. Ik geef mezelf een punt, oh nee. Ik geef Robin ook de punten want die heeft wel echt heel goed gezocht in de collecties. Aan de andere kant, het is ook wel een beetje valsspelen om dan meerdere objecten te doen in plaats van een object. Dat was niet helemaal de opdracht, maar toch heb je het goed weten te verkopen. Peer, helaas voor jou dus maar een punt, al vond ik het wel een goede bijdrage. Het is moeilijk kiezen, maar dan gaan de punten toch naar Robin.”
Robin: “Verstandige keuze.”
Wouter: “Aan wie mogen we dus de mok gaan opsturen?”
Robin: “Het liefst naar Hennie Rovers eigenlijk.”
Wouter: “Nee, tenzij hij zijn eigen foto heeft zitten digitaliseren, gaat hij niet naar Hennie Rovers.”
Robin: “De foto zit in het West-Brabants Archief.”
Wouter: “Ok, nou, leuk voor het West-Brabants Archief, dan krijgen die een mok.”
Robin: “Of Hennie Rovers. Wouter, heb jij nog stichtende afsluitende woorden als hoofdredacteur? Voor 2021 en het begin van 2022.”
Wouter: “Nou ja, ik wens natuurlijk iedereen fijne dagen, in deze soms toch donkere tijden. Ik hoop dat mensen ook hun Kerstdagen vullen met het bezoeken van onze website.”
Robin: “...Met het digitaliseren van oude foto’s.”
Wouter: “Als je dan toch de familie wil ontvluchten en je hebt je teruggetrokken op de wc, dat je toch even de telefoon erbij pakt en gaat zoeken in de collecties. Want wie weet wat je allemaal tegenkomt.”
[Jazzmuziekje begint]
Peer: “Als je nog meer wil weten over Hennie Rovers of een van die andere mooie verhalen en als je altijd op de hoogte gehouden wil worden van wat er allemaal verschijnt, dan zou ik zeggen: abonneer je vooral op onze nieuwsbrief…”
Wouter: “...Gemaakt door Peer.”
Peer: “...En mijn collega’s. Dan krijg je ook de nieuwste artikelen te zien, de nieuwste podcasts te zien. Dus dan mis je niks van deze podcasts. Ook als we weer terug komen - wie weet - dan ga je dat niet missen.”
Wouter: “Vergeet je ook niet te abonneren op de podcast. Dat kan gewoon in je favoriete podcastapp, daar kun je ons vinden. Vond je dit nou een hele leuke podcast, laat dan ook even een berichtje achter als review. Geef ons vijf sterren, of een ster, dat mag natuurlijk ook, maar dan hebben we wel een iets treuriger Kerst.”
Robin: “Nee dat mag niet. Die filteren we eruit, de een ster-reviews.”
Wouter: “Je kan ons ook nog volgen op de socials, Facebook, Instagram en Twitter. Dan wens ik iedereen een prettige jaarwisseling.”
[Jazzmuziekje eindigt]
Peer: “Ik denk dat ik de Facebook van Hennie Rovers gevonden heb. [Gelach] Serieus! Dus we kunnen gewoon contact opnemen.”
Robin: “Ik geloof je wel.”
Wouter: “Hoi!”
[Gelach]
Peer: “Pauzemuziekje!”
Wouter: “Tum, Tum, tumtum, tum.”