Mannen met een warm kloppend hart voor Nederland

CR0016 Piet van den Hoek 3

Een van de crossingsboten, bemand door P. v. d. Hoek (voorin) en A. de Keizer bij de voormalige haveningang van Drimmelen. (Bron: z.j., Biesbosch MuseumEiland)

Alle rechten voorbehouden

De Biesbosch – het getijdengebied van land en water – werd in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter gemeden. Onderduikers waanden zich veilig in deze wildernis en werkten soms bij boeren op het land. Pas op 10 november 1944 richtte de Duitse bezetter mitrailleurposten in en voer ze met patrouilleboten door het gebied. Met geweervuur werd het reeds bevrijde Drimmelen bestookt.

Verzet

De Duitse bezetting van de Biesbosch volgt na een roekeloze verzetsdaad van de ‘partizanen van de Biesbosch’, die slechts ternauwernood goed afloopt. Na Dolle Dinsdag vluchten Duitse deserteurs vanuit Brabant dwars door de Biesbosch op weg naar Holland. Leden van het verzet in Werkendam, Made en Drimmelen smeden plannen om hen te ontwapenen bij het bruggetje van Sint Jan. De oorlog is immers bijna afgelopen. Mannen van het verzet zoals de Werkendammers Piet van den Hoek, Arie van Driel en Kees van de Sande raken al snel betrokken bij de actie. 

Uiteindelijk worden 75 Duitse militairen wekenlang op twee binnenvaartschepen in de Biesbosch gegijzeld, maar de ­voedselbevoorrading wordt allengs nijpender. Bijna ten ­einde raad wordt zelfs overwogen alle krijgsgevangenen te fusilleren. Maar met een beroep op de Conventie van Genève worden de Duitsers gespaard. In de nacht van 4 op 5 ­november komt het hachelijke avontuur ten einde als de schepen met de 75 gevangen militairen worden overgezet naar Drimmelen, waar ze worden overgedragen aan de Poolse bevrijders. 

De mannen die de schepen naar Drimmelen brengen, kunnen in het bevrijde Brabant het einde van de oorlog afwachten. Hun vaderlandsliefde is echter te groot. Piet van den Hoek, Kees van de Sande en Arie ‘Aaike’ van Driel zetten hun verzetswerk voort als ‘Biesboschcrossers’. Met kano’s en kor­jalen steken 21 crossers steeds weer dwars door de donkere Biesbosch over van bevrijd naar bezet gebied, een barre tocht van zo’n achttien kilometer in een smalle kano. Zoals de crossing in december 1944. 

"Het is een zeer donkere nacht als wij, Aaike en Piet, ons bij Kees melden om de spullen op te halen die deze nacht mee moeten naar bevrijd gebied. Iedere zenuw van ons lichaam staat gespannen. Ik ga aan de riemen van de korjaal en Aaike zit achterin met de stengun schietklaar. Wij varen het Nauw van de Paulus in en komen zo zonder incidenten in het Spijkerboor. Na nog een eindje varen zegt Aaike plotseling: ‘Wacht eens even, ik zie een bootje oversteken aan de andere zijde.’ De spanning stijgt. Plotseling klinken er een paar vuurschoten uit de stengun van Aaike en dan wordt het even beangstigend stil. Maar gelukkig gebeurde er verder deze nacht niets en konden wij eindelijk ons wachtwoord geven aan de wacht in Drimmelen: ‘De haas is geschoten.'’’

biesbosch.jpg

De Biesbosch. (Foto: Jensbn~commonswiki, Wikimedia Commons)

Opgepakt

Niet altijd loopt het goed af. De crossing van 13 januari 1945 wordt Piet van den Hoek bijna fataal. Zijn vaste maat Arie van Driel is ziek en blijft achter in Drimmelen. Piet wordt opgepakt door de Duitsers en komt terecht in werkkamp Waterloo bij kamp Amersfoort. Hij weet te ontsnappen en hervat zijn crossings door de Biesbosch.

Ook Arie van Driel gaat onvermoeibaar door met de crossings, 53 keer weet hij met succes de tocht te voltooien. Tot zijn 54ste crossing op 18 maart 1945. Opnieuw stapt hij in zijn kano om naar het bevrijde Brabant te roeien. Niet met Piet van den Hoek, maar met enkele andere crossers wordt hij gesnapt door de Duitsers. Zij laten hem niet meer gaan. Na brute mishandelingen sterft hij samen met de districtscommandant en crosser Kees van de Sande voor het vuurpeloton op Fort de Bilt. Op 30 april 1945, slechts enkele dagen voor de bevrijding. 

Voor Piet van den Hoek moet de bevrijdingsdag een trieste dag zijn geweest. Zijn vriend en kameraad Aaike gaf zijn ­leven voor de vrijheid. Op 12 mei 1945 worden de gesneuvelde crossers Arie van Driel en Kees van de Sande begraven in Werkendam. Op het graf van Aaike wordt de Bijbeltekst uit Johannes gebeiteld: "Niemand heeft grotere liefde dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden."

De drie Werkendammers worden voor hun heldendaden in augustus 1948 onderscheiden met de hoogste militaire onderscheiding: de Militaire Willems-orde. Voor moed, beleid en trouw. Voor Arie van Driel en Kees van de Sande kwam de bevrijding te laat, zij krijgen de onderscheiding postuum ­uitgereikt. "Zij waren geen helden, maar mannen met een warm kloppend hart voor Nederland, die alles voor hun ­vaderland en hun landgenoten overhadden, ja zelfs hun ­leven", zo schrijft Piet van den Hoek in zijn boek Biesboschcrossings 1944-1945 (1993).

Februari 2015, bijna 70 jaar na de laatste fatale crossing van Aaike van Driel, schreven de nabestaanden van Piet van den Hoek op zijn rouwkaart: "Niemand heeft grotere liefde dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden."

 

Bronnen

Van den Hoek, P., Biesboschcrossings 1944-1945, Kampen, 1993.

Van Hillo, “De grensrechters in de Biesbosch 1944-1945”, in: NCRV (1967).

Zijlmans, B., Het geheim van de Biesbosch in de Tweede Wereldoorlog, Geertruidenberg, 2002.