"Graag, m’n jongen, sta ik jullie allen af aan Jezus." Zo zwaait moeder zes van haar kinderen uit, die vanaf 1926 één voor één de kloosters intrekken. De drie broers George, Ernst en Rob gaan naar abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot en treden in als Pater Ignatius, Pater Nivardus en Broeder Linus. De twee zusjes Door en Lien gaan naar het nabijgelegen trappistinnenklooster Koningsoord, als Zuster Maria-Theresia en Zuster Hedwigis. Als jongste van de zes klopt ook de ziekelijke Wies daar in 1937 aan. Vanaf dat moment heet zij Zuster Veronica. Broer Hans begint een carrière als machinetekenaar en elektrotechnicus, buiten het klooster.
Kerkelijk protest
Op 2 augustus 1942, rond half vier in de morgen, zingt Veronica in het koor. Dat is haar enige plezier in het kloosterleven. De buitenwereld, zelfs bezoek, ziet ze alleen door tralies. Met andere nonnen praat zij in gebaren. Ze weet niets van wat er buiten gebeurt. Dus ook niet dat in alle kerken een verklaring van de aartsbisschop is voorgelezen. Een protest tegen de deportatie van Joden. Daar zijn de nazi’s razend over. De jacht op Joodse katholieken is geopend.
Opgepakt
Een uur later dringt politie het klooster binnen. De twee zusters Maria-Theresia en Hedwigis Löb worden gepakt. Andere nonnen willen dat ze vluchten. "Nee", zegt een van de zusjes. "Ik geef mij over aan mijn Heer." Veronica is intussen onvindbaar. Ze heeft zich verstopt, te ziek om mee te gaan. En de politie heeft haast. Die rijdt met de twee nonnen naar Abdij Koningshoeven. Daar worden hun drie broers opgepakt. Opnieuw het advies te vluchten. "Nee. Ze hebben gedreigd tien paters te doden als wij niet meegaan."
Reünie
Wat daarna gebeurt, hoort de zieke Veronica pas later. Zonder enig verzet laten de broers zich wegvoeren. Maar ze zijn nog niet buiten of ze worden verrast door luid geroep. Enthousiast worden ze begroet vanuit het politiebusje. Dat zijn onze zusjes! Misschien wel veertien jaar hebben ze elkaar niet gezien! De onverwachte reünie brengt hen buiten zinnen. Een SS’er mompelt: "Het lijkt wel of jullie een feestje vieren." "Klopt, jullie helpen ons alleen maar sneller in de hemel te komen!"
Ontsnapt
Het feest is gauw voorbij. De hele groep wordt overgebracht naar Amersfoort, Westerbork en ten slotte Auschwitz. In het najaar van 1942 worden de drie broers en twee zusjes daar vergast. Zeker zes keer wordt Veronica opgeroepen zich te melden. Dat doet ze telkens ook. God is haar kennelijk goedgezind, want steeds weet zij aan vervolging te ontkomen.
De ene keer schiet de Joodse Raad haar te hulp, dan weer de kloosterarts. En als zij uiteindelijk naar Westerbork moet, wordt ze er na vijf dagen ontslagen. Uitgeput door tbc sterft ze op 1 augustus 1944, in haar eigen klooster, drie maanden voor de bevrijding. Ook broer Hans, die niet intrad in het klooster, is als Joodse burger niet veilig en duikt onder. Tijdens een vluchtpoging naar België wordt hij opgepakt en overlijdt in Buchenwald.
Op 2 augustus 1942 werden samen met de broers en zussen Löb 245 Joodse katholieken opgepakt. Hun lotgevallen maakten uiteenlopende reacties los. De katholieke kerk roemde de martelaren die zich tot het ware geloof hadden bekeerd. Sommige Joden zagen hen juist als afvalligen. Maar wat deed het er eigenlijk toe? De nazi’s wisten precies wie ze hebben moesten.
Bronnen
Herzberg, J., "Een godsgruwelijk verhaal", in: Vrij Nederland, via: https://www.vn.nl/een-godsgruwelijk-verhaal/.
http://totus-catholicus.blogspot.nl/2006/08/der-holocaust-der-familie-lb-von.html.
http://wiki.regionaalarchieftilburg.nl/Familie_L%C3%B6b.
http://wiki.regionaalarchieftilburg.nl/Deportatie_en_vernietiging_Joodse_volksdeel_Berkel_Enschot.