Leven in Turkije
“Ik ben geboren in İncedere, Posof, in Turkije. Tot mijn twintigste heb ik daar gewoond. Ik kom uit een gezin met zes broers en zussen. Onze oom en tante woonde ook bij ons. Ik heb een hele leuke kindertijd gehad. Ons dorp was heel mooi. Iedereen had een stukje land waarop ze werkten. We waren niet rijk, maar hadden genoeg om rond te komen. De banden tussen de inwoners waren heel hecht. Iedereen hielp elkaar als dit nodig was. Mijn ouders waren boeren en dus veel aan het werk op het land. Hier hielp ik hen altijd met het hoeden van de kuddes dieren. Als kind had ik geen speelgoed, werken was onze prioriteit. Toen ik zeventien jaar was ben ik naar West-Turkije gegaan om seizoenswerk te doen. Ik deelde water uit aan de wegwerkers in de zomer omdat het zo heet was.
Ik heb ongeveer drie jaar in militaire dienst gezeten, vanwege de dienstplicht. Ik was een ‘gendarme’, een soort politieagent werkzaam in het leger. Ik heb een leuke militaire dienst gehad. Ik kreeg zelfs salaris, namelijk 120 lira. In mijn functie moest ik veel boeven vangen en begeleiden naar de rechter. Ik heb zelfs mensen aangehouden die meisjes ontvoerden.”
Reis door Europa
“Ik had van mensen gehoord dat Europa heel leuk was en dat je er goed geld kon verdienen. Ik wilde ook heel graag een auto kopen. Iedereen in Europa leefde een luxe leven en dat wilde ik ook. In mijn dorp woonde een meid. De man met wie zij getrouwd was haalde mensen van Turkije naar Nederland of België. Ik hoorde dat deze man in Istanbul was en ben hem toen gaan opzoeken. Ik wilde namelijk graag naar Europa. Ik heb hem toen tweeduizend lira betaald en uiteindelijk zijn wij met dertig man met de bus vertrokken vanuit Istanbul naar Joegoslavië. Vanuit Joegoslavië reden we naar Italië en vanuit Italië zouden we de trein pakken naar België. In Italië wilde een vriend van mij zijn schoenen laten poetsen. Toen we eenmaal terug kwamen op het station was de trein met de rest vertrokken. Eén week lang hebben we zonder geld en enige kennis van de taal geslapen op het station in Turijn. Uiteindelijk heeft de politie ons geholpen om bij het Turkse consulaat in Rome te geraken. Eenmaal daar aangekomen zou het consulaat ons helpen door tickets te betalen voor de trein naar Istanbul. Toen kreeg ik ineens een brief uit België met tweeduizend Belgische frank. Met dit geld heb ik een ticket gekocht naar België, de andere twee mannen gingen terug naar Turkije.
In 1966 kwam ik aan in België bij mijn oom. Ik heb toen 1,5 jaar gewerkt in een houtfabriek en daardoor heb ik een droom van mij kunnen verwezenlijken, namelijk het kopen van een auto. Uiteindelijk ben ik vertrokken naar Denemarken om daar te gaan werken. Het was een mooi land en ik sprak een beetje Duits. Ik heb toen twee jaar bij een bloemist gewerkt.”
Aankomst Nederland
“Voordat ik naar Nederland vertrok had ik een beeld in mijn hoofd van een modern land. Mensen vertelden mij dat Nederland heel leuk was en dat maakte mij jaloers. Ik wilde hier mijn dromen vervullen door een huis en auto te kopen. Toen ik hier eenmaal aankwam was mijn beeld compleet veranderd. Het leven was niet makkelijk en het werk was zwaar en vies. Ik moest mijn centen verdienen door heel hard te werken en anders werd ik gewoon ontslagen.
Via een familielid uit Eindhoven kreeg ik een uitnodiging om te komen werken in een betonfabriek, Betonson in Son. Met 21 jaar vertrok ik naar Eindhoven en kreeg al snel een verblijfsvergunning. Het was vies en zwaar werk. Ik wilde hier niet langer blijven en ben uiteindelijk overgestapt van Betonson naar DAF, de bekende fabriek in Eindhoven. Hier was ik lasser en heb ik twee jaar gewerkt. Ik voelde mij alleen, omdat er alleen maar Marokkaanse arbeiders waren. Ik heb daarna achttien jaar lang gewerkt bij een fabriek in Eindhoven die muziekinstrumenten fabriceerde. “
Integratie
“Ik heb zes kinderen en die zijn allemaal in Nederland opgegroeid. Allen van hen werken tegenwoordig en leiden een goed leven. Ik heb hen geleerd om respect te hebben voor iedereen. Verder is het belangrijk dat ze hun eigen cultuur omarmen, daarom heb ik ze ook de Turkse taal geleerd. Ik heb een goede band met mijn buren en omgeving. Naar mijn mening zijn helaas de oudere Nederlandse mensen niet zo blij met de buitenlanders. De jonge Nederlanders hebben juist meer begrip voor ons. Ondanks dat woon ik al zestig jaar met trots in Eindhoven.”