Eerste periode
“In 1969 ben ik samen met mijn man naar Eindhoven gekomen. Alles was toen goed geregeld, alleen met de taal had ik veel moeite. Daardoor waren de sociale contacten in het begin moeilijk. Er waren toen nog weinig Turkse mensen in de buurt. Twee dagen nadat we waren aangekomen, zei mijn man tegen mij: ‘Ik heb altijd vertrouwen in jou. Jij kent de taal niet, maar jij kan gewoon jezelf redden. Ga maar naar Vroom & Dreesmann, dat is een grote winkel. Wat nodig is, mag je gewoon kopen.’ Daarom durfde ik naar de stad te gaan en heb ik alles meteen zelf geregeld. Mijn man heeft altijd hard gewerkt van ’s morgens acht uur tot ’s avonds acht uur. Ik was huisvrouw, dus ik regelde thuis alles zelf. Ik deed boodschappen, ging zelf naar de dokter en ik heb twee jaar een cursus gevolgd.
Van tevoren wist ik dat er rijtjeshuizen in Nederland waren, dus ik had al een beeld gevormd bij hoe het er hier uit zou zien. Ons huis was helemaal goed en de sfeer in Nederland verraste mij niet, maar ik was toch niet gelukkig toen ik hier aankwam. Ik had erg veel heimwee naar mijn vader en mijn vrije leven in Turkije. Daar was ik een vrije vogel, maar hier zat ik opgesloten in een kooitje. Wat heel erg meespeelde hierin, was dat ik hier geen familie en kennissen had. Die eerste jaren waren ontzettend moeilijk.”
Sociale contacten
“In Nederland heb ik zulke leuke buren gehad. Wij dronken samen koffie en kwamen bij elkaar op verjaardagen. We zijn zelfs met buren naar Parijs gegaan voor drie dagen. Verder heb ik op het vliegveld een vrouw leren kennen, waarvan de man al bevriend was met mijn man. Wij zijn daarna ook vriendinnen geworden en daardoor heb ik nog meer mensen leren kennen.
Tegenwoordig heb ik sociale contacten door bepaalde activiteiten die ik onderneem. Ons leven in Turkije was altijd om te delen met andere mensen. Het was heel sociaal en speelde vooral af op straat met andere mensen. Het huis was niet zo belangrijk voor ons, alleen om te slapen. In Nederland leven we veel meer tussen de muren. Hier heb ik gelukkig goede kennissen om mij heen. Ik vind het fijn om onder de mensen te zijn en sociale relaties en andere mensen vind ik belangrijk. Als ik niet mee kan doen aan activiteiten, voel ik mij erg eenzaam.”
Modern
“Vroeger, toen we met verschillende Turkse kennissen bij elkaar kwamen, droegen vrouwen rokjes boven de knie. Als we gingen zitten kregen we dan een extra dekentje op schoot. In die tijd mochten vrouwen alleen jurken dragen maar geen broeken. Mijn man vond dat eigenlijk niet goed en stelde voor dat ik broeken ging dragen. Toen ben ik broeken gaan dragen en gingen andere vrouwen hetzelfde doen.”
Kinderen
“Ik zorg altijd voor mijn kinderen. Mijn zoon wilde altijd buiten zijn, dus lette ik op die momenten goed op. Bovendien heb ik goed gelet op de mensen waar ze mee omgingen. Ik heb altijd gezegd: ‘Zoek een goede vriend, maar ga nooit de verkeerde kant op’. Verder heb ik mijn kinderen meegegeven dat ze niet moeten discrimineren. Ik vind dat een belangrijk onderwerp. Die apartheid mag niet meer gebeuren in deze tijd. Ik heb mijn kinderen daarom geleerd dat ze geen verschil moeten maken tussen mensen. Ze moeten iedereen respecteren, maar het is ook belangrijk dat ze hun eigen cultuur behouden, want dat is je identiteit. Natuurlijk was ik ook een beetje streng.”
Eindhoven
“Mijn man is helaas op jongere leeftijd overleden, dus ik ben al dertig jaar alleen en dat is moeilijk. Gelukkig heb ik hele goede kinderen en kleinkinderen. In de zomer ga ik vaak naar Turkije op vakantie, maar ik kom altijd terug, omdat mijn kinderen en kleinkinderen hier zijn. Ik ben overal geweest. België, Duitsland, Frankrijk en Amerika heb ik allemaal gezien. Nederland is een goed land en Turkije is maar drie uur vliegen. Uiteindelijk is Eindhoven mijn stad. Ik vind het als een lichtstad.”