Cuijk, rijkdom in de schaduw van Nijmegen

Reconstructie van de tempel van Cuijk

Reconstructie van een van de tempels van Cuijk in het Archeon in Alphen aan de Rijn. (Foto: René Voorburg, Vici.org)

Wie tegenwoordig door Cuijk loopt, wordt niet overweldigd door de historische panden of bijzondere gevels, uitzonderingen als de Sint-Martinuskerk daargelaten. Toch heeft Cuijk een uitzonderlijk rijke geschiedenis die zich tot ruim in de prehistorie uitstrekt.

Vele jaren historisch en archeologisch onderzoek hebben enorme hoeveelheden informatie opgeleverd. Hoewel er veel is onderzocht, is er weinig synthetiserend werk geleverd dat al deze onderzoeken bundelt tot een overkoepelend verhaal. Er zijn verschillende pogingen gedaan, maar de ware pracht van Cuijk blijft onderbelicht.

Prehistorie

Hoewel binnen de gemeentegrenzen Haps met name de grote aandachtstrekker is wat betreft de prehistorische resten, zijn er ook in Cuijk aanwijzingen voor menselijke activiteit. Resten zijn aangetroffen van de periode van de klokbekercultuur tot en met de bronstijd. In de late prehistorie zal er een dus een continuïteit van gebruik zijn. De Romeinen kozen geen willekeurige locatie uit.

Kaartje Romeins Cuijck

Een overzicht van de Romeinse restanten in Cuijck (Bron: OpenStreetMap)

Romeinse tijd

Cuijk is met name gekend door de duidelijke aanwezigheid van de Romeinse archeologie. Echter is deze nederzetting, gelegen in de schaduw van Nijmegen, misschien minder bekend dan deze eigenlijk verdient. Daar waar Nijmegen een zeer belangrijk militair centrum is, lijkt Cuijk meer een civiel centrum. In ieder geval meer dan het beeld van ‘slechts’ een overslagplaats voor distributie, zoals soms wordt geopperd.

De basis voor de verwachting dat Cuijk meer is dan ‘slechts’ een steunpunt of overslagcentrum ligt in de vele vondsten die duiden op de monumentaliteit van de nederzetting. Cuijk was duidelijk aan het ‘verstenen’, de aanwijzingen hiervan zijn onder andere al opgegraven door professor Van Giffen in de jaren ’30 van de afgelopen eeuw (zie figuur 1). Hier zijn de funderingen van stenen bouwwerken aangetroffen met daarop muurresten die meer dan 1,5 meter hoog zijn. Vondsten die slechts beperkt in Nederland bekend zijn.

Professor Bogaers volgt in de jaren ’60 met onderzoeken naar het castellum (een castellum is vrij vertaald een Romeins kasteel) en komt uiteindelijk met zijn beeld, de huidige standaard voor Cuijk.

Toch verdient de, op basis van professor Bogaers bevindingen tot stand gekomen, beeldvorming een nuancering. De situatie lijkt namelijk een aanzienlijk stuk complexer dan deze afbeelding. Zo worden er geen monumentale gebouwen aan de westzijde van de Romeinse weg afgebeeld. Onderzoek uitgevoerd bij de bouw van winkelcentrum Maasburg, juist aan de westzijde van de voorgenoemde weg,  levert een mogelijk badhuis op. Volgens de betrokken bouwvakkers en vrijwilligers is er mogelijk zelfs sprake geweest van een met mozaïek ingelegde fontein (hier zijn geen harde bewijzen voor). Er is helaas, vooralsnog, geen goed verslag beschikbaar van dit onderzoek. Toch wijzen deze bevindingen uit dat er aan de westzijde van de weg ook steenbouw plaatsvond.

Recenter is het onderzoek in de Grotestraat. Hier is uitgebreid onderzoek uitgevoerd in het kader van een rioolvernieuwing. Tijdens het onderzoek is een wegdek aangetroffen van plaatselijk meer dan twee meter dik, met verschillende gebruiksniveaus.

Spitsgracht castellum Cuijk

De in 2017-18 aangetroffen weg voor het castellum langs, met links de insteek van een spitsgracht. (Foto: Nico van der Feest)

Alle rechten voorbehouden

Het meest opvallende was een spitsgracht (v-vormige gracht) die door het grinddek van de weg heen was gegraven. De eerste hypothese is dat dit een latere spitsgracht betreft (mogelijk vierde eeuw), terwijl de weg ouder is. Dit valt samen met het beeld dat de bekende brug over de Maas bij Cuijk dateert uit het midden van de vierde eeuw.

De gedachte is dat de brug is aangelegd omdat de doorwaadbare plaats bij het noordelijker gelegen Katwijk niet meer bruikbaar was. Dit was het gevolg van de massale boomkap in België en Frankrijk. Omdat er geen bomen meer waren om het water vast te houden steeg het waterniveau in de Maas en dit zorgde ervoor dat oversteken bij Katwijk onmogelijk werd. Om toch te voorzien in een goede verbinding is de brug aangelegd. Met de aanleg van de brug is altijd gedacht dat ook het castellum werd aangepast. Het kreeg vermoedelijk een andere oriëntatie vanwege de afbuigende weg.

Met dit in het achterhoofd is het helemaal niet zo vreemd dat de aangetroffen spitsgracht door de, op dat moment inmiddels verlaten, weg wordt gegraven. Wat verder nog opvallend is, is dat deze spitsgracht niet de spitsgracht van professor Bogaers is. De gracht die de professor zag was slechts 30 tot 40 centimeter diep (op historisch beeldmateriaal). Toch baseerde hij hier zijn model van het castellum op. Dit is mogelijk de aanleiding dat het castellum van Cuijk altijd een wat markante vorm heeft met een langere en kortere zijde. Als echter de lijn van de in de weg aangetroffen spitsgracht wordt doorgetrokken, lijkt er een beeld uit te komen dat beter binnen de traditionele vorm van een castellum in Nederland past.

De Grotestraat gaf ook de ligging van de ingang van het castellum prijs. De spitsgracht werden centraal in de zone waar het castellum werd verwacht onderbroken om na enkele meters weer tevoorschijn te komen.

Ingang castellum Cuijck

Het wegdek in profiel met in rood de begrenzing van de spitsgrachten. (Foto: Nico van der Feest)

Alle rechten voorbehouden

Wat het beeld onderbouwt dat Cuijk mogelijk groter was dan gedacht, is een afsplitsing van de weg voor het castellum langs. De huidige Korte Molenstraat ligt in nagenoeg dezelfde oriëntatie als de aangetroffen zijweg, de Romeinse variant ligt echter deels onder de noordelijke bebouwing langs de Korte Molenstraat. Het lijkt dat de weg in latere fasen (hoger in het profiel) niet langer aanwezig is, mogelijk is dit een indicatie dat Cuijk in de loop der jaren kleiner is geworden of dat, net als de naar het noorden toe lopende weg, sommige delen buiten gebruik zijn geraakt. Het blijft dan ook een vraag hoe het castellum uit de eerste fase er uit zag. Cuijk staat als een naam vermeld op de Peutingerkaart (een middeleeuwse kopie van een reiskaart, vermoedelijk, uit de vierde of vijfde eeuw), terwijl Nijmegen als gebouw/stad is afgebeeld, maar was dit in de vroegste fase van ontwikkeling ook het geval?

Uitsnede Peutingerkaart met Noviomagus en Ceuclum

Uitsnede van de Peutingerkaart, met Noviomagus (Nijmegen) en Ceuclum (Cuijk). (Bron: Wikimedia Commons)

Vanaf de Kerkstraat neemt de weg snel in dikte af en lijken er in latere fasen andere activiteiten te zijn uitgeoefend. Er is namelijk op de zuidelijke hoek van de Korte Molenstraat sprake van diverse brons-/koperspetters, deze kunnen op ambachtelijke activiteiten duiden.

Verder afzakkend in zuidelijke richting is in het verleden tijdens onderzoek een groot aantal Romeinse graven aangetroffen. Een deel hiervan tijdens professionele opgravingen. Andere hebben we te danken aan de noeste inzet van amateurarcheologen die veel materiaal in Cuijk hebben gered. Diverse van deze graven zijn nog te zien in het museum in de Sint-Martinuskerk (aan de zijde waar professor van Giffen zijn muren heeft aangetroffen en nu een mooi grasveld aanwezig is, naast de historische begraafplaats). De graven zijn rijk te noemen, zowel in omvang als kwaliteit, maar er moet rekening gehouden worden dat deze graven mogelijk niet de mooiste waren. De notabelen lieten zich namelijk zo dicht mogelijk bij het castellum begraven, naar vermoeden begint het grafveld al bij de Kerkstraat.

Dat het bekend was dat de bodem van Cuijk vol met archeologische schatten zat wist men aan het begin van de twintigste eeuw al. Er zijn verhalen bekend dat de toenmalige onderzoekers tot wel 1 gulden betaalde voor een intacte pot. Iets wat verschillende Cuijkenaren aanzette tot het omspitten van hun tuinen, 1 gulden was in die tijd een groot bedrag.

Post Romeins

Aan het einde van de Romeinse periode, blijft de Romeinse nalatenschap van belang. De brug zal vermoedelijk nog enige tijd in gebruik zijn geweest, maar er zijn ook veel aanwijzingen dat de Romeinse weg door Cuijk in gebruik is gebleven, mogelijk slechts als fundering voor latere activiteiten. Zo is men altijd nog op zoek naar een motte(kasteel) afkomstig uit de middeleeuwen die in het centrum van Cuijk zou moeten liggen. Er is altijd gesuggereerd dat deze op het hoogste punt van Cuijk zou moeten liggen (grofweg ter plaatse van de Sint-Martinuskerk), maar er zijn geen concrete aanwijzingen voor gevonden. De Romeinse weg is later wel de basis gaan vormen voor zowel een laatmiddeleeuwse opvolger, als een uit de vroegmoderne tijd, de Grotestraat.

Laatmiddeleeuwse stijgbeugel

Een vermoedelijk laat middeleeuwse stijgbeugel aangetroffen in een laag straatvuil direct boven het Romeinse wegdek. (Foto: Nico van der Feest)

Alle rechten voorbehouden

 

Bronnen

Van Enckevort, H. en Thijssen J., Cuijk. Een regionaal centrum in de Romeinse tijd, Utrecht, 2002.

Bogaers, J., "Opgravingen te Cuijk, 1964-1966", in: Brabants Heem (jrg. 8, 1966), 122-136.