Auteur: Evert Verhoeven

Eustachius van Lieshout

Geboortedatum: | Sterfdatum:

De wonderdoener van Poá

Portret Eustachius van Lieshout

Portret Eustachius van Lieshout, ca. 1920. (Foto: anoniem, ca. 1920, Wikimedia Commons)

Alle rechten voorbehouden

Pater Eustachius van Lieshout mag dan Brabantse wortels hebben, beroemd is hij geworden door zijn werk en wonderen in Brazilië. Daar is een ware cultus rondom zijn persoon ontstaan en het proces voor een zaligverklaring in gang gezet. Maar wie is de man, die bekend is komen te staan als de wonderdoener van Poá?

Familie en opleiding

Op 3 november 1890 werd Hubertus van Lieshout geboren in een Brabants boerengezin met in totaal elf kinderen. Onder invloed van de katholieke overtuiging van het gezin kozen vier van de kinderen een religieus levenspad: drie van de dochters traden in een klooster in en Hubertus koos ervoor om, in navolging van pater Damiaan (1840-1889), missionaris te worden. Na opleidingen aan de Latijnse School in Gemert en het seminarie Damianusstichting te Grave legde Van Lieshout de kloostergeloften af, verkreeg de kloosternaam Eustachius en studeerde theologie.

 

Carrière in Europa

Na het afronden van zijn studie werd Van Lieshout in 1919 te Ginneken door bisschop Hopmans van Breda tot priester gewijd. Na zijn wijding was hij kort betrokken bij congregatiekandidaten in Vierlingsbeek, maar verlegde zijn werkterrein al snel naar Zuid-Holland. Daar werkte hij onder meer in Maassluis, waar hij de pastorale zorg voor de Waalse gemeente verzorgde. De Waalse gemeente had zich nog maar relatief kort in Maassluis gevestigd; onder invloed van de Eerste Wereldoorlog was er weinig werkgelegenheid in Wallonië, waardoor veel Walen zich genoodzaakt zagen te migreren. Door een toenemende vraag om grote panelen glas te produceren voor het gebruik in de kassenbouw in het Westland, vestigden zich een groot aantal van deze migranten zich tussen 1910 en 1920 in Maassluis, waar een nieuwe glasfabriek specifiek voor dit doel was geopend. Daarnaast werkte hij als kapelaan in Roelofarendsveen.

Missiewerk

In 1925 werd Eustachius naar Brazilië gestuurd om daar als missionaris het woord Gods te verkondigen. Een aantal congregaties had vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw hun werkgebied al steeds verder verlegd naar Latijns-Amerika. Ook de relatief nieuwe Paters van de Heilig Harten richtten hun pijlen in de jaren ’20 van de twintigste eeuw op een nieuw missiegebied. In juli 1925 kwamen Eustachius en zijn broeders in Minas Gerais aan, waar Eustachius als pastoor de parochie Água Suja bediende. Aan deze parochie was ook een Maria-cultus verbonden, Nossa Senhora da Abadia de Água Suja (Onze-Lieve-Vrouwe van de Abdij van Água Suja), waardoor er in augustus jaarlijks sprake was van pelgrimsstromen naar de kleine plattelandsparochie. Gedurende deze periode werkt Eustachius ook als arts voor de parochie, aangezien deze niet beschikte over een lokale arts of apotheker. Als basis voor zijn medische werk maakte hij gebruik van een medisch handboek en probeerde personen te genezen met natuurlijke en eenvoudig beschikbare geneesmiddelen.

 

Katholicisme en Candomblé

Na een succesvolle carrière in Água Suja werd Eustachius in 1935 overgeplaatst naar de stad Poà, die op dat moment meeprofiteerde van de industriële ontwikkelingen in het nabijgelegen São Paulo. Hier probeerde hij de lokale bevolking te bekeren tot het katholicisme en het Candomblé-geloof af te laten zweren. Candomblé  is een geloof waarin voorouderverering centraal staat en zijn wortels vindt in de door tot slaafgemaakten meegenomen Afrikaanse en Caraïbische geloven. Het succes van Eustachius in het bekeren van een aantal van deze gelovigen kan met name worden gevonden in de gelijkenissen tussen het katholicisme en het Candomblé: de verering van heiligen en voorouders heeft een overlap en in veel katholieke symbolen werden Candomblé-symbolen geïntegreerd. De integratie van elementen van het Candomblé in katholieke riten en symbolen had echter een andere reden: de Braziliaanse overheid zette tot de jaren ’60 van de twintigste eeuw in op de onderdrukking en uitbanning van het Candomblé-geloof. Door elementen te incorporeren in een ander geloof, kon (naast heimelijk) het Candomblé alsnog beleden worden, zij het in een christelijk kader.

 

Station Poa

Het station van Poa in de late negentiende eeuw. (Foto: Artur Antonio A. Amorim, Estação Poá do século XIX, Wikimedia Commons)

Wonderdoener

Naast zijn pogingen om de lokale bevolking te bekeren tot het katholicisme maakt Eustachius furore met zijn genezing van zieken door middel van gebed en invocatie van Sint Josef. Deze wonderlijke genezingen zorgden ervoor dat Poà al snel uitgroeide tot een pelgrimsoord, waar men naartoe trok in de hoop genezen te worden door de “wonderdoener van Poà”. Deze aanloop van mensen zorgde echter snel voor problemen: de mensenstromen waren te groot om goed met het openbaar vervoer naar Poà te brengen en langs de wegen werden pelgrims beroofd. Daarnaast werden binnen Poà woekerprijzen gevraagd voor voedsel en onderdak en zorgde de mensenmassa voor een druk op de lokale voorzieningen.

Onder invloed van de problemen die de populariteit van Eustachius met zich mee bracht, zag de Braziliaanse overheid zich genoodzaakt om Eustachius te weren uit dorpen en steden. Na instructies te hebben ontvangen van de kardinaal van São Paulo verliet Eustachius Poà in 1941 en dook vervolgens onder, om zo te ontsnappen aan de menigte pelgrims die genezing zochten.

Na een jaar ondergedoken te zijn geweest, keerde Eustachius terug in de openbaarheid, dit maal als pastoor in Belo Horizonte. Aangezien hij nog steeds veel pelgrims naar zijn parochie trok, werd een assistent aangesteld die als een van de belangrijkste taken het in de hand houden van de toegestroomde mensenmassa’s had. Gedurende zijn verblijf in Belo Horizonte liep Eustachius in 1943 vlektyfus op als gevolg van een insectenbeet. Na een ziekbed van een week overleed hij vervolgens op 30 augustus 1943.

 

Cultus en receptie

Na zijn dood werd Eustachius in een grootse uitvaart, waarbij duizenden mensen aanwezig waren en langs de route stonden, begraven in de kerk van Santo Dominigo in Belo Horizonte. Vanuit hier werd zijn lichaam in 1949 overgebracht naar de Igreja dos Sagrados Corações, de kerk die de parochie onder zijn leiding was begonnen te bouwen. Het graf van Eustachius was zowel in de oude als de nieuwe locatie een bedevaartsoord, waar velen naartoe trokken en trekken in de hoop genezen te worden.

Door de populariteit van Eustachius werd al kort na zijn overlijden in Brazilië het proces voor een zaligverklaring opgestart. Nadat alle zaligverklaringsprocessen door zijn congregatie, de Congregatie van de Heilige Harten, in 1970 tijdelijk waren stilgelegd, kwam in de jaren ’80 van de twintigste eeuw het proces weer langzaam op gang op instigatie van de Braziliaanse geestelijkheid. In 2003 werd Eustachius door Johannes Paulus II opgenomen in de Eerbiedwaardige Dienaren Gods, waarna hij in 2006 zalig werd verklaard. Als essentieel onderdeel van deze zaligverklaring diende sprake te zijn van een erkende wonderbaarlijke genezing op voorspraak van Eustachius, die na zijn dood had plaats gevonden.

 

Bronnen

Huisman, P., “Damianusgesticht in Grave”, via: https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/damianusgesticht-in-grave (stand op 19 juli 2018).

Omroep Brabant, “Pater Eustachius van Lieshout herbegraven in Brazilië”, 29 augustus 2007, via: http://www.omroepbrabant.nl/?news/86238782/Pater+Eustachius+van+Lieshout+herbegraven+in+Brazili%C3%AB.aspx (stand op 19 juli 2018).

Parés, L., The Formation of Candomblé: Vodun History and Ritual in Brazil (vert. R. Vernon), 2013.

Schmidt, B., en Engler, S., Contemporary Religions in Brazil, Leiden/Boston 2016.

Van Dijk, M., “Onbekende Brabander is bemind in Brazilië”, Trouw (15 juni 2006), https://www.trouw.nl/home/onbekende-brabander-is-bemind-in-brazilie~a55b3f9e/ (stand op 19 juli 2018).

 

Deze persoon komt voor in Brabantse Helden, een tv-serie geproduceerd door Eendracht Films en Erfgoed Brabant voor Omroep Brabant.