Auteur: Joep Eijkens

Winando

Geboortedatum: | Sterfdatum:

illusionist en telepaat

CR0589 Josef Meulendijks 2

De advertentie over Winando in de Helmondsche Courant op 23 oktober 1945. (Bron: 23 oktober 1945, Helmondsche Courant)

Alle rechten voorbehouden

Winando heette eigenlijk Hendricus Bartholomeus van Heusen. Hij werd geboren op 10 februari 1902 te Breda als zoon van Johannes Jacobus van Heusen en Marijke Alssema. Hij overleed op 11 juni 1971 te Tilburg.

Tal van geheimen

"De geheimzinnige kloppen van de Miniatuurdeur". "Zeer vrolijke proeven van suggestie". "Verstijving of Catalepsie (schijn dood)". Zo maar een greep uit het programma van de shows waarmee Winando ooit volle zalen trok. Shows die met tal van geheimen omgeven waren. Net zoals zijn eigen leven. Want de indringende ogen waarmee hij de mensen aankeek, leken tegelijkertijd diezelfde mensen buiten zijn eigen wereldje te houden. En toen Henk van Heusen in 1971 echt dood ging, nam hij ook dat ene goed bewaarde geheim van zijn artiestennaam mee. Niemand wist hoe Winando aan zijn naam kwam, laat staan of hij er iets speciaals mee bedoelde.

Vooral vóór de oorlog was hij beroemd in Brabant. Winando, telepaat, hypnotiseur en illusionist. De man die mensen op zwaarden kon laten rusten, die zelfs een politieagent miauwend over het toneel kon laten kruipen. De "beul" die zijn vrouw avond aan avond onthoofdde met een heuse guillotine. De "Tilburgse Fakir" die een Indische jongen langs een plotseling loodrecht overeind staand touw omhoog kon laten kruipen en hem probleemloos de ledematen van het lijf kapte.

Maar óók de paragnost die wist hoe zoonlief het in de Oost of in de Arbeitseinsatz stelde en die zelfs kon voorspellen wanneer een inbreker toe zou slaan… Bovendien de "Professor" bij wie men terecht kon voor gezondheidsbevorderende kruidenmengsels en - zeker niet op de laatste plaats - voor de oplossing van persoonlijke problemen, "zelfs de moeilijkste".

 

Studie

Hendricus Bartholomeus van Heusen werd geboren op 10 februari 1902 aan de Nijverheidssingel te Breda en leek voorbestemd om drukker te worden net zoals zijn vader. Hij werkte ook een blauwe maandag bij drukkerij Van Turnhout, maar werd er op staande voet ontslagen. Het verhaal wil dat de leerling-drukker op zeker moment zo sterk opgegaan was in zijn hypnose-oefeningen dat hij simpelweg vergeten had zijn met de voet te bedienen degelpers aan de gang te houden.

Van Heusen heeft in kranteninterviews enigszins uiteenlopende versies gegeven van hoe hij in de wereld van de telepathie en hypnose verzeild is geraakt. Het meest volledig en betrouwbaar klinkt het verhaal dat het weekblad De Tilburgse Koerier in 1964 publiceerde bij gelegenheid van wat genoemd werd zijn "40-jarig toneeljubileum".

Reeds op twaalfjarige leeftijd, zo vertelde Winando toen, had hij thuis op zolder enige boeken gevonden over occulte zaken. Kennelijk waren de boeken ooit bezit geweest van zijn grootvader van moederszijde, een Groningse bruggenbouwer die zich in zijn vrije tijd ook met hypnose bezighield. De lectuur van die boeken smaakte naar meer en de in kruidenkunde geïnteresseerde Bredase boekhandelaar Couvreur hielp hem aan nieuwe literatuur. Daar bleef het niet bij want de leergierige knaap begon ook aan een studie telepathie, hypnose en magnetisme en werd lid van een vereniging die in Breda bijeen kwam bij een zekere 'madam Eberlee'.

 

Roem en rijkdom

Het is niet duidelijk waarom er sprake is van een "40-jarig" jubileum. In 1964 was hij 62 jaar, maar naar eigen zeggen was Van Heusen 16 jaar oud toen hij zijn debuut maakte en wel tijdens een voorstelling voor onderofficieren in het Bredase Concordia. Al snel volgden optredens elders in Brabant. Zijn werkterrein breidde zich in de loop der jaren tot België uit, ja zelfs in Parijs stond hij ooit op de planken. Maar dat Parijse avontuur, samen met de Bredase sneltekenaar Jacques Rijfkogel, was voor zover bekend slechts eenmalig.

Winando verdiende royaal en gaf het verdiende geld ook royaal uit. Niet op de laatste plaats aan vrouwen, want hij heette een charmeur te zijn en een versierder. In de familie stond hij bekend als een vriendelijke suikeroom maar ook als iemand die keihard kon zijn op het zakelijke vlak. Het was een levensgenieter die vooral zijn eigen leven leidde.

 

Familiecircus

De Limburgse bakkersdochter die zijn echtgenote zou worden, Mary Schiffers uit Vaals, werd ook zijn belangrijkste medewerker onder de naam Mary Lepino. Volgens het Tilburgse bevolkingsregister bewoonde hij vanaf 1932 zelf en van 1935 tot 1939 samen met haar een deel van het imposante herenhuis Casa Cara aan de Lange Nieuwstraat te Tilburg. En het was ook daar dat prof. Winando consult aan huis gaf. Om de meest uiteenlopende zaken kwamen mensen bij hem aankloppen. Van werklozen op zoek naar werk tot echtparen met huwelijksproblemen. Overigens gaf Winando ook consult na afloop van zijn shows.

Het waren voor die tijd opzienbarende shows. Dat valt tenminste op te maken uit een uitgebreide vooroorlogse reportage onder de kop "Ook Holland heeft een fakir!" in het populaire weekblad Het Leven, maar ook uit de in geuren en kleuren vertelde verhalen van mensen die met Winando samengewerkt hebben, onder wie de Tilburgse volksschrijver Broer Donders.

Grote indruk maakte met name een bloederig programmaonderdeel waarbij het zogenaamd afgehakte hoofd van Mary Lepino door het publiek opgegeven rekensommen moest uitrekenen. De hiervoor benodigde 'Monster Guillotine' had Winando uit Amerika laten komen, maar de andere decors werden gemaakt door eigen medewerkers, onder wie een neef. De hele organisatie had sowieso iets weg van een klein familiecircus.

 

Professor of kwakzalver

Winando en zijn vrouw verhuisden in 1939 naar Villa Zonneheuvel aan de Bosscheweg in Berkel-Enschot. Zij trouwden op 28 januari 1941 voor de wet te Tilburg, waarna op 19 februari hun huwelijk kerkelijk ingezegend werd te Vaals. Het kinderloze paar kwam kennelijk zonder veel problemen de oorlog door en betrok in december 1944, ruim een maand na de bevrijding van Tilburg, een huis aan de Heile Schoorstraat. Ze traden in die tijd onder meer op voor de Binnenlandse Strijdkrachten en de geallieerden. Wel vaker waren soldaten een dankbaar publiek, zo bleek in de jaren vijftig.

Ook op het nieuwe adres in de Sacramentsparochie was het een komen en gaan van mensen die "Professor Winando" raadpleegden. En zijn shows trokken volle zalen, met name in het zuiden van het land, maar ook in België. Al bleef hypnose de hoofdmoot, de goocheltrucs van Mary Lepino, optredens van fakirs en een Hawaïmuziekgroep zorgden voor een echt variétéprogramma waar gegriezeld en gelachen kon worden.

Volgens een artikel dat de Nieuwe Tilburgse Courant in 1954 publiceerde, hield de Tilburgse telepaat en illusionist één keer per week consult in Antwerpen. Hij liet de verslaggever overigens ook nadrukkelijk noteren dat hij tégen kwakzalverij was en zich zelf verre hield van de geneeskunst. Toch kon je bij "prof. Winando" ook terecht met lichamelijke kwalen. Nu eens bestond zijn remedie uit een of ander kruidenmengsel, dan weer… uit een flesje cognac!

Het is de vraag hoeveel mensen hem, zijn eigen woorden ten spijt, toch als een charlatan beschouwden. Zo haalde Winando, eveneens in 1954, opnieuw de krant met het hoogst merkwaardige verhaal dat hij een inbraak in Bergeijk één maand van tevoren al, zelfs op de dag en het uur af, voorspeld zou hebben. Maar vermoedelijk kun je hier eerder spreken van ludieke reclame dan volksverlakkerij.

 

Vluchtig maar onvergetelijk

Rond 1960 begon Winando het wat rustiger aan te doen. Hij trad nog wel af en toe op maar beperkte zich tot kleinere gezelschappen en schoolvoorstellingen. "Ik heb me gespecialiseerd in vermissingen en opsporingen", zei hij in 1964 in het reeds aangehaalde interview met De Tilburgse Koerier. Zijn vrije tijd vulde hij met kaarten, vissen en met het drinken van een borrel in zijn stamkroeg, café Casino aan de St. Josephstraat.

Winando stierf op 11 juni 1971, 69 jaar oud. "Henk, als man ben je onvergetelijk voor mij" liet Mary Schiffers op zijn bidprentje zetten, "als vriend en raadsman ben je onvergetelijk voor allen, die velen zijn". Die velen zijn, net zoals Mary zelf, ondertussen bijna allemaal overleden.

De kunsten van Winando behoren tot de vluchtige soort. Ook zijn graf op het kerkhof aan de St. Josephstraat is al lang geruimd. Misschien nog het sterkst leeft hij voort in de foto's die bewaard gebleven zijn. En in de dankbetuigingen van mensen die op aanwijzing van de Tilburgse telepaat hun verloren horloge, geld of trouwring terugvonden, vaak in eigen huis. Of in die ene dankbrief van een Amsterdamse dame die tot haar opluchting kon mededelen dat haar weggelopen man eindelijk weer terug was gekomen uit Antwerpen, precies zoals de Weledele geleerde Heer Winando het voorspeld had. Je kunt je voorstellen dat de Tilburgse professor het de trouweloze echtgenoot zelf aangeraden had op zijn eigen spreekuurtje of gewoon in een of ander etablissement in de Sinjorenstad…

 

Bronnen

Winando-archief, berustend bij mevrouw J. Lux-Verdonk, een nicht van Mary Schiffers.

Interviews met de familieleden J. van Heusen en mevrouw J. van Heusen-van Gils en met Broer Donders, voormalig medewerker van Winando.

Diverse persartikelen, waaronder:

'Ook Holland heeft een fakir! Kabinet der duizend wonderen.' in: Het Leven. Datum onbekend, vermoedelijk eind jaren dertig

'Telepathie en Hypnotisme.' in: Het Tooneel, 9 maart 1946

'Winando de wonder telepaath' in: Het Tooneel, 23 november 1951

'Winando viert 40-jarig toneeljubileum' in: De Tilburgse Koerier, 28 februari 1964

'Winando overleden', in: Het Nieuwsblad van het Zuiden, 12 juni 1971

 

Dit artikel verscheen eerder in: J. Brouwers e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noord-Brabanders. Deel 6, 's-Hertogenbosch, 2003.