Jacob Verboven doorloopt alleen de lagere school. Op zijn veertiende gaat hij werken in een textielfabriek, en ook werkt hij een jaar in een limonadefabriek. Door de bladen die thuis worden gelezen wordt Jacob antifascistisch en besluit hij naar Spanje te gaan om te vechten in de Spaanse burgeroorlog. Omdat hij gehoord heeft dat er in Parijs een wervingsbureau is vertrekt Jacob, samen met Sjef Doedee (1917-1942), op 17 november 1937. Nadere gegevens zijn hem waarschijnlijk verstrekt door Janus van Esch (1900-1987). Jacob heeft niet lang naar het wervingsbureau hoeven te zoeken. Dit in tegenstelling tot wat hij later in een verhoor zal aangeven.
Verboven blijft drie dagen in Parijs en vertrekt dan met ongeveer acht anderen naar Spanje. Op 22 november komt hij aan. Over zijn verblijf in Spanje is verder niets bekend tot het moment dat hij op 2 april 1938, bij de slag om de Ebro, krijgsgevangen wordt gemaakt. Jacob komt terecht in een krijgsgevangenkamp in Belchite. Vervolgens wordt hij samen met een aantal anderen overgebracht naar San Pedro de Cardeña. Dit kamp is gevestigd in een oud klooster vlakbij de stad Burgos.
Na de afloop van de burgeroorlog komt Jacob Verboven, net als Harry van Loon (1908 5-na 1948), uiteindelijk terecht in het concentratiekamp in Miranda de Ebro. In juli 1942 wordt Verboven samen met acht anderen vrijgelaten. Jacob heeft het geluk dat er een naamsverwisseling heeft plaatsgevonden. Daardoor kon hij mee in plaats van Christiaan Verhoeve (1915-na 1946). Verhoeve is uiteindelijk pas in 1943 vrijgelaten. De vrijgelaten groep van zo’n 50 man waartoe Verboven behoort, bestaat naast interbrigadisten uit een aantal vluchtelingen. Men vertrekt per boot, de 'Cabo de Hornos', vanuit de Galicische stad Vigo naar het Caraïbisch gebied. Na een verblijf van twee maanden op Trinidad gaan ze naar Curaçao, en vandaar naar Canada.
De mannen worden opgenomen in de net opgerichte Prinses Irene Brigade. Verboven krijgt daar de mogelijkheid aan te geven bij welk gevechtsonderdeel hij wil dienen. Jacob wil niet bij de infanterie, maar liever bij de Royal Air Force zodat hij in een Spitfire kan vliegen. Verboven ontmoet in Canada ook prins Bernhard (1911-2004) en hij herhaalt tegenover de prins zijn wens. Die antwoordt dat hij net zo veel recht heeft om te kiezen als de Engelandvaarders. Uiteindelijk komt Jacob wel bij de Britse luchtmacht terecht, maar dan als grondwerktuigkundige. In april 1943 gaat Verboven naar het kamp van de Prinses Irene Brigade in Wolverhampton, Engeland. Hier wordt een verhoor afgenomen waarin zijn politieke gezindheid en vaderlandsliefde worden getoetst.
Verboven wordt, samen met bekende oud-Spanjestrijders als Jef Last (1898-1972) en de in Kaatsheuvel geboren Piet Laros (1901-1997), weer tot Nederlander genaturaliseerd in september 1946. In 1947 treedt hij in Tilburg in het huwelijk met de zeven jaar jongere Petronella Gerarda Adriana Beerens (1921). Jacob overlijdt op 11 februari 2000 in zijn geboorteplaats.
Bronnen
Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.196
Ministerie van Defensie, Archief Persoonsdossiers