Bij het uitbaggeren van de plassen in de jaren ’70 en ’80 zijn tienduizenden archeologische vondsten gedaan. De vondsten – waaronder zwaarden, menselijke skeletresten, wapenrustingen en gordelhaken – vormen mede de basis voor de hypothese dat de Romeinse veldheer Julius Caesar hier in 52 v. Chr. twee Germaanse stammen zou hebben vernietigd. De plek van de ‘veldslag’ is geïdentificeerd met De Lithse Ham door het feit dat Maas en Waal hier destijds samen zouden stromen. Caesars’ veldslag, als die hier heeft plaatsgevonden, is ‘slechts’ een van de verhalen die bij deze unieke plek horen.
Bewoning in de laatste eeuw(en) vóór Christus
De oevers van de rivieren Maas en Waal werden in het laatste deel van de IJzertijd, vanaf ruwweg 250 v. Chr., intensief bewoond, getuige de vele archeologische vindplaatsen in het huidige Land van Maas en Waal en in de Maaskant. Het is daarbij belangrijk om te beseffen dat de Maas, tegenwoordig de scheiding tussen Noord-Brabant en Gelderland, destijds geen grens vormde. Het was een dynamische rivier die gedurende het jaar op verschillende plaatsen doorwaadbaar was. Ze vormde een ‘levensader’, een verbinding en de ontsluiting van het gebied.
Vanuit dat oogpunt ligt de vindplaats Kessel - inclusief de vindplaats Moordhuizen aan de Gelderse zijde van de Maas - op een zeer strategische locatie. Het ligt dan ook voor de hand om de enorme aantallen dierlijk botmateriaal en aardewerk, munten en sieraden en werktuigen uit met name de late IJzertijd te interpreteren als de restanten van een nederzetting. De vindplaats wordt zelfs geïnterpreteerd als een regionaal centrum dat in de eeuwen vóór Chr. een logistiek, economisch en religieus knooppunt vormde voor de bewoners rond Maas en Waal, gelegen dus op een plek waar de belangrijke rivieren Maas en Waal het dichtst bij elkaar stroomden.
Bewoning in de eerste eeuw(en) ná Christus: Vada
De nederzetting blijft ook in de Romeinse tijd bewoond. En het was niet zomaar een nederzetting, getuige het vele tufsteen, mortel, dakpan en vooral aardewerk. Het is goed mogelijk dat hier de Romeinse nederzetting Vada lag. De Romeinse geschiedschrijver Tacitus (56-117) noemt Vada als een van de nederzettingen van waaruit het Romeinse leger optrad tegen de Bataafse opstand in 69/70 na Chr. Opstandelingenleider Julius Civilis zou volgens hem eigenhandig een aanval op Vada hebben geleid. De vondsten uit Moordhuizen, dat sterk overeenkomt met Kessel, sluiten hier op aan. Mogelijk is hier sprake van één uitgestrekte nederzetting? Een nederzetting die bestaat uit bewoning op beide oevers van de Maas, verbonden met een brug zoals we dat ook uit Cuijk (Romeins Ceuclum) kennen dat enkele tientallen kilometers stroomopwaarts aan de Maas ligt.
Hoewel de locatie niet exact bekend is, ligt het voor de hand dat Vada op een strategisch punt als dat bij Kessel lag. Dit is dé plek voor een handelscentrum, op een plek waar routes over water en land samenkomen. Daarnaast is er aan beide zijden van Maas en Waal sprake van een intensief bewoond achterland. Hier liggen in de eerst eeuwen na Chr. tientallen kleinere en grotere nederzettingen.
Tot slot
De vondsten uit Kessel (en Moordhuizen) vormen niet alleen een van de rijkste maar ook de grootste archeologische vindplaats van Nederland, gelegen op een bijzondere landschappelijke locatie. De plek waar Maas en Waal dicht bij elkaar komen heeft eeuwenlang een belangrijke betekenis gehad, al merken de bezoekers en gebruikers van De Lithse Ham daar tegenwoordig nog maar weinig van.
Literatuur
Brouwers, W. en P. van der Heijden, Bagger! Het begin van de Nederlandse geschiedenis, 2014, Oss.