Burgerrechten voor katholieken en joden

/beeld/verhalen/81610_synagoge_Bergen_op_Zoom.jpg

De synagoge van Bergen op Zoom werd in 1832 gebouwd. (Foto: Marc Bolsius, Erfgoed Brabant)

Tijdvak van pruiken en revoluties: 1700 – 1800

In de periode van de Verlichting (ca. 1650 – 1800) kijken filosofen en andere denkers op een andere manier naar de wereld. Zij keren zich tegen de almacht van de vorsten en van de heersende kerk. In Frankrijk roepen door de Verlichting geïnspireerde revolutionairen in 1789 de Republiek uit. De nieuwe Franse republiek draagt ideeën van gelijkheid, vrijheid en broederschap uit. Aanhangers van de vergelijkbare opvattingen in de Nederlanden zijn de patriotten en in 1795 jagen ze Willem V, de laatste stadhouder, weg. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt vervangen door de Bataafse Republiek. In 1796 krijgt (Noord-)Brabant voor het eerst sinds 1648 weer eigen vertegenwoordigers in het parlement. Daarmee komt aan de achterstelling van Staats-Brabant met zijn overwegend katholieke burgers een einde. Katholieken en joden worden voor de wet gelijkgesteld met de andere Nederlanders. Ze krijgen dezelfde burgerrechten. Joden mogen bijvoorbeeld openbare ambten bekleden, krijgen actief en passief kiesrecht en mogen zich overal in het land vestigen. Nieuwe synagogen verschijnen in het straatbeeld.