In eerste instantie werd de revolutie in het roerige jaar 1787 door de heersende machthebbers, de stadhouder en de Oranjegezinde regenten, neergeslagen. In 1795 moesten zij alsnog het veld ruimen toen Franse revolutionairen binnentrokken. Vanaf toen namen de hervormingsgezinden, die zichzelf patriotten noemden, het heft in handen.
De idealen van de patriotten vielen in Brabant in goede aarde. Ook hier werden al lange tijd grieven gekoesterd tegen het heersende bewind. Hollandse steden als Heusden en Geertruidenberg waren niet vertegenwoordigd in de staten van Holland, Staats-Brabant had niet eens een eigen gewestelijk bestuur en de Brabantse katholieken waren ook formeel tweederangs burgers, voor wie bestuurlijke posities en ambtelijke functies niet toegankelijk waren. Dus schoten patriotse sociëteiten en leesgezelschappen op en begonnen exercitiegenootschappen en burgerwachten te oefenen in het hanteren van wapens.
Als tastbaar erfgoed uit die periode van onvrede en opstandigheid bleef een vaandel bewaard dat ooit toebehoorde aan het exercitiegenootschap Voor vrijheid, vaderland en eigenbezitting uit Raamsdonk. Het vaandel geeft in kort bestek weer waar het de patriotten om te doen was.
Centraal staat de Vrijheidsmaagd op haar sokkel, met in haar rechterhand het wapen van Raamsdonk en ook een staf met de vrijheidshoed. Vrijheid was een kernbegrip in het maatschappijbeeld van de patriotse beweging. Vrijheid om hun mening te uiten, om te vergaderen, om hun eigen burgemeesters en bestuurders te kiezen. Die vrijheid werd beperkt door de stadhouder en zijn bewind en daarom moest de macht van de Oranjes aan banden gelegd.
De schutter met het geweer in de hand staat symbool voor de verlichte burgers die met exercities en wapenoefeningen hun vastberadenheid toonden om op te komen voor hun rechten en voor de vrijheid. Zo zou het politieke en morele verval gestuit worden, waarna de welvaart zich zou herstellen. In een plattelandsgemeente als Raamsdonk betekende dat agrarische welvaart, zoals verbeeld wordt aan de voet van de sokkel met een koperen melkkan, een ploeg, een dorsvlegel, een hooivork en hooischelven.
Het alliantiewapen op de sokkel is dat van de ambachtsvrouwe van Raamsdonk, Anna van Son, en haar overleden echtgenoot Leendert de Jongh. Zij had namelijk het vaandel geschonken aan het exercitiegenootschap.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 170.