Doel Kassel
De Vickers Wellington van de Royal Air Force is een paar uur eerder vertrokken uit Engeland om fabrieken in Kassel te bombarderen. Het doel wordt gemist. Boven Nederland wordt de tweemotorige bommenwerper geraakt. Even na middernacht, in de buurt van Eindhoven, moet de bemanning uit het brandende vliegtuig springen. Dat lukt echter alleen boordschutter Sergeant Frankowski en Flight Lieutenant Kiewnarski, de navigator en dus de commandant.
De andere drie, piloot Flight Sergeant Jan Pytlak, boordschutter Sergeant Jozef Janik en marconist Sergeant Feliks Gawlak, komen om als hun vliegtuig neerstort op de huizen aan Woenselsestraat in Eindhoven. Bij de crash en daaropvolgende brand verliezen vijf burgers het leven en raken er zeventien gewond. Intussen zijn Frankowski en Kiewnarski geland, enkele kilometers van elkaar.
Gevangene
Kiewnarski, roepnaam "Tony", komt terecht langs de weg van Nederwetten naar Nuenen. Daar wordt hij gevonden door plaatselijke politiemensen. Hij heeft de pech dat hij gewond is geraakt aan gezicht en linkerhand en dat hij zijn enkel heeft gebroken. Ontsnappen is dus geen optie.
De 43-jarige Pool is in alle opzichten een veteraan. Dit is al zijn derde oorlog, na de Eerste Wereldoorlog en de Pools-Russische oorlog. Hij is ook al eerder gewond geraakt, maar nu is het lot hem voor het eerst niet gunstig gezind.
Na verzorging door een plaatselijke arts wordt hij door de marechaussee overgedragen aan de Duitse autoriteiten. Hij komt terecht in het beruchte krijgsgevangenkamp voor Brits en Amerikaans luchtmachtpersoneel Stalag Luft III bij Sagan (nu het Poolse Zagan) als gevangene 42801. Geholpen door zijn relatief hoge leeftijd wordt hij de leider van de Poolse gemeenschap daar.
De Grote Ontsnapping
Blijkbaar is de geest van Kiewnarski ongebroken, want hij raakt al snel betrokken bij diverse vluchtpogingen. Op 24 maart 1944 resulteert dat in de legendarische en later zelfs verfilmde Great Escape, waarbij 76 mannen weten te ontsnappen. "Tony" Kiewnarski zit in de eerste groep die door een lange, zelf gegraven, tunnel uit het kamp weet te ontkomen en op weg gaat naar het station, vermomd als arbeiders.
De mannen slagen erin aan boord van verschillende treinen te komen. De Poolse luitenant en een landgenoot, Kaz Pawluk, stappen uit in Hirschberg (nu: Jelenia Gora). Daar worden ze vrij snel opgepakt. Hitler is woedend over de ontsnapping en eist wraak. In totaal worden uiteindelijk vijftig van de ontsnapte gevangen op een lijst gezet om te worden geëxecuteerd door de Gestapo. Een van hen is Kiewnarski. Op 30 maart 1944 komen de beulen hem halen en wordt hij doodgeschoten. Na de oorlog wordt zijn as bijgezet in Poznan.
In tegenstelling tot zijn commandant had Frankowski meer geluk. Hij kwam ongedeerd aan de grond net buiten Woensel en wist, geholpen door burgers, de Belgische grens over te steken en in contact te komen met een pilotenlijn. Twee maanden later was hij weer terug in Engeland. Het verhaal van Kiewnarski en zijn bemanning is des te tragischer omdat de Polen uiteindelijk de grote verliezers van de Tweede Wereldoorlog waren.
In tegenstelling tot de rest van Europa werd Polen in 1945 opnieuw bezet, nu door de Sovjet-Unie. Desondanks koesterden de Polen die bij de Royal Air Force hadden gediend geen wrok. Ze bleven trouw aan hun motto: "Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn plicht gedaan, ik heb het geloof behouden."
Bronnen
De Lang, F., “Luchtoorlog boven Nuenen”, in: De Drijehornickels, cultuurhistorisch tijdschrift van Heemkundekring De Drijehornick Nuenen, (jrg. 18, nr. 2, september 2009).
http://polishsquadronsremembered.com (stand op 4 oktober 2018).
http://www.gemeentepolitieeindhoven.nl/de-oorlogsperiode (stand op 4 oktober 2018).