‘t hèrmenieke van Bergeijk
dè spulde toch zo schon
èn ze hebben saam geklonken
ze hebben saam gedronkenrefrein
van ’t gerstebier van kyrië
’t gerstebier van kyrië
’t gerstebier van kyrië eleïson
Waarna nog vele coupletten volgen – vaak ook latere toevoegingen − over de pastoor, de koster, de dokter en wie al niet in het dorp.
Volgens de Kempense schoolmeester Harrie Franken (1939-2003) die alles af wist van de volksliedjes uit deze streek, zijn het waarschijnlijk Brabantse seminaristen geweest die het lied rond 1850-1860 gemaakt hebben. Inderdaad kende Bergeijk tussen 1845 en 1863 een muziekgezelschap dat bekend stond als een echte ‘drinkharmonie’ en dat jaarlijks aan het dorp een ton bier schonk. In 1887 kreeg dit gezelschap een opvolger, de Koninklijke Harmonie Echo van de Kempen, die zich echter de bijnaam Hermenieke van Bergeijk graag laat aanleunen.
Bij het honderdjarig bestaan in 1987 lieten ze de dorpse muzikale gezelligheid uit het lied in brons vereeuwigen door de Bergeijkse kunstenaar Willy Slegers-van der Putt (1925-1997).
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Franken, H. Liederen en dansen uit de Kempen. Een optekening, Zaltbommel, 2003.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 239.