Zeker meer dan vijftig schilderijen zijn er gemaakt van de Slag van Leckerbeetje (ook wel geschreven als de Slag van Lekkerbeetje), nog veel meer prenten en pamfletten. Daarnaast werd hij ook op tegeltableaus, schotels en andere voorwerpen werd hij vereeuwigd, meer dan welke andere gebeurtenis uit de Tachtigjarige Oorlog.
Toch had het met de oorlog zelf eigenlijk niet eens veel van doen. Het ging om een afgesproken duel tussen twee groepen ruiters van elk tweeëntwintig man. De ene groep stond onder aanvoering van de negentienjarige Pierre de Bréauté (1580-1600), een Franse officier in Staatse dienst. De andere kant werd geleid door Gerard Abrahams van Houwelingen (ca. 1560-1600), bijgenaamd Leckerbeetje (of Lekkerbeetje), luitenant van de Bossche gouverneur Anthonie Schetz III, graaf van Grobbendonck (1564-1640/1641).
Een luitenant van De Bréauté was door Leckerbeetje gevangen genomen. Hierop schreef Leckerbeetje een brief naar De Bréauté met de vraag losgeld te betalen voor de vrijlating van zijn luitenant. De Bréauté antwoordde gepikeerd: de luitenant had zich nooit gevangen moeten laten nemen, elk van zijn mannen was immers twee keer zo sterk als een enkele van de vijand. Leckerbeetje kreeg dit te horen en was, begrijpelijkerwijs, gekrenkt in zijn eer.
Op 5 februari 1600 troffen de twee elkaar volgens afspraak op de besneeuwde Vughterhei. Leckerbeetje sneuvelde bij het eerste treffen, evenals vier anderen. Na diverse charges, waarbij het merendeel van zijn medestrijders gedood werd, enkele gevlucht waren en hijzelf tweemaal zijn paard verloor, gaf de zwaargewonde De Breauté zich over. Hem werd een vrije aftocht beloofd, maar onderweg naar Den Bosch werden De Breauté en drie van zijn metgezellen alsnog gedood.
Het zal deze mengeling zijn geweest van eer en moed, van verraad en smaad die de Slag van Leckerbeetje voor tijdgenoten tot zo’n aansprekende gebeurtenis maakte. Bovendien was de slag een soort herleving van de middeleeuwen: dergelijke gevechten tussen uitsluitend ruiters waren zeldzaam tijdens de veldslagen van de zestiende en zeventiende eeuw en deden denken aan de geromantiseerde ridders van de middeleeuwen.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 113.