Een Romeinse cultusplaats

Aardewerk Bergen op Zoom

Romeins aardwerk gevonden in Bergen op Zoom. (Bron: Het Markiezenhof)

Alle rechten voorbehouden

Lange tijd was het westen van de provincie een witte vlek op de archeologische kaart van Noord-Brabant. Vondsten werden er − afgezien van de zandgronden in het zuidwesten − amper gedaan en zo leek het of prehistorie, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen grotendeels aan West-Brabant voorbij waren gegaan.

Pas later werd duidelijk dat de nederzettingen, grafvelden en andere vindplaatsen er wel waren, ze hadden alleen verborgen gelegen in een waarschijnlijk metershoog pakket van veen. Dit veen was in de late middeleeuwen grotendeels ontgonnen. Zodoende is een groot deel van de vroege bewoningsgeschiedenis van West-Brabant langs Vlaamse en Brabantse schoorstenen letterlijk in rook opgegaan.

Een bijzondere ontdekking, enkele jaren geleden, heeft die ogenschijnlijke leegte inmiddels op spectaculaire wijze opgevuld. In de ondergrond van het Thaliaplein ofwel de Parade in Bergen op Zoom, in de schaduw van de Gertrudiskerk, kwamen een indrukwekkende hoeveelheid Romeins aardewerk en ook munten uit die tijd tevoorschijn. Dus toch Romeinse invloeden in Bergen op Zoom.

Opmerkelijk genoeg was het aardewerk voornamelijk van één soort: kleine amfoortjes van beige zachtgebakken klei, tussen de 11 en 15 cm hoog, in een vorm die buiten Bergen op Zoom nog nauwelijks gevonden was. Slechts enkelen waren min of meer onbeschadigd, de rest lag in scherven. Volgens een berekening moeten er op deze plek minstens achthonderd amfoortjes zijn teruggevonden, maar door latere verstoringen is misschien wel driekwart van het materiaal verloren gegaan nog voor het terrein door archeologen werd onderzocht.

Het kleine formaat van de amforen, hun grote aantal en het nagenoeg ontbreken van verdere sporen, afgezien dan van de munten, liet maar één conclusie toe: het ven dat hier destijds lag, was in de Romeinse tijd een offerplaats en de amfoortjes en munten, die vanaf een steigertje in het water werden gegooid, waren bedoeld om de goden gunstig te stemmen.

Het is aannemelijk dat hier in de tweede of derde eeuw een openluchtheiligdom lag. Een andere mogelijkheid is dat er op de plek van de Gertrudiskerk een tempeltje stond, maar dat is vooralsnog niet teruggevonden.

Amforen dienden, althans in een grotere uitvoering, om olijfolie en wijn te vervoeren. Deze waren slechts symbool daarvan en zullen dus hoogstwaarschijnlijk door handelaren in olie en wijn hier aan de goden geofferd zijn. Dat verklaart ook de vele scherven: ze werden kapotgeslagen alvorens ze in het water zijn gegooid.

Bijna net zo opmerkelijk als de vondst van de amfoortjes was de ontdekking dat deze kannetjes niet van elders waren aangevoerd, maar ter plekke gebakken. De klei waarvan ze gemaakt waren komt namelijk alleen in en om Bergen op Zoom voor. Sterker nog, het onderzoek naar de chemische samenstelling van deze klei toonde aan dat heel veel ander Romeins aardewerk eveneens in of bij Bergen op Zoom moet zijn gemaakt. Dit soort aardewerk is teruggevonden in een gebied dat zich uitstrekt van Midden-Nederland tot aan de Franse en Duitse grens. Een nieuwe verrassing dus en een belangwekkende constatering.

Niet alleen de geschiedenis van Bergen op Zoom heeft wortels in de Romeinse tijd, maar ook die van de bekendste Bergse nijverheid, de pottenbakkerij.  

 

Bronnen

Van Ginkel, E. en Theunissen, L., Onder heide en akkers. De archeologie van Noord-Brabant tot 1200, Utrecht, 2009.

Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.

Vermunt, M. en Toorians, L., "Een cultusplaats uit de Romeinse tijd onder het stadscentrum. De opgravingen op het Thaliaplein van 2002-2007", in: De Waterschans (2011), 160-171.

Vermunt, M., Opgravingen in Bergen op Zoom, Utrecht, 2012.

 

Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 22.