Het was een uitzonderlijke eer om tot dit selecte gezelschap van aanvankelijk dertig, later vijftig ridders te worden toegelaten. Op deze manier bond Filips de hoge adel aan zich. Daarnaast was het voor de Bourgondiërs natuurlijk prestigieus om aan het hoofd te staan van een dergelijke ridderorde, die formeel de verdediging van het christendom tot doel had. Filips sloeg dus drie vliegen in een klap.
De kapittelvergaderingen, omgeven door onwaarschijnlijke pracht en praal, waren vooral bedoeld als een demonstratie van de macht, invloed en rijkdom van de Bourgondische dynastie. Eenmaal werd zo’n vergadering gehouden in het noorden van Brabant, in 1481 in de Bossche Sint-Jan. Boven de zetels van de Vliesridders in de kanunnikenbanken in het hoogkoor hingen hun wapenborden, die gemaakt waren door de Bourgondische hofschilder Pierre Coustain (overleden in 1487).
Helaas zijn de borden in de Franse tijd verwijderd en voor een deel verbrand op de Parade. Ze werden gezien als een symbool van de aristocratie en dat stond sterk in contrast met het sterke gelijkheidsdenken dat destijds opkwam. Slechts een viertal exemplaren is bewaard gebleven, waaronder dit exemplaar van Jacob I van Luxemburg (1443-1487), heer van Fiennes.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 65.