Nadiye Çimen over haar verwachtingen en realiteit van Eindhoven

Nadiye Çimen is in 1978 vanuit een dorp in de regio Posof in Turkije naar Eindhoven gekomen om bij haar man te komen wonen. Haar man is in 1976 met een toeristenvisum naar Nederland gegaan. Hij heeft hier vervolgens werk gevonden en heeft een verblijfsvergunning gekregen. In december 2021 heeft Nadiye aan Lot Rodenburg van Brabantserfgoed.nl vertelt over de verwachtingen die ze had van Nederland en hoe haar leven in Eindhoven is gelopen.

Aangekomen in Eindhoven

“Op het moment dat ik naar Nederland kwam, had ik alleen de kleren meegenomen die ik aanhad met een reserveset kleding. Ik had verwacht dat het leven hier makkelijk zou zijn en dat alles klaar was. Daarnaast verwachtte ik dat het leven hier heel leuk en anders zou zijn, maar mijn verwachtingen bleken niet helemaal overeen te komen met de realiteit. In het begin hadden mijn man en ik nog geen huis, dus moesten we verblijven bij mijn schoonzus. Bovendien moest ik gaan werken, wat maakte dat ik best geschokt was toen ik aankwam. Iedere dag ging ik lopend naar mijn werk, omdat ik niet kon fietsen en ik geen rijbewijs had. 

Ik heb veel familie achtergelaten toen ik van Turkije van Nederland verhuisde, wat erg moeilijk was. We konden niet met hen communiceren, omdat wij in die tijd geen telefoon hadden. Ik heb in die tijd veel gehuild. Pas na één maand werd mijn brief bij mijn moeder bezorgd, vandaar dat zij zeer ongerust was en die tijd ook als moeilijk heeft ervaren. Dit alles maakte dat mijn man en ik veel heimwee hadden. Eén keer in de week hadden we een Turks programma waar we elke dag naar uitkeken. Het was een emotionele tijd.” 

 

Eigen huis

“Toen mijn man en ik nog bij mijn schoonzus woonden, hadden we twee kinderen. Voor ons werd het daarom noodzaak om een eigen huis te krijgen. Onze buren hebben ons daar in die tijd veel bij geholpen met onder andere het lezen van de brieven van het woningbureau. Daarnaast hebben zij veel gebeld met het woningbureau, om aan te geven dat de nood hoog was. Het heeft ongeveer drie jaar geduurd, voordat wij een eigen huis kregen. Onze buurvrouw kwam het goede nieuws brengen en vervolgens heb ik dit aan mijn man verteld. Hij kwam na zijn werk meteen naar het huis om het te bezichtigen. Hij vertelde mij dat ik niet te enthousiast moest worden, omdat het huis nog niet af was en dat er nog reparaties en onderhoud moest gebeuren. Ik wilde echter geen seconde meer wachten, waardoor we na twee dagen al waren verhuisd. Vanuit allerlei hoeken kwam er veel hulp. Kennissen en familie hebben de hele nacht geholpen met schilderen en behangen. 

Het huis was net klaar, toen er werd ingebroken en de geiser is meegenomen. Hierdoor was er gas in huis en was het een gevaarlijke situatie geworden. Samen met iemand die Nederlands sprak, ben ik naar het woningbureau gegaan om te vragen om hulp. De dame achter de balie zei dat we het zelf op moesten lossen, maar een man die er ook werkte, kwam mij helpen. Hij is mee naar ons huis gegaan en heeft ervoor gezorgd dat alles in orde zou komen. Tot op de dag van vandaag ben ik deze man erg dankbaar. Ik zal dat nooit vergeten.”

 

Zelfstandig

“In totaal heb ik veertien jaar gewerkt in verschillende sectoren. In Eindhoven heb ik drie tot vier jaar gewerkt in een houtfabriek van Picus, waar ik werkte aan kleine houten kistjes voor sigaren. Ondanks dat de taal moeilijk was, kon ik op mijn werk goed communiceren met mijn collega’s. Ik werkte met Portugese, Turkse en Nederlandse mensen en allemaal waren ze erg begripvol en behulpzaam. Verder heb ik nog bij een champignonkwekerij gewerkt, bij een bedrijf in de vleesindustrie in Deurne en als schoonmaakster.

De sociale contacten zijn erg belangrijk voor mij. Ik ben erg sociaal, wat ik mede van mijn man heb meegekregen, omdat hij erg modern was en mij veel vrijheid gaf. Zo ging ik naar de moskee, maar ook naar de vereniging, de stad of naar vrienden. Verder hebben we met de buren altijd goed contact gehad en heb ik een goede omgeving en een fijn netwerk opgebouwd. Ik sta echt op mijn eigen benen. Ik heb mijn rijbewijs en ik kan fietsen, dus ga ik overal zelf naartoe.”

 

Discriminatie

“Bij mijn eerste drie zwangerschappen heb ik altijd gedacht dat we misschien terug naar Turkije zouden gaan, waardoor ik het moeilijk vond om hier te aarden. Bij mijn vierde zwangerschap heb ik besloten dat we in Nederland zouden blijven, omdat mijn kinderen hier moesten opgroeien. Die zwangerschap heb ik helaas veel problemen gehad en werd ik niet goed geholpen door mijn huisarts. Ik heb mij gediscrimineerd gevoeld en ik werd niet serieus genomen. Mijn kind is gehandicapt geboren en ik ben bang dat die discriminatie daaraan heeft bijgedragen, in de zin dat ik niet op tijd naar het ziekenhuis ben doorgestuurd. Dit heeft een grote indruk op mij achtergelaten.

Tegenwoordig heb ik het idee dat er meer gediscrimineerd wordt. Ik denk nog steeds dat Nederlanders behulpzaam en vriendelijk zijn, maar er wordt meer achter je rug om gepraat. Soms word je ook in je gezicht uitgelachen als je de Nederlandse taal niet beheerst. Dat vind ik heel erg.”

 

Normen en waarden

“Tegen mijn kinderen heb ik altijd gezegd dat ze goed met andere mensen om moeten gaan en anderen moeten helpen. Dat begint bij je buren, maar het geldt voor iedereen om je heen. Je moet geen verschil maken tussen mensen en je moet helpen als je dat kan. Een van mijn zoons heeft een restaurant en tegen hem heb ik gezegd dat hij iemand moet helpen als diegene het eten niet kan betalen. Mijn andere zoon is net zo behulpzaam. Als hij één euro in zijn zak had, gaf hij die aan iemand die dat nodig had. Dat is de soort opvoeding die ik mijn kinderen heb meegegeven.”

 

Heden

“Het leven zonder mijn man is erg moeilijk. Ik ben nog steeds emotioneel onder zijn dood. Sommigen hebben aan mij voorgesteld om te verhuizen, omdat het me te veel aan hem zou doen denken. Voor mij is het juist andersom. Ik leef nog steeds met hem mee in ons huis. 

Tot slot wil ik zeggen dat ik een hele fijne schoondochter heb. Zij is ontzettend lief en we kunnen het heel goed vinden. Ik zou haar echt mijn rechterhand en steun noemen. Daarnaast hebben mijn kinderen mij geholpen om mij thuis te laten voelen. Zij kennen de taal en de cultuur en ze hebben altijd achter mij gestaan. Ik voel mij nu thuis in Nederland en Eindhoven en ik zou mijzelf ook Eindhovenaar noemen.”