František Fadrhonc wordt als zoon van een machinist geboren op 18 december 1914 in Nymburk, 45 kilometer ten Oosten van Praag. Na zijn opleiding aan het gymnasium studeert hij lichamelijke opvoeding en culturele antropologie aan de universiteit van Praag. Op 24-jarige leeftijd promoveert hij op een nog steeds actueel onderwerp. Voor zijn dissertatie onderzoekt František Fadrhonc de relatie tussen fysieke fitheid en ontwikkelingsstoornissen bij basisschoolleerlingen in Praag.
Met de keuze voor dit onderwerp is hij zijn tijd ver vooruit. Tegenwoordig komen we er steeds meer achter dat een gebrek aan bewegen niet alleen grote gevolgen heeft op onze fysieke fitheid, maar ook ons mentaal gestel. De opvattingen van de jonge doctor over de rol van sport in de samenleving zijn sterk beïnvloed door Sokol, een in 1862 opgerichte organisatie die zich richt op de fysieke, morele en intellectuele training van jongeren. De oprichter van de organisatie, Myroslav Tyrs (1832-1884), is net als veel anderen in de negentiende eeuw, zoals Pierre de Coubertin (1863-1937), de grondlegger van de moderne Olympische Spelen, gefascineerd door het opvoedingsideaal van de oude Grieken waarin cultuur en sport een belangrijke rol spelen. De uitgangspunten van Sokol blijken verrassend actueel zoals de gedachte: “alleen kun je niks, met zijn allen kunnen we de wereld veranderen”. Dat is bijvoorbeeld ook een van de leidende principes van de Johan Cruyff Foundation.
Via Sokol leert Fadrhonc niet alleen zijn vrouw Vera Kaliba (1918-2010) kennen, maar ook Edvard Benes (1884-1948) en Thomas Masaryk (1850-1937) en zijn zoon Jan Masaryk (1886-1948) prominente politici in Tsjecho-Slowakije na de Eerste Wereldoorlog.
Vluchteling
Na de Tweede Wereldoorlog II is hij niet alleen benoemd tot hoogleraar Lichamelijke Opvoeding aan de Karelsuniversiteit te Praag, ook is hij verantwoordelijk voor de opbouw van de sportwereld in zijn land. De voetbalbond stelt hem aan als bondscoach en masseur van het nationale voetbalteam, maar dat duurt in verband met de coup slechts één wedstrijd. Vera Kaliba was voorzitter van de atletiekunie en beoogd chef d’équipe van het nationale team voor de Olympische Spelen van 1948. František Fadrhonc moet vluchten voor het gevaar dat hem bedreigde. Communisten uit zijn vaderland hadden met behulp van de Russen in 1948 een coup gepleegd, diverse van zijn (politieke) vrienden vastgezet en een aantal vermoord. Na de communistische coup worden beiden uit al hun functies gezet en moeten vluchten. Vera, die haar talen goed kent, schrijft sollicitatiebrieven naar diverse voetbalbonden, waaronder naar Karel Lotzy (1893-1953), de voorzitter van de KNVB. Lotzy brengt Fadrhonc in contact met Willem II.
Toptrainer
De nieuwe trainer krijgt bij Willem II een goed elftal onder zijn hoede dat voor een reeks van jaren behoort tot de Nederlandse top met als hoogtepunten de landskampioenschappen in 1952 en 1955. František Fadrhonc is zeer geliefd in Tilburg en zijn naam wordt in de meest katholieke stad van Zuid-Nederland al snel verbasterd tot ‘Vaderons’. In zijn trainingsmethode legt hij de nadruk op fitheid, lenigheid, uithoudingsvermogen en techniek. Op tactisch gebied introduceert Fadrhonc vanuit het stopperspilsysteem het ‘magisch vierkant’ door de links- en de rechtsbinnen meer ‘hangend’ te laten spelen. Uiteindelijk bouwt hij dit om tot het 4-2-4 systeem, een systeem dat aan de basis staat van het zogenoemde totaalvoetbal. Met zijn tactische aanpassingen in het spelsysteem van het Willem II neemt hij een voorschot op het totaalvoetbal waarmee Nederland tijdens het WK 1974 de wereld veroverde. Fadrhonc is bij de Tilburgse Tricolores veel meer dan trainer van het eerste elftal. Hij is ook masseur en traint alle elftallen inclusief de jeugd. Beroemd is de manier waarop hij een kleedkamer ombouwde tot een soort van sauna.
Na zijn afscheid bij Willem II wordt hij via Sportclub Enschede en Go Ahead (Deventer) in 1970 trainer van het Nederlands Elftal. Als trainer van beide clubs presteert hij uitstekend. Bij Sportclub Enschede speelt de Duits international Helmuth Rahn (1929-2003) maar ook de legendarische Fries Abe Lenstra (1920-1985). In 1958 behaalt de Enschedese ploeg de tweede plaats op de ranglijst. Hij maakt in Enschede ook kennis met Johan Cruijff (1947-2016), met wie hij een goede band ontwikkelt. Na het overlijden van diens vader neemt huisvriend en SC Enschede-speler Arend van der Wel hem geregeld mee naar Enschede waar Fadrhonc zich over Cruijff ontfermt. Zijn tijd bij Go Ahead wordt door de Deventenaren nog altijd gezien als een gouden tijdperk. Hij is de enige trainer die Go Ahead naar Europees voetbal leidt.
Ook bij het nationale team presteert Fadrhonc geweldig. Zijn score mag er zijn: twintig wedstrijden gespeeld, dertien gewonnen, vier gelijk en drie verloren. Het lukt Nederland voor het eerst sinds de jaren 1930 zich te kwalificeren voor de eindronde van het WK met als resultaat de verloren finale. Tijdens de eindronde is Fadrhonc assistent van de legendarische trainer, ‘de generaal’, Rinus Michels (1928-2005). De inmiddels genaturaliseerde, maar gebrekkig Nederlands sprekende toptrainer neemt genoegen met een plaats op de bank naast de dominante, de pers goed te woord staande, Amsterdammer. Na het toernooi wordt hij benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau en herinnert de KNVB hem in het Dr. Fadrhonc jeugdtoernooi.
Pedagoog
In zijn eerste gesprek met het bestuur van Willem II wijst Fadrhonc op de betekenis van de jeugd voor de opbouw van de vereniging. Dat valt in goede aarde bij voorzitter Bert Schuermann (1906-1977). Ze richten een lokaal in waarin talentvolle jongeren een keer per week worden opgevangen. De invloed van Sokol is merkbaar. In een van de zeldzame interviews zegt Fahdronc hierover: “De jeugd wil spelen, voor alles spelen. Zij moeten zich kunnen uitleven en tegelijkertijd juist door die spelbeoefening, de meest elementaire begrippen van de voetbalsport leren kennen: teamgeest, sportiviteit, beschaving, offervaardigheid etc.” (Van Brussel, 1952)
In zijn tijd bij Go Ahead krijgt hij de kans om een jeugdinternaat op te richten dat in 1962 wordt geopend. Op het internaat is uiteraard veel aandacht voor voetbal, maar óók voor culturele vorming. Ook hier komt de invloed van Sokol terug: het concept was gebaseerd op de opleiding van de epheben in het Oude Griekenland; een opleiding met veel sport en cultuur. De bedoeling is om talenten te laten doorstromen naar het eerste elftal. Zo gaat het met Marc Overmars, huidig technisch directeur bij Ajax, Bert van Marwijk, succesvol oud-trainer van Feijenoord en het Nederlands elftal, en ook Oeki Hoekema, Pleun Strik en Dick Schneider komen er vandaan.
Dr. Frantisek Fadrhonc overlijdt onverwacht in 1981. Hij is, net als zijn vrouw Vera, begraven in Goirle, bij Tilburg. Zijn graf is naast dat van zijn vriend Ad van Beurden (1917-1971), een zoon van de weduwe Van Beurden, die hem in 1949 in Tilburg opvangt en de weg wijst in een voor hem volkomen vreemd nieuw vaderland.
Bronnen
Archief Willem II, Bestuursvergaderingen 1948-1957.
Archief Willem II, De Willem II’er, Orgaan van de Tilburgse voetbalvereniging Willem II, 1949-1957.
Van Brussel, J. ed., Eer, roem en glorie. Willem II Kampioen van Nederland 1952, Tilburg, 1952.