Auteur: Scott Kannekens

Gerardus Eestermans

Geboortedatum: | Sterfdatum:
Gerardus Eestermans, waarschijnlijk aan het eind van de jaren '50. (Foto: fotograaf onbekend, collectie J. Eestermans)

Gerardus Eestermans, waarschijnlijk aan het eind van de jaren '50. (Foto: fotograaf onbekend, collectie J. Eestermans)

Alle rechten voorbehouden

Gerardus Eestermans werd op 5 maart 1892 geboren in Ginneken. Hij was een zoon van Gerardus Eestermans (1866-1922) en Maria Catharina Gooijers (1861-1916). In 1919 trouwde hij in Bandung (Nederlands-Indië) met Hadimah (1893-1945/1946). Zij kregen tien kinderen, waarvan drie hun jongste kindertijd niet overleefden. Op 14 april 1959 overleed hij in zijn geboorteplaats Ginneken.

Naar Indië

Op 4 december 1911 bereikte de negentienjarige Gerrit Eestermans Batavia aan boord van de SS “Vondel”. Krap zes maanden eerder had hij zich aangemeld bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Hij had zich “voor zes jaren verbonden als soldaat zoowel in als buiten Europa”. Een maand later was hij goedgekeurd en nog eens vier maanden later vertrok hij naar Indië. Maar waarom ging hij naar Indië? Hij kon immers ook in Nederland in dienst gaan. Gerrit kwam uit een gezin van tien kinderen. Zijn vader was een lompenboer en het gezin had weinig middelen. Het leger bood hem een manier om meer van de wereld te zien. Toch speelde er meer. Volgens zijn zoon Toon (1924-2002) vertrok Gerrit namelijk niet geheel vrijwillig. Hij zou een boerendochter hebben bezwangerd, waar hij vanwege zijn lage komaf niet mee mocht trouwen. Om een schandaal te voorkomen moest Gerrit vertrekken.

 

Een kazernebestaan

Gerrit bleef als infanterist op Java en maakte in 1913 de overstap naar de artillerie. Hij kwam terecht bij de bergartillerie en werd geplaatst in de garnizoensplaats Cimahi. Net als veel Nederlandse soldaten nam hij een Indonesische vrouw in dienst. De zogenoemde ‘njai’ werkte als huishoudster, maar ook als concubine. Als gewone soldaat had hij namelijk weinig kans om te trouwen met een van de weinige Nederlandse vrouwen in Indië. Over de njai van Gerrit is maar weinig bekend. Ze heette Hadimah en was in 1893 in het dorp Jelekong in de buurt van Bandung geboren. Wanneer en waar zij elkaar precies leerden kennen is een raadsel. Het kan niet later zijn dan 1914, want in 1915 kregen zij hun eerste kind. Opvallend is dat Gerrit een week na de geboorte van dit kind tijdelijk werd afgekeurd voor dienst te velde. Dit ‘vaderschapsverlof’ duurde een jaar en kwam later in zijn carrière niet meer voor.

Zij leefden met hun gezin in de kazerne, de tangsi. De eerste jaren waren voor Hadimah zeer onzeker. Als Indonesische vrouw had zij maar weinig rechten en kon zij ieder moment door Gerrit worden weggestuurd. Pas nadat ze trouwden verbeterde haar positie. Hadimah was op dat moment voor de derde keer zwanger. Uiteindelijk zouden zij samen tien kinderen krijgen, waarvan de laatste drie hun jongste kindertijd niet zouden overleven.

 

Groot verlof

Gerrit liet zich soms meeslepen in het ruwe soldatenleven. Zijn drankgebruik was stevig en de omgang met meerderen niet altijd voorbeeldig. Hoewel hij jarenlang in Nederlands-Indië woonde, sprak hij geen woord Maleis. Toen een meerdere hem meermalen in het Maleis vroeg waar hij was, wees hij naar zijn kruis en riep terug: “Hier is hij!” Een tweede voorval was ingrijpender. Na elf jaar dienst kreeg hij de kans om naar Nederland te gaan. Dit Hollands verlof van een jaar ging in op 17 maart en op 8 april 1922 vertrok hij dan ook met de SS “Rindjani” naar Nederland. De vreugde bleek van korte duur want nog geen vier maanden later kwam hij in de gevangenis terecht. De aanleiding was “eenige daad van geweld plegen, aangrijpen van en zich met de daad verzetten tegen een meerdere in rang, alles eene voortgezette handeling uitmakend.” Voor deze vechtpartij moest hij twee maanden zitten. Op Tweede Kerstdag 1922 kwam hij vrij en in februari ging hij weer terug naar Nederlands-Indië. Zijn dochter Marie (1915-1982), die hem vergezelde in Nederland, zat die tijd dus zonder vader. Ondanks zijn nukken bleek hij een trouwe militair. Hij ontving de gouden medaille voor 25 jaar dienst en verdiende onderscheidingen voor zijn vaardigheden als schutter. Toen hij kantinebaas werd, minderde hij zijn drankgebruik. Na 26 jaar militaire dienst zwaaide hij af en ging hij op zijn 45e met pensioen, omdat ‘tropenjaren’ dubbel telden.

 

Tweede Wereldoorlog

In 1942 viel Japan Nederlands-Indië binnen. Nederlandse burgers werden door de Japanse bezetters geïnterneerd. Zo ook Gerrit en zijn zonen. Omdat hij geen militair meer was, kwam hij in een burgerinterneringskamp terecht. Zijn zoon Toon heeft een overzicht gemaakt van de interneringskampen waar hij als jongen in heeft gezeten. Dit waren onder meer het Palace Hotel en Pasar Andir in Bandung en het jongens- en Baros-kamp in Cimahi. Het is waarschijnlijk dat hij daar in ieder geval een deel van de tijd samen met zijn vader was opgesloten. De geïnterneerden wisselden regelmatig van kampen en Gerrit heeft waarschijnlijk ook in een aantal verschillende kampen gezeten. Zijn twee oudere zonen kwamen er als militair slechter vanaf en werden krijgsgevangen gemaakt. Zij werden tewerkgesteld aan de beruchte Birma-spoorweg.

Een familieportret van de familie Eestermans in Cimahi omstreeks 1923. (Foto: fotograaf onbekend, collectie J. Eestermans)

Een familieportret van de familie Eestermans in Cimahi omstreeks 1923. (Foto: fotograaf onbekend, collectie J. Eestermans)

Alle rechten voorbehouden

Revolusi en repatriëring

Op 15 augustus 1945 eindigde de Tweede Wereldoorlog in Azië. In Indonesië brak een periode van onduidelijkheid en chaos aan. Want hoewel de Japanners zich hadden overgegeven, was het Nederlandse- noch Geallieerde leger in staat om de macht over te nemen. Bovendien riep Soekarno (1901-1970) op 17 augustus de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Deze overgangsperiode wordt de Bersiap genoemd en wordt gekenmerkt door een geweldsexplosie. Hadimah en zijn jongste zoon, Loet, zijn in deze periode vermoord. Zelf overleefde hij en bleef in Indonesië waar hij zo goed en zo kwaad het ging zijn leven herpakte. Destijds woonde hij in Bandung, in de Coenstraat. Zijn zoons waren nog steeds militair en ook zijn dochters gingen met militairen. De foto's uit die tijd staan dan ook vol met uniformen. Gerrit is te zien op foto’s bij bruiloften van twee van zijn zoons. Want hoewel de strijd om de onafhankelijkheid was losgebarsten, ging het dagelijkse leven door.

Toen Nederland de strijd verloor, betekende dat het einde van de koloniale overheersing in Azië. De Nederlandse burgers kregen de optie om Indonesisch staatsburger te worden, naar Nederland of naar Nederlands Nieuw-Guinea te vertrekken. Gerrit besloot om met zijn dochters naar Nederland te vertrekken. Op 10 februari 1951 voer hij voor het laatst uit Tandjong Priok aan boord van de “Johan van Oldenbarnevelt” om zijn laatste dagen in Nederland te slijten. Hij woonde eerst bij zijn dochter in Amsterdam, maar keerde uiteindelijk terug naar zijn geboorteplaats Ginneken. Zijn zoons besloten om een nieuw leven op te bouwen in Nederlands Nieuw-Guinea. Hij zou hen niet meer zien. Zijn zoon Toon zorgde ervoor dat zijn vader niet zonder geld kwam te zitten. De vergoeding die hij had aangevraagd als herstelbetaling voor zijn kamptijd liet hij uitkeren aan zijn vader. Op 14 april 1959 overleed Gerrit in zijn geboorteplaats.

De achterzijde met tekst van het bidprentje voor Gerardus Eestermans. (Bron: collectie S. Kannekens)

De achterzijde met tekst van het bidprentje voor Gerardus Eestermans. (Bron: collectie S. Kannekens)

Alle rechten voorbehouden

Voor wie afgaat op zijn bidprentje leek Gerrit Eestermans een weinig bijzonder mens. Hij was in 1895 geboren in Ginneken en overleed er krap zeventig jaar later. Het enige wat zijn bijzondere levensloop verraad is het zinnetje: “Weduwnaar van Hadimah”. Gerrit had in zijn leven op Java een gezin gesticht, tijdens zijn groot verlof in Nederland in de bak gezeten, een kwart eeuw gediend als militair, de Tweede Wereldoorlog vanuit burgerkampen meegemaakt en was ten slotte teruggekeerd naar Nederland nadat zijn vrouw en jongste kind waren vermoord. Hij vertrok met niks en keerde terug met een klein pensioen. Een bewogen leven, dat op zijn bidprentje keurig verborgen bleef.

 

Bronnen

Baay, R., De njah. Het concubinaat in Nederlands-Indië, Amsterdam, 2009.

Fotocollecties van V. Kannekens-Eestermans en J. Eestermans.

Stichting Afwikkeling Indische Pensioenen, "Uitreksel uit het Stamboek van Eestermans, Gerardus".

Stichting Afwikkeling Indische Pensioenen, "aanvraagformulier A. Eestermans aan Bureau Japanse Uitkeringen aan ex-gedetineerden, 1957".

Nationaal Archief, Ministerie van Koloniën, 2.10.50 Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën: Stamboeken en pensioenregisters van Militairen KNIL in Oost- en West-Indië, 1815-1949 (1954), "Stamboek van Eestermans, Gerardus".

Vermeulen-Eestermans, C., "Hoe de naam Eestermans in Indonesië kwam", in: De Kerstklampetter (nr. 4, 2001).

www.30dagenopzee.nl.