Hoewel de fotocollectie van de Fraters van Tilburg de religieuze ijver van de fraters en de lokale bevolking weerspiegelt, laten bovenstaande foto en talloze andere foto’s van de Verkennerij nog een andere werkelijkheid zien. Deze werkelijkheid was niet alleen doorspekt met religieuze ijver, maar ook met noties van kolonialisme, militarisme en nationalisme. Door de fotocollectie van de Fraters van Tilburg niet langer te bekijken door een religieuze bril, kunnen de koloniale ambities van de fraters ineens een stuk duidelijker worden. Dat is ook precies wat dit artikel wil doen, door te laten zien hoe de fraters zichzelf en de Curaçaose jeugdbeweging weergaven, in relatie tot de Nederlandse (koloniale) overheid.
Intermediairs
"Een Jonge Wachter gehoorzaamt aan ouders en overheden". Deze wet vormt een van de centrale idealen en doelen die vereeuwigd zijn in een handleiding voor leden van de Jonge Wacht. Deze groep is zelfs tot op de dag van vandaag nog actief op Curaçao. Jeugdverenigingen zoals Jonge Wacht en Verkenners werden door de fraters gezien als een 'derde opvoedingsmilieu', naast het onderwijs en de kerk. Hoewel het geloof centraal diende te staan binnen deze jeugdverenigingen, laten Jonge Wacht en Verkenners nog een andere kant zien, zoals ook uit bovenstaand citaat blijkt. Sinds de aankomst van missionarissen in West-Indië in het midden van de negentiende eeuw, waren de doelen van koloniale en religieuze projecten namelijk al verstrengeld.
Zowel de Nederlandse koloniale overheid als de missionarissen stoelden hun visies op het idee van Westerse superioriteit. Volgens hen moesten de 'onbeschaafde' en 'ondergeschikte' volkeren in de koloniën naar een hoger, Westers niveau 'verheven' worden. Jeugdverenigingen, zoals de Jonge Wacht en Verkenners, dienden deze gedeelde droom te verwezenlijken en dienden daarom niet alleen het bekeringsideaal van de fraters, maar ook het beoogde beschavingsideaal van de koloniale overheid.
Missionarissen zoals de Fraters van Tilburg waren door hun nauwe banden met de lokale bevolking daarnaast een onmisbare schakel in het opvoeden, opleiden en verwesteren van de kinderen die zij onder hun hoede namen. Zij waren de intermediairs tussen de lokale bevolking en koloniale overheid en daarom onmisbaar in het kneden van de kleine Verkenners en Wachters tot zelfstandige en gehoorzame jongeren. Dit proces komt zichtbaar terug in bovenstaande foto. De zelfredzaamheid van deze jonge Verkenner werd getest door het bouwen van tenten, maar ook door het gebruik van morsecode en het slijpen van messen. Het dragen van een uniform – geheel naar westerse standaarden – was hierin onmisbaar.
Strijders
Volgens de handleiding voor de Jonge Wacht was de jeugdbeweging er niet alleen op gericht de kinderen op te leiden tot zelfredzame individuen, maar ook tot ‘strijders voor Christus Koning’. Het eigen worden van het katholieke geloof en het bekeren van ongelovigen waren daarbij de doelstellingen van deze kleine ‘strijders’. Maar de heer Jezus Christus was niet de enige vorst waar de Jonge Wachters voor dienden te strijden. De fotocollectie van de Fraters van Tilburg doorbreekt namelijk het religieuze narratief van de missie. De strijdbaarheid van de kinderen in kwesties van geloof werd sterk gelieerd aan hun daadwerkelijke, fysieke strijdbaarheid. Strijdbaarheid die nodig was in het verbreiden, behouden en versterken van het Nederlandse wereldrijk waartoe de kinderen - bewust of onbewust - behoorden.
Nationalistische en militaristische symboliek maakten intrinsiek deel uit van de representatie van de jeugdbewegingen, zoals op bovenstaande foto te zien is. De jongens staan netjes in hun rusthouding en dragen aan hun zijde een stok alsof het een geweer is, met op de achtergrond een wapperende Nederlandse vlag. Het tentoonstellen van de Nederlandse vlag was echter geen verplichting binnen de Jonge Wacht, en het gebruik ervan laat zo ook de bewuste keuze van de fraters zien om het moederland te betrekken in de opvoeding en opleiding van de kinderen. Op deze manier werden de kinderen door de fraters niet alleen gebonden aan de leer van het katholieke geloof, maar ook aan Nederland als metropool van het wereldrijk.
Uniformiteit, orde en verwijzingen naar het 'moederland' voeren de boventoon in veel foto’s van de Verkenners en Jonge Wacht in 'de West', zoals ook op bovenstaande foto te zien is aan de manier waarop de kleine ‘strijders’ strak in het gareel staan. "Een correcte houding in alles" was immers het uitgangspunt van de "wellevendheid" volgens de handleiding van de Jonge Wacht.
Redders in nood
Het werk van de fraters binnen de jeugdbewegingen werd - zoals op Koninginnedag - ook tentoongesteld aan een groot publiek. Maar ook tijdens religieuze feestdagen werden de Jonge Wacht en Verkenners naar voren geschoven als een waar uithangbord van het missiewerk. De fraters lieten zo zien hoe zij de ‘onbeschaafde’ kinderen hadden omgetoverd tot de nieuwe generatie christelijke burgers. Zij presenteerden zich als de ‘redders in nood’ van deze kinderen, een visie die de rode draad vormde tijdens het vijftigjarig jubileum van het missiewerk van de fraters op Curaçao.
Op 13 november 1936 werden de straten van het eiland gevuld met parades en muziekvoorstellingen van de jeugdbewegingen, een ode aan al het werk dat de fraters in de naam van het katholieke geloof verricht hadden sinds hun aankomst op Curaçao. Maar was het wel daadwerkelijk het geloof dat centraal stond? De foto’s van het jubileum lijken namelijk een ander verhaal te vertellen. De parades (foto links), het vertoon van Nederlandse vlaggen (foto rechts) en de aanwezigheid van hoge ambtsdragers binnen de overheid (foto beneden) lijken eerder de grandeur van Curaçao als onderdeel van een wereldrijk gevierd te hebben, in plaats van de bloei van het katholieke geloof.
Koloniaal narratief
Het missiewerk van de Fraters van Tilburg - zowel in beeld als realiteit - was dus onmiskenbaar een mes dat aan twee kanten sneed. Door twee jeugdbewegingen op Curaçao als uitgangspunt te nemen, is namelijk duidelijk geworden hoe de fraters en de kinderen die zij onder hun hoede namen onderdeel waren van een dubbele binding: zowel aan het katholieke geloof, als Nederland en haar wereldrijk. De foto’s in dit artikel hebben dan ook laten zien hoe de fraters - bewust of onbewust - toonden dat zij zelf in dienst stonden van het koloniale beschavingsoffensief, en lieten zien hoe zij lokale kinderen omgevormd hadden tot beschaafde en gehoorzame burgers. Door niet alleen de foto's van de jeugdbewegingen, maar de gehele fotocollectie vanuit deze koloniale lens te bekijken, kunnen er nog heel wat interessante ontdekkingen worden gedaan. Kolonialisme was inherent verbonden aan het werk van de fraters, ook op de plaatsen waar je het niet verwacht.
Bronnen
Ballantyne, T., Webs of Empire: Locating New Zealand’s Colonial Past (UBC Press 2012).
Oostindie, G., De parels en de kroon: Het koningshuis en de koloniën (Amsterdam 2006).
"Het Gouden Feest der Fraters", Amigoe di Curacao (18-11-1936).
"Koninginnedag op de Antillen", Trouw (2 mei 1953).
Nationale Staf en Technische Commissie van de Jonge Wacht, Het Jonge Wachtboek: Handleiding voor Jonge Wachtleiders (Den Haag 1936).