Rond 700 besturen Frankische vorsten dit gebied. Zij willen dat iedereen christen wordt en dus één God aanhangt. Missionarissen zoals Willibrordus (ca. 675 – 739) en Lambertus (ca. 638 - 705) worden door de Frankische vorsten in hun werk gesteund. Zij krijgen de beschikking over landerijen en genieten de bescherming van de vorsten. Om de overgang naar het nieuwe geloof te vergemakkelijken, wordt bij oude heidense gewoonten en gebruiken aangesloten. Veel mensen laten zich bekeren, maar blijven tegelijk hun oude goden trouw.
Artikel - Gepubliceerd op
Kerstening
Tijdvak van monniken en ridders: 500 – 1000