Het lege land van Breda

waarnemings- en schootsvelden tijdens de Tachtigjarige Oorlog

Soldaten in Spaanse dienst plunderen een boerenwoning ten westen van Breda (1624-1625). Schapen en hoornbeesten worden afgevoerd, wie zich verzet krijgt met de stok.  Linksboven zijn schepen zichtbaar in de rivier de Mark.  (Detail van een ets van Jacques Callot uit 1628 (1592-1635) Collectie Rijksmuseum.

Soldaten in Spaanse dienst plunderen een boerenwoning ten westen van Breda (1624-1625). (Bron: Jacques Callot, 1628, Rijksmuseum)

Alle rechten voorbehouden

In de Tachtigjarige Oorlog zijn flink wat boerderijen rondom Breda gesloopt door oorlogshandelingen. Een zone rondom de stad is vrijgemaakt van bewoning. Deels doordat een vrij schootsveld gewenst was, deels doordat rondtrekkende groepen soldaten de woonplekken plunderden.

Bij twee archeologische opgravingen, respectievelijk aan de Lageweg in Breda-oost in 2007 en aan de Eikbergseweg in Bavel in 2015 zijn boerderijerven opgegraven die in de late zestiende eeuw- of in de vroege zeventiende eeuw verlaten waren. Aan de Lageweg is op het oude of op de omringende percelen geen nieuwe boerderij gebouwd. In Bavel verplaatste de boerderij zich naar een ander deel van het perceel.

Eigenlijk is op beide opgravingen geen boerderij gevonden. Dat heeft te maken met de aard van de bouw van boerderijen. In de middeleeuwen zijn de palen van huizen nog diep ingegraven, in de loop van de veertiende eeuw worden de draagconstructies op bakstenen muurtjes en stenen ingegraven ‘zuiltjes’ (poertjes) gezet. Bij sloop verdwenen de ondiep gefundeerde muurdelen en was de boerderij letterlijk verdwenen. Wat wel gevonden is, zijn allerlei elementen die op of om het erf lagen, zoals schuurtjes, potstallen, waterputten, beer- en afvalkuilen en perceelgreppels.

Uitsnede uit de kaart van Claes Janz. Visscher uit 1637 met omcirkeld de locatie van de opgraving met rechts daarvan het legerkamp van de Staatse troepen. Erfgoed Breda

Uitsnede uit de kaart van Claes Janz. Visscher uit 1637 met omcirkeld de locatie van de opgraving met rechts daarvan het legerkamp van de Staatse troepen. (Bron: Erfgoed Breda)

Beide boerderijcomplexen hadden hun oorsprong in de late middeleeuwen en gezien de vondsten waren het zeker geen arme lieden die hier woonden. De kans is groot dat het hier om grote pachtboerderijen ging, behorend aan de stadsadel of andere gegoede burgers.

Toch verdwijnen ze in de periode van de Tachtigjarige Oorlog uit beeld. De locatie van de beide boerderijen was, in de context van de toenmalige oorlogshandelingen wel anders. De reden van het verdwijnen van de boerderijen is dus ook verschillend.

De boerderij aan de Lageweg lag ten tijde van het beleg van Spinola in 1624 in de zone waar de voorlopige en later de defintieve insluitingswal (contravallatie) werd aangelegd. Beide partijen, de Staatse troepen in de stad en de Spaans troepen in het veld, hadden er belang bij om een vrij waarnemings- én schootsveld te hebben. Gebouwen werden afgebroken en struiken en bomen omgehakt. Op een aantal belegeringskaarten zijn dit soort activiteiten in een legenda opgenomen. In 1637 lag de Lageweg tussen de insluitingslinie en het legerkamp van de Staatse troepen. Ook hier was een vrij zicht- en schootsveld noodzakelijk.

Uitsnede uit de befaamde “Callot-kaart” uit 1628 waarbij het gehucht Eikberg net achter het kerkdorp Bavel ligt. Erfgoed Breda

Uitsnede uit de befaamde “Callot-kaart” uit 1628 waarbij het gehucht Eikberg net achter het kerkdorp Bavel ligt. (Bron: Erfgoed Breda)

Ook op Eikberg aan de oostzijde van Bavel verdween er een boerderijcomplex in het begin van de zeventiende eeuw. Eikberg lag echter niet in zicht van de stad. Maar wel aan één van de routes die in 1624 voor Spinola van belang was voor de aanvoer van goederen en troepen. Voordat Spinola zijn belegeringslinies aanlegt, liggen zijn troepen bij Gilze. Ook daar is het goed mogelijk geweest dat de ruime omgeving van het “afwachtingsgebied” als waarnemingsveld ontdaan is van beplanting en bebouwing. Daarnaast is bekend dat de troepen, gelegen in Gilze honger leden en in de ruime omgeving plundertochten hielden. Misschien hebben ze daarbij de boerderij verwoest.

Het is ook best mogelijk dat de verdwijning van beide boerderijen al eerder heeft plaatsgevonden. Vanaf 1570 was het al onrustig in het buitengebied van Breda. Het zijn met name rondtrekkende of ingekwartierde huurlingenlegers die in de onbeschermde buitengebieden hun achterstallige soldij probeerden aan te vullen door plunderingen.

 

Bronnen

Dyselinck, T., Breda Digit Parc. Definitief onderzoek, 2011.