In het jaar 1587 was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden al 19 jaar in oorlog met Spanje. De legers van Filips II (1527-1598) deden alle mogelijke moeite om de rebelse Republiek onder controle te krijgen. ’s-Hertogenbosch had na een bloedige strijd tussen protestantse en katholieke burgers de kant van Spanje gekozen. Heusden daarentegen was in Staatse handen. Engelen lag tussen deze twee belangrijke steden in en zou daardoor de gevolgen van onafwendbare schermutselingen aan den lijve ondervinden met als hoogtepunt de slag bij Engelen.
De aanleiding
Sluis in Zeeuws Vlaanderen werd belegerd door de Spaanse troepen. De strategen van de Staatse troepen bedachten een plan om Sluis te ontzetten door ’s-Hertogenbosch aan te vallen, te beginnen met de schans bij Engelen. Men gokte er op dat de Spaanse troepen de belegering van Sluis zouden opgeven om ’s-Hertogenbosch te beschermen. De opperbevelhebber van de Staatse troepen was graaf Von Hohenlohe (1550-1606), getrouwd met een dochter van Willem van Oranje (1533-1584), die nog een appeltje te schillen had met ’s-Hertogenbosch.
Twee jaar eerder had hij ternauwernood kunnen ontsnappen bij een poging de stad te veroveren. Nadat een deel van zijn manschappen de stad binnengedrongen was, wist een gewonde poortwachter alarm te slaan en werden de poorten gesloten. Toen zijn troepen op de vlucht sloegen, onder andere door de aanwezigheid van Claude de Berlaymont, heer van Hautepenne (1550-1587), zaten zij in val. Sommigen wisten te ontsnappen door vanaf de muur in de slotgracht te springen, maar velen stierven hierbij. Van Hohenlohe verloor zo ruim drieduizend man.
Deze twee heren kwamen nu weer tegenover elkaar te staan. Von Hohenlohe trok op naar Engelen met 4000 man en 1000 paarden. Daarnaast had hij nog een extra troef: zwaarbewapende schepen op de Maas. Hij liet een brug slaan over de Dieze en wierp op de oever een borstwering op van karren en wagens. Toen De Berlaymont hoorde dat Von Hohenlohe voor de schans stond, trok hij zelf ook op met 3200 man voetvolk en 1000 paarden om deze te verdedigen.
De strijd
Op 13 juli 1587 brandt de strijd los. In aanvang van de strijd doorbrak het Spaanse leger de “wagenburgh”, maar de aanval wordt afgeslagen. De strijd gaat op en neer totdat Claude de Berlaymont, aanvoerder van de Spanjaarden, in zijn hals wordt getroffen door een kogel afkomstig van een van de schepen. Hij wordt naar ’s-Hertogenbosch gebracht waar hij komt te overlijden.
Ondanks het feit dat er even een vacuüm ontstond in de bevelvoering wisten de Spanjaarden de schans rond de kerk te behouden. Echter door de hoge waterstand konden de schepen tot vóór de schans komen en van bovenaf in de schans schieten. Famianus Strada (1572-1649) beschreef in 1655 hoe Von Hohenlohe “door ‘t opstuwen der waterstroom gelegentheyt kreegh door de opene dammen, met gewapende schepen voor de Schans te rucken; waer uyt (want de schepen op ‘t water hooger dan schans lagen) sy op de verweerers gedurigh blixemende door ‘t schieten met vuurkogels”. Hierdoor werd de toestand voor de Spanjaarden onhoudbaar en moesten zij zich overgeven.
Nasleep
De mannen van Hohenlohe hebben de schans geslecht, de toren van de kerk (vergelijkbaar met de toren in Vught) opgeblazen en daarmee werd het grootste gedeelte van de kerk en van Engelen met de grond gelijk gemaakt.
Het priesterkoor van de kerk is overeind gebleven en is tot op de dag van vandaag in gebruik bij de Protestantse Gemeente in Engelen.
Von Hohenlohe, die bekend stond als een onbeschofte dwaas, roekeloos en aan de drank, had hier wel een succes geboekt. Hij is echter door prins Maurits (1567-1625) op een zijspoor gezet. Hij stierf in 1606 in IJsselstein en is begraven in het Duitse Öringen. Op zijn grafmonument is de slag bij Engelen samen met zijn andere wapenfeiten in reliëf weergegeven.
Bronnen:
Strada Fabianus, Het tweede deel der Nederlandtsche Oorlogen, Rotterdam, 1655.