Vanouds was het in het bezit van de familie van de schrijfster, dichteres en politica Henriette Roland Holst (1869-1952). In 1900 liet haar moeder voor haar en haar echtgenoot, de gevierde kunstenaar Richard Roland Holst (1868-1938) een zomerverblijf bouwen. Het werd een romantisch wit landhuisje onder een rieten kap: de Angorahoeve. Margaret Staal-Kropholler (1891-1966), de eerste vrouwelijke architect van Nederland, ontwierp er in 1918 een. Achter de Angorahoeve lag de Buissche Hoeve uit het begin van de negentiende eeuw, die diende als gastenverblijf.
En gasten waren er in overvloed. Het gastenboek, nu bewaard in het Letterkundig Museum, bevat een staalkaart van Nederlandse kunstenaars en intellectuelen uit de eerste helft van de twintigste eeuw, die op de heide in Brabant rust, ontspanning en gezelschap vonden: Herman Gorter (1864-1927), Johan Huizinga (1872-1945), Top Naeff (1878-1953), Arthur van Schendel (1874-1946), Adriaan Roland Holst (1888-1976), Henk Sneevliet (1883-1942), Charley Toorop (1891-1955), Floor Wibaut (1859-1936), Hendrik Wijdeveld (1885-1987) en vele anderen.
Bronnen
Van Oudheusden, J., Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014.
Dit artikel is een bewerking van een tekst uit J. Van Oudheusden, Erfgoed van de Brabanders. Verleden met een toekomst, ‘s-Hertogenbosch, 2014, 227.