Met de Simca 1000 Rally naar “de Acht”

Winnaar Aad van den Hoek tijdens "De Acht" van '76. (Foto: Hans Peters, 1976, Nationaal Archief)

Winnaar Aad van den Hoek tijdens "De Acht" van '76. (Foto: Hans Peters, 1976, Nationaal Archief)

Hans van Eck schreef in 2021 aan Mart Verhees van het Acht van Chaam Museum over zijn herinneringen aan “de Acht”.

“In het voorjaar van 1976 kreeg ik mijn eerste racefiets. Het was een paarse Jan Janssen met chroom aan de voor- en achtervork, die ons pap had aangeschaft bij Wielerhuis Harry Kemps in Schijndel.

Als zestienjarige ben je dan voor vervoer naar wielerwedstrijden wat verder van huis aangewezen op de auto van je ouders. In dit geval ons pap, want ons mam had geen rijbewijs.

Ons pap reed destijds in een oranje Simca 1000 Rally met de motor achterin. Voorin lag onder de zwarte klep al jaren een zak cement anders zou dat beestje zomaar van de weg af waaien. Het was ook onbeheersbaar slingeren op de autoweg.

Het gevolg van geen bagageruimte in de Simca en drie tieners was dat er geen ruimte was voor mijn racefiets. Geen probleem: ome Jan werkte bij Oda stalen meubelen en die zorgde voor een grote plaat die op de imperial werd gemonteerd. Op die plaat maakte ons pap allerlei constructies zodat de fiets op het dak kon worden vervoerd. Kant en klare fietsenrekken voor op de auto waren destijds nog niet beschikbaar voor de gewone man.”

 

De Acht van Chaam

“Ik herinner me nog heel goed in dat eerste jaar onze trip naar de Acht van Chaam. We moesten al om zeven uur in de ochtend van Schijndel richting Chaam, want de starttijd van de nieuwelingen was al om 08.45 uur

De imperial was al een dag eerder gemonteerd en rond zes uur was ons pap al in de weer met mijn fiets op het dak van de Simca.

Via Den Bosch en Tilburg ging de reis richting Gilze. Al ver voor Chaam worden we door een vrijwilliger met een vlag de wei in gestuurd om te parkeren. Ons pap doet de deur open en ik hoor het hem nog zeggen: ‘Nondeju moete hier òk nog knaak betalen om oewe wagen in de koeienstront te meuge zetten.’

En dan sta ik zomaar zelf aan de start van de Acht van Chaam. De wedstrijd waar ik als klein jochie achter de dranghekken stond. De oudste en wellicht ook de mooiste wedstrijd van Nederland. Als ik mag oprijden naar de start tussen de dranghekken denk ik aan dat jochie in die altijd grote menigte. Al die bouwvakkers, het geduw en getrek, de geur van bier en rook. De snelheid van de profs, de spijlen van de drankhekken, waar ik toen wel drie keer tussen paste. Het petje van Jan Janssen, de ijscoman, de zak gebrande pinda’s de puntzak frites, het geluid van de speaker, tien premiesprints, bij de terugkeer het nummer Gina Lollobrigida van Tony Bass, de spandoeken boven de weg, die hoge kerktoren, het wonder van hoe de renners door de achtvorm van het parcours in beide richtingen reden, de golf van aanmoedigen bij passage van de renners, de van massage olie...

Maar oh jee nu rij ik zelf mee, wat een gevoel is dat. Nu mag ik zelf rijden door de straten die wielerhistorie ademen. Die eerste doorkomst in het peloton aan de finish, wat een sensatie, wat een beleving. En verrek daar staat de familie: ‘vooruit jungske’. Halverwege moet ik het peloton laten gaan. Iemand die nooit zelf aan wedstrijden heeft deelgenomen, heeft geen idee hoe lastig het is voor een beginnend renner om zo’n peloton te volgen. Ik kom niet in de uitslag, maar wel heerlijk gefietst en vooral genoten. En verdomd op het einde van de dag stond onze Simca er nog. De Acht van Chaam heeft bij mij enkel mooie herinneringen.”

 

45 jaar later

“En dan is het 2021. Met onze oldtimer-Wielerclub Op Zijn Retour rijden we de Kruikenzeikersrit vanuit Tilburg. Lokale organisator Ad Toepoel heeft de route gepland naar Chaam met pauze op de streep van de Acht van Chaam. Achter het café heeft Mart Verhees zijn museum over de Acht van Chaam ingericht. Ad had uiteraard een bezoek met toelichting geregeld om de uitgebreide verzameling te bekijken. Puur genieten is dat voor de retroliefhebbers. Op gegeven moment vraagt Mart wie er ooit de wedstrijd heeft bezocht: vrijwel alle handen gaan naar boven. Daarna vraagt hij of er ook iemand zelf heeft meegereden. Ad wel vijf keer, ikzelf in ieder geval in 1976.”

Als de toertocht van zeventig kilometer in goed gezelschap en bij mooi weer erop zit, rij ik met mijn oude Colnago achterin de auto terug naar huis. Ter hoogte van Oirschot rij ik een stoet oldtimers voorbij. Verdomd als het niet waar is, er rijdt een oranje Simca 1000 Rally tussen. Even dacht ik ons pap te horen. ‘Het ga je bijzonder, rij voorzichtig jungske’” 

Met speciale dank aan Ad, Mart en de retrovrienden.