“De dag van de ‘Acht’ is voor het anders zo rustige Brabantse dorp Chaam een feestdag. De tienduizenden ‘indringers’ zorgen voor een unieke stemming en naarmate het later wordt stijgt ook de feestvreugde. In 1964 dreigde deze echter verstoord te worden toen een van de tribunes langs het acht-kilometer lange parcours het plotseling begaf en zeker vijftig wielerenthousiasten een tuimeling maakten, sommigen van wel vijf meter hoogte. De lachende menigte rondom de spartelende slachtoffers toonde echter al dat het allemaal nog was meegevallen en de schrik maakte helemaal plaats voor hilariteit, toen de ijlings ontbonden ambulance meteen weer inrukte. De onfortuinlijken die bij de valpartijbetrokken waren geweest krabbelden overeind, veegden het stof van hun kleren en klauterden op een andere eveneens al zwaar belaste tribune, die het gelukkig tot het einde toe volhield.
En zo was er altijd wel wat beleven, zoals in 1968, om 6 uur met drie vrienden met de fiets en bevoorrading richting Chaam. En wie zou denken dat we met vieren waren had het mooi mis, want tientallen supporters uit Eindhoven reden richting Tilburg, vervolgens naar Gilze en dan naar Chaam, hele volksstammen. Een dagje uit in hun vakantie, om de vedetten bezig te zien en mogelijk handtekeningen te verzamelen.
De weg tussen Gilze en Chaam had wel iets weg van een bedevaartstocht, duizenden mensen, bijna allemaal op de fiets, op weg naar het fietswalhalla van Nederland. Waar de geur van braadworst, friet en vette vis je al tegemoet kwam!
Destijds kwamen wij het parcours op bij een heel scherpe bocht naar links die de renners moesten nemen, waarbij ze vervolgens over een heus stuk ‘assen pad‘ moesten. Verschillende wegen waren nog ongeasfalteerd en daar werd dan koolgruis in gereden. Hierdoor zagen de renners er na een paar ronden uit als een stel mijnwerkers. Niemand die er om maalde, nee, het verhoogde juist de heroïek van de koers. Het gaf cachet aan deze klassieker en dat voor een pak volk! Die entourage, het enthousiasme, die typische wielersfeer.
Er waren naar schatting 100.000 mensen naar Chaam gekomen om te zien hoe Tour de France-winnaar Jan Janssen met zijn armen omhoog over de meet zou komen. En het peloton begreep dat wel, behalve Rini Wagtmans dan. Er ontstond een kopgroep met dertien man, Janssen en Wagtmans erin, en het loopt naar wens. Ze hielden in de kopgroep alles bij elkaar voor Jan Janssen, tot de laatste meters. Wagtmans wint en stelt zich jaren later nog maar eens de vraag. ‘Hoe stom moet je zijn om dit te doen? Ik ben gewoon voor mijn eigen kans gegaan, ik wenste mijn eigen koers te rijden. Zo heb ik dat altijd gedaan. Wielrennen is roem vergaren en contracten binnen halen.’
En dan langzaam maar zeker trekt de geur van massageolie, frieten, worsten en verschraald bier uit mijn neusgaten. De heimwee naar vroeger maakt weer plaats voor de realiteit van nu. Een tijd waar het wielrennen helemaal is veranderd en het duizelt me soms in mijn hersenpan als ik dat beetje laat passeren. De bedevaartstochten naar Chaam zijn verleden tijd. Ik had het voor geen goud willen missen. Ze gaven mij dat onbeschrijfelijke gevoel van passie en ontzag voor een sport die voor mij en zo velen de belichaming is van het alledaagse leven. Waar geloof, hoop, euforie, teleurstelling, vreugde en verdriet heel kort bijeen zijn."